7.5 pH berekeningen

7.5 pH berekeningen
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

7.5 pH berekeningen

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
- herhaling molrekenen 
+ koppeling aan pH berekeningen 


Slide 2 - Tekstslide

Aan het einde van de les kun je
rekenen met mol binnen een aflopende reactie (kun je al)
kun je de pH berekenen van sterke zuren en sterke basen 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Als ik 5,0 gram HCOOH heb, hoeveel mol is dit?
A
5,0
B
46,03
C
0,11
D
0,43

Slide 5 - Quizvraag

Als ik 4,0 mol natronloog (NaOH) heb, hoeveel gram heb ik dan?
A
4,0
B
40
C
10
D
160

Slide 6 - Quizvraag

Ik ga 3,0 mol van stof X oplossing in een halve liter water. Wat is de molariteit/concentratie?
A
3,0
B
0,5
C
5,0
D
6,0

Slide 7 - Quizvraag

Ik heb de volgende reactievergelijking: 
2Na + Cl2 --> 2 NaCl
Ik gebruik 5,0 gram natrium. hoeveel gram chloor heb ik nodig?

Slide 8 - Tekstslide

pH
zuren: H3O+ verlaagt de pH
basen: OH- verhoogt de pH

hoe hoger de concentratie H3O+/OH- hoe lager/hoger de pH

Slide 9 - Tekstslide

Formule voor zuren

Slide 10 - Tekstslide

Sterke zuren
Stel je lost 6,0 gram HCl op in 1 L water. Wat wordt de pH
HCl + H2O --> Cl- + H3O+


Slide 11 - Tekstslide

Sterke zuren
Stel je lost 6,0 gram HCl op in 1 L water. Wat wordt de pH
HCl + H2O --> Cl- + H3O+
6,0 gram / 36,46 g/mol= 0,16 mol



Slide 12 - Tekstslide

Sterke zuren
Stel je lost 6,0 gram HCl op in 1 L water. Wat wordt de pH
HCl + H2O --> Cl- + H3O+
6,0 gram / 36,46 g/mol= 0,16 mol
molverhouding 1:1 dus 0,16 mol H3O+



Slide 13 - Tekstslide

Sterke zuren
Stel je lost 6,0 gram HCl op in 1 L water. Wat wordt de pH
HCl + H2O --> Cl- + H3O+
6,0 gram / 36,46 g/mol= 0,16 mol
molverhouding 1:1 dus 0,16 mol H3O+
0,16 mol / 1L = 0,16 M 


Slide 14 - Tekstslide

Sterke zuren
Stel je lost 6,0 gram HCl op in 1 L water. Wat wordt de pH
HCl + H2O --> Cl- + H3O+
6,0 gram / 36,46 g/mol= 0,16 mol
molverhouding 1:1 dus 0,16 mol H3O+
0,16 mol / 1L = 0,16 M 
-log(0,16) = 0,78

Slide 15 - Tekstslide

pH voor basen
.


Maar pOH is NIET pH

Slide 16 - Tekstslide

pH voor basen
.


Maar pOH is NIET pH

Slide 17 - Tekstslide

pH voor basen
.


Maar pOH is NIET pH


dus pH (basen) = 14 - pOH

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Bereken de pH van de volgende oplossingen 
1. Ik los 2,35 gram waterstofbromide op in 750 mL water. 

2. Ik los 4,32 gram vast natronloog (NaOH) op in 1,5 L water.

Slide 20 - Tekstslide

Weektaak
- Bestuderen Hoofdstuk 7.5 uit het boek (blz 180 t/m 182)
- Maken opdracht 45 t/m 50 uit het boek (blz 182&183) of in de online omgeving.

Slide 21 - Tekstslide