De pv is (samen met de andere werkwoorden) een zinsdeel. Zet voor en achter de pv een zinsdeel streepje.
Vervolgens kijk je welk deel van de zin in zijn geheel voor de persoonsvorm kan staan.
Voorbeeld: Bij de buren / staat / een geit in de tuin. -->
Een geit / staat / bij de buren in de tuin.
In de tuin / staat / bij de buren / een geit