Neem een personage uit je boek en ga deze, door rijm te gebruiken, beschrijven. Je mag bijvoorbeeld van je personage zijn/haar uiterlijk benoemen. Ook mag je beschrijven waar het boek over gaat. Zorg dat
je rijmpje uit minimaal 8 regels bestaat. Maak ook een rijmschema.
Meneer Sempere is zo onhandig als de pest. A
Maar toch moet hij op een quest A
En om zijn geliefde terug te winnen B
Moet hij vele listen verzinnen. B
(strofe)
Het boek begon met hem als een kleine, onzekere jongen. C
Hij verslond nachtenlang verschillende boeken. D
Op het einde stond hij als een man met zijn geliefde te tongen. C
Hij bleef maar zoeken, hij bleef maar zoeken. D
VWO: Lees het verhaal 'Alles Anders' bladzijde 9 t/m 14 in het opdrachtenboek Op Niveau. Maak daarna opdracht 6 op bladzijde 20.