5V_herhalen H7 Zuurbase reactievergelijkingen en pH

5V herhalen H7
zuur-base reactievergelijkingen en pH
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 28 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

5V herhalen H7
zuur-base reactievergelijkingen en pH

Slide 1 - Tekstslide

H7.1 en 7.2
oplossingen van sterke en zwakke zuren (en basen)

Slide 2 - Tekstslide

een zuur 
=
een deeltje dat H+ afstaat
H7.1 Wat is een zuur?

Slide 3 - Tekstslide

zure oplossing
in water staat 't zuur H+ af aan H2O :
zuur  + H2O -> zuurrestion + H3O+

In een zure oplossing zijn altijd H3O+ ionen aanwezig

Slide 4 - Tekstslide

zuurrestion
= het negatieve ion dat overblijft als het zuur H+ heeft afgestaan
LET OP:
bij carbonzuren wordt alléén de H van de zuurgroep afgestaan.

Slide 5 - Tekstslide

HCl + H2O        H3O+ + Cl-

in oplossing komen alleen losse ionen voor, dus je noteert de oplossing als
H3O+ + Cl-


Sterk zuur

Slide 6 - Tekstslide

HF(aq)                 H+(aq) + F-(aq)

er is een evenwicht. De meeste deeltjes zijn NIET geioniseerd, dus je noteert de oplossing als 
HF (aq)
Zwak zuur

Slide 7 - Tekstslide

een base
=
een deeltje dat H+ opneemt
H7.1 Wat is een base?

Slide 8 - Tekstslide

basische oplossing
in water neemt de base (B-)  H+ op van H2O :
B- + H2O -> HB + OH-
In een basische oplossing zijn altijd OH- ionen aanwezig

Slide 9 - Tekstslide

H7.1 Welke basen moet je kennen?
Alle basen zijn negatief geladen (behalve ammoniak). Hoe zou dat komen?

Slide 10 - Tekstslide

basen in water
base
zo ontstaat een basische oplossing met OH- ionen:
OH-
zout lost op : NaOH --> Na+ + OH-  

CO32- 
HCO3-
zout lost op en daarna evenwicht tussen base en water :
Na2CO3 --> 2 Na+ + CO32- (zwakke base)
CO32- + H2O < = > HCO3- + OH-  
dus: een oplossing van Na2CO3 is basisch, maar omdat de 2e stap een evenwicht is, mag je de oplossing nog steeds noteren als 2Na++CO32-
NH3
evenwicht met water : NH3 + H2O <=> NH4+ + OH- 
O2-
aflopende reactie met water : Na2O + H2O --> 2 Na+ + 2 OH- 
(er zijn dus twee manieren om natronloog te maken, zie je dat?)

Slide 11 - Tekstslide

H7.4
zuur base reacties

verplichte voorkennis:
de namen en formules van zuren en basen
verschil in notatie kennen tussen sterk en zwak
In Binas 49 kunnen opzoeken of een zuur/base  sterk/zwak is


Slide 12 - Tekstslide

Zuurbase reacties
Bij een reactie tussen een zuur en een base 
geeft het zuur H+ af aan de base
Je herkent een zuurbase-reactie dus aan 
het verplaatsen van H+ ionen
Voorbeeld:
CH3COOH + OH- --> CH3COO- + HOH (=H2O)

Slide 13 - Tekstslide

opstellen reactievergelijking zuurbase reactie
1. notatie zuur HZ : sterk = gesplitst in ionen -> H3O+(aq) + Z-(aq)
                                        zwak = ongesplitst -> HZ(aq)
2. notatie base B-: oplossing = losse ionen -> X+(aq) + B-(aq)
                                       vast zout  = ionen aan elkaar  ->  XB(s)
3. noteer alléén deeltjes die H+ opnemen/afstaan in RV (rest = tribune-ion)
4. maak kloppend

Slide 14 - Tekstslide

Even oefenen:

1. notatie zuur HZ : 
sterk = gesplitst in ionen -> H3O+(aq) + Z-(aq)
zwak = ongesplitst -> HZ(aq)
2. notatie base B-: oplossing = losse ionen -> X+(aq) + B-(aq)
vast zout = ionen aan elkaar -> XB(s)
3. noteer alléén deeltjes die H+ opnemen/afstaan in RV (rest = tribune-ion)
4. maak kloppend
1. salpeterzuuroplossing met oplossing van natriumhypochloriet (NaClO)
timer
3:00

Slide 15 - Tekstslide

H3O+ + ClO- -> H2O + HClO

Slide 16 - Tekstslide

Even oefenen:

1. notatie zuur HZ : 
sterk = gesplitst in ionen -> H3O+(aq) + Z-(aq)
zwak = ongesplitst -> HZ(aq)
2. notatie base B-: oplossing = losse ionen -> X+(aq) + B-(aq)
vast zout = ionen aan elkaar -> XB(s)
3. noteer alléén deeltjes die H+ opnemen/afstaan in RV (rest = tribune-ion)
4. maak kloppend
2. mierenzuur en een natrium-waterstofcarbonaatoplossing
timer
3:00

Slide 17 - Tekstslide

HCOOH + HCO3- -> HCOO- + H2O + CO2 
(want koolzuur is instabiel zuur)

Slide 18 - Tekstslide

pH berekenen
- formules (binas 38A)
- pH van oplossingen van sterke zuren / basen
- pH van oplossingen van zwakke zuren / basen

Slide 19 - Tekstslide

       Zo reken je aan een             Zo reken je aan een
       zure oplossing                      basische oplossing
Binas tabel 38A

Slide 20 - Tekstslide

  • H2O + H2O <=> H3O+ + OH- 
  • Kw = [H3O+][OH-] = 10 -14 (T= 298 K, zie Binas 50A)
  • dus [H3O+]=[OH-]=10-7 M
  • dus pH = 7 en pOH = 7
  • hiermee kun je pH en pOH in elkaar omrekenen, want dan geldt: pH + pOH = 14 (bij T=298K) 


Het waterevenwicht

Slide 21 - Tekstslide

Significantie
  • Bij logaritmische berekeningen (pH rekenen) gaat significantie net iets anders.
  • Bij het getal van de pH is alléén het aantal decimalen significant

Slide 22 - Tekstslide

Voorbeeld 1
Bereken pH bij [H3O+] = 5,2*10-4 M 
Antwoord:
[H3O+] = 5,2*10-4 mol/L
pH = -log[H3O+
        = -log (5,2*10-4) = 3,28
significantie:
[H3O+] in 2 sig. cijfers, dus pH met 2 decimalen

Slide 23 - Tekstslide

Voorbeeld 1
Bereken pH bij [H3O+] = 5,2*10-4 M 
Antwoord:
[H3O+] = 5,2*10-4 mol/L
pH = -log[H3O+
        = -log (5,2*10-4) = 3,28
significantie:
[H3O+] in 2 sig. cijfers, dus pH met 2 decimalen
Voorbeeld 2
Bereken [OH-] bij pH = 9,74

Antwoord:
stap 1: pH + pOH = 14,00 
              pOH = 14,00 - 9,74 = 4,26
 stap 2: [OH-]=10-pOH 
                [OH-] = 10-4,26 = 5,5.10-5 M
significantie:
pH in 2 decimalen dus [OH-] in 2 significante cijfers

Slide 24 - Tekstslide



De pH van maagzuur is 1,90. 
Bereken [H3O+]. 


Bereken de pH bij [OH-] = 0,052 mol/L
Even oefenen... 
Geef je antwoord in de juiste significantie
timer
4:00

Slide 25 - Tekstslide

uitwerking oefening 1
De pH van maagzuur is 1,90. Bereken [H3O+].
Antwoord:
  • [H3O+] = 10-pH = 10-1,90 = 1,3*10-2 M
  • controleer: pH heeft 2 decimalen, dus [H3O+] geven in 2 sig. cijfers en heb je de eenheid genoteerd?

Slide 26 - Tekstslide

uitwerking oefening 2
Bereken de pH bij [OH-] = 0,052 mol/L

  • stap 1: pOH berekenen: pOH= -log [OH-] -> pOH = -log(0,052)= 1,28
  • stap 2: pH berekenen: pH + pOH = 14,00 -> pH = 14,00 - 1,28 = 12,72
  • stap 3: controleer: significantie (2 sign. cijfers = 2 decimalen in pH) én pH (OH-, dus basische oplossing, dus pH > 7)

Slide 27 - Tekstslide

Oefen nu zelf verder met
opstellen zuurbase reactievergelijkingen:
 opgave 28 tm 32a van H7.4
pH berekenen van oplossingen van sterke zuren/basen met juiste significatie:
opgave 6 van H7.1
gemengde opgave op SE-niveau:
opgave 34 H7.4

Slide 28 - Tekstslide