2L voorzetsel en bijwoord 1.C

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Welkom bij Nederlands!

Telefoon thuis of in de kluis

Op tafel: leesboek + boek KERN, schrift, pen (of etui)

Kauwgum in de prullenbak

Opdracht

A) beschrijf de afbeelding met graffitikunst van Banksy in drie zinnen.

B) herschrijf je stukje zodanig, dat er vijf bijwoorden in staan

C) Herschrijf je stukje zodanig dat er geen enkel voorzetsel in voorkomt.

boek lezen 

Vandaag

huiswerk bespreken

Korte pauze

grammatica D Telwoord en voegwoord

maken/huiswerk

Einde les 

Lesdoel 

Lesdoel:

• Je leert hoe je voorzetsels en bijwoorden herkent in een zin
• Je leert hoe je telwoorden en voegwoorden herkent in een zin

Voorzetsels

Eigenschappen vz

• Ze geven een plaats, tijd of reden aan.
• Trucje:
• ... de kast (achter, op, voor)
• ... het feest (tijdens, na, gedurende)

Een bijwoord geeft vaak extra informatie:

1. Een werkwoord.
2. Een ander bijwoord.
3. Een bijvoeglijk naamwoord.
4. De plaats.
5. De tijd.

1. De trein rijdt snel.
2. De trein rijdt erg snel.
3. De erg snelle trein. 
4. hier, er daar, ergens, nergens, waar
5. nu, soms, plotseling, 's morgens, gauw, wanneer

Huiswerk bespreken

Maak blz 98-99 oefening 5,6,8 en 9

Leer: blz 166 van je handboek

Korte pauze.......

Maak de drillsteroefeningen van grammatica  A,B,C

Huiswerk

Maak blz 100-101 opdracht 4,5,6

Leer blz 166-167 uit je handboek

EINDE LES