Les 5 grammatica en spelling (toets)

Welkom!
Ga zitten op je plek
Startopdracht: lees uit je leesboek
Een leesboek
Nieuw Nederlands boek
Schrift en pen
timer
15:00
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Ga zitten op je plek
Startopdracht: lees uit je leesboek
Een leesboek
Nieuw Nederlands boek
Schrift en pen
timer
15:00

Slide 1 - Tekstslide

Jeugdjournaal
Bedenk 2 inhoudelijke vragen
(waarop je zelf het antwoord ook weet)

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
1. Mededelingen
2. Terugblik
3. De toets
4. Evaluatie

Slide 3 - Tekstslide

Mededelingen
Zijn er dingen die ik moet weten?

Slide 4 - Tekstslide

Terugblik
Ik weet wat er van mij wordt verwacht op de toets.

Slide 5 - Tekstslide

Lesdoel
Ik heb de toets gemaakt

Slide 6 - Tekstslide

'De toets'
Woordsoorten
Werkwoord
Lidwoord
Zelfstandig naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
Voorzetsel
Zinsdelen
Persoonsvorm
Onderwerp
Werkwoordelijk gezegde
Spelling
Hoofdletters
Leestekens (. ? !)
-d of -t?
Meervouden
Verkleinwoorden

Slide 7 - Tekstslide

Woordsoorten
Werkwoord
Lidwoord
Zelfstandig naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
Voorzetsel
WW = wat je kunt doen of wat jou gebeurt. Je kunt het in de vt zetten.
LW = de, het of een 
ZNW = mens, dier, ding of plant. Je kunt er een lw voorzetten.
BVN = extra informatie over het znw. 
VZ = plaats, tijd of reden/oorzaak.
Bijv. door de regen, in de kast of tijdens het feest.

Slide 8 - Tekstslide

Zinsdelen
Persoonsvorm
Onderwerp
Werkwoordelijk gezegde
PV = werkwoor te vinden door de vraagproef of de tijdproef
OW = Wie of wat + PV
WG = Alle werkwoorden in de zin (dus ook de PV)

Slide 9 - Tekstslide

Spelling
Hoofdletters
Leestekens (. ? !)
-d of -t?
Meervouden
Verkleinwoorden
Begin van de zin, bij namen en afleidingen van namen.
. aan het eind van de zin, ? eind van een vraag en ! bij een uitroep
Door de verlengproef weet je of het op -d of -t eindigt.
Vaak -en of -s erachter, maar er zijn uitzonderingen.
Vaak -je erachter, maar er zijn uitzonderingen.

Slide 10 - Tekstslide

Zijn er nog vragen?

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag

De toets
- Vragen? Steek je vinger op na 20 minuten.
- Klaar? Wacht rustig tot iedereen klaar is. Lees dan je leesboek.

timer
30:00
timer
5:00

Slide 12 - Tekstslide

Tijd over?
Numo

Slide 13 - Tekstslide

Lesdoel
Ik heb de toets gemaakt.

Slide 14 - Tekstslide

Evaluatie
Wat ging er goed deze les? 
Wat ging er minder goed?
Wat heb ik geleerd?

Slide 15 - Tekstslide