Hoofdstuk 3 onderdeel A: luistervaardigheid + position of adverbs

• Engels
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Week 11 les 1

Lesdoelen

•  Luistervaardigheid oefenen over vaardigheden die handig zijn voor je toekomstige carrière in het Engels
  
• Je leert een nieuw grammatica-onderdeel: the position of adverbs (aantekening in schrift schrijven)

LET OP: ALLE OPDRACHTEN WORDEN DIGITAAL GEMAAKT TENZIJ ANDERS AANGEGEVEN

PLENDA

Maak opdracht 1 t/m 5 tijdens het zelfstandig werken op het leerplein. Dit is meteen huiswerk!

Lees ook de grammatica goed door (gele blokken!)

Leer van de Words and Phrases op blz 126: 'ability' t/m 'perception'. Zorg dat je de woorden in zinnen kunt gebruiken dus lees ook de zinnen die ernaast staan goed door!

Homework 

Toetweek geweest. Dus geen huiswerk!

Welke vaardigheden zijn belangrijk op de werkvloer?

Video

Hard skills vs soft skills

Noem een voorbeeld van een "hard skill"

Noem een voorbeeld van een "soft skill"

Word order: position of adverbs

1. Adverbs of time and place

2. Adverbs of manner

3. Adverbs of frequency

Adverbs of time and place

- Komen aan het einde van de zin

vb: I have to charge my e-bike battery tonight.

Bij plaats en tijd in de zin, komt plaats voor tijd.

vb: Dad ordered a solar car from Germany last week. 

Adverbs of manner

Geven aan hoe iets gebeurt, zoals very/really/terribly:

- komen voor het woord waarvan ze iets zeggen, als dat woord een bijvoeglijk naamwoord (adjective) of bijwoord (adverb) is.

vb: I'm very angry with you. 

- Als het bijwoord iets zegt over een werkwoord komt het: aan het einde van de zin of voor het hoofdwerkwoord.

vb: Henry left the shop quietly. 

vb 2: We nervously waited for the train.

Adverbs of frequency

Bijwoorden die aangeven hoe vaak iets voorkomt zoals always/never/usually/often komen:

- voor het hoofdwerkwoord:  I always walk to school. 

- na een vorm van to be: We are usually on time. 

Let op!

Als er twee gelijksoortige bijwoorden (bijvoorbeeld van tijd) in de in staat, gaat het van klein naar groot

She came home around eight last night

Let op! (2)

Als er een bijwoord van plaats èn van tijd staat, dan is het plaats voor tijd

He wanted to be at the office before seven

Let op! (3)

Als er ook nog een bijwoord van manier bij komt, dan komt manier voor plaats en dan tijd

Granny sat quietly in her chair all evening

Choose the correct one.

1. We always play football in the park at night.
2. We play always in the park football at night.
3. We play always football at night in the park.
4. We always play footbal at night in the park.

Choose the correct one

1. We quickly ordered some fish and chips.
2. We ordered quickly some fish and chips.

Drag the star to the adverb.

The

snow

fell

heavily

for

24 hours.

over

Drag the star to the adverb.

A

camera

crew

usually

follows

her.

Work alone

Maak opdracht 1 t/m 5 tijdens het zelfstandig werken op het leerplein. Dit is meteen huiswerk!

Lees ook de grammatica goed door (gele blokken!)

Leer van de Words and Phrases op blz 126: 'ability' t/m 'perception'. Zorg dat je de woorden in zinnen kunt gebruiken dus lees ook de zinnen die ernaast staan goed door!