Communicatieles luisteren

Luisteren
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
CommunicatieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Luisteren

Slide 1 - Tekstslide

Luisteren

Slide 2 - Tekstslide

Welk cijfer geef jij jezelf
m.b.t. luisteren?

Slide 3 - Woordweb

Luisteren: 
belangrijkste communicatieve activiteit

Op school leer je lezen, schrijven en ook spreken krijgt aandacht. Het zou niet vreemd zijn, als het leren luisteren op scholen een van de belangrijkste onderdelen in het lesprogramma was. Maar dat is niet de realiteit. 

Luisteren is het meest verwaarsloosde onderdeel van de communicatie. 

Kennelijk gaat men ervan uit dat je wel kunt luisteren.

Slide 4 - Tekstslide

Luisteren of horen?
Voor horen gebruik je alleen je oren, voor luisteren gebruik je al je zintuigen.

Luisteren is het bewust en doelgericht waarnemen, begrijpen, selecteren en verwerken van informatie.

Slide 5 - Tekstslide

Je hebt een onjuiste luisterhouding als je...
  • onderuitgezakt in je stoel hangt
  • gaapt en je uitrekt
  • voortdurend met je ogen afdwaalt
  • ongeduldig kijkt
  • aan sieraden zit te friemelen
  • onder tafel met je telefoon bezig bent
  • met je pen op een papiertje krast of tekent
  • met je potlood op iets tikt
  • naar de tv zit te kijken tijdens een gesprek
  • je armen over elkaar slaat
  • met je handen in je zij gaat staan

Slide 6 - Tekstslide

Welke onjuiste luisterhouding herken je bij jezelf?

Slide 7 - Open vraag

Slechte luisterhouding
Uit een slechte luisterhouding spreekt weinig interesse voor wat de ander zegt. Misschien heb je de interesse wél, maar op deze manier luisteren komt over als desinteresse.

Precies die desinteresse merkt de spreker op. Een onjuiste luisterhouding werkt blokkerend en zal de spreker remmen in zijn praten.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Vormen van niet-luisteren
  1.  Onverschillig luisteren
  2. Ongeïntresseerd luisteren
  3. Passief luisteren
  4. Ongeduldig luisteren
  5. Oordelend luisteren
  6. Bevooroordeeld luisteren
  7. Verdedigend luisteren
  8. Ik-gericht luisteren
  9. Te selectief luisteren

Slide 10 - Tekstslide

Onverschillig luisteren

Als je onverschillig luistert, doe je geen moeite je te verdiepen in de ander.
Ongeïnteresseerd luisteren

Saïd: "Heb je die opdracht voor Nederlands gemaakt? Ik vond die toch moeilijk".

Maria: "Opdracht? Voor welk vak?"

Slide 11 - Tekstslide

Passief luisteren

Saïd: "Heb jij die opdracht voor Nederlands gemaakt? Ik vond die toch moeilijk".

Kyra: "Ja, heb ik gemaakt. Hij moest af voor vandaag hé?"
Ongeduldig luisteren

Saïd: "Heb jij die opdracht voor Nederlands gemaakt? Ik vond die toch moeilijk".

Kyra: "Ja, logisch wel"

Slide 12 - Tekstslide

Oordelend luisteren:
Bevooroordeeld luisteren

Saïd: "Heb jij die opdracht voor Nederlands gemaakt? Ik vond die toch moeilijk".

Carmen: "Hm, zo moeilijk vond ik de opdracht niet. Maar dat jij die opdracht moeilijk vond, snap ik wel. Ik bedoel: met jouw achtergrond is de hele opleiding moeilijk".


Oordelend luisteren:
Verdedigend luisteren

Saïd: "Heb jij die opdracht voor Nederlands gemaakt? Ik vond die toch moeilijk".

Imca: "Hoezo vertel je dit aan mij? Denk je soms dat ik 'm ook moeilijk vond? Nou echt niet. En trouwens, als dat wel zo was, dan ging het je geen reet aan".

Slide 13 - Tekstslide

Te selectief luisteren

Saïd: "Heb jij die opdracht voor Nederlands gemaakt? Ik vond die toch moeilijk".

Bern: "Vind je Nederlands moeilijk? Goh, ik denk dat niemand dat had verwacht van jou".
Ik-gericht luisteren

Saïd: "Heb jij die opdracht voor Nederlands gemaakt? Ik vond die toch moeilijk".

Tina: "Moeilijk? Joh, dit was nog niks. Op mijn vorige opleiding, daar kregen we pas moeilijke opdrachten. Ik heb daar wel eens meegemaakt dat ik..."

Slide 14 - Tekstslide

Herken je jezelf?
Wat heb jij wel eens meegemaakt?

 - Onverschillig luisteren
- Ongeïnteresseerd luisteren
- Passief luisteren
- Ongeduldig luisteren
- Oordelend luisteren
- Bevooroordeeld luisteren
- Verdedigend luisteren
- Ik-gericht luisteren
- Te selectief luisteren

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Bespreken rollenspel
Hoe zat je erbij?
Wat vond je moeilijk?
Wat vond je makkelijk?

Slide 17 - Tekstslide

Maar hoe dan wel?
Hoe je actief kunt luisteren en welke 
gesprekstechnieken je kan gebruiken 
om verbindend te communiceren.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Een open vraag is:
A
Waarbij je de ander ruimte geeft om meer te vertellen
B
Waarin jouw mening verpakt zit en je stuurt het gesprek een bepaalde kant op
C
Waarop je alleen ja of nee kan antwoorden
D
waarvan het antwoord al vast staat

Slide 20 - Quizvraag

Wat is een gesloten vraag?
A
Hoe ben je hier gekomen?
B
Vind je het spannend?
C
Wat wil je straks gaan doen?
D
Wie heeft je gebracht?

Slide 21 - Quizvraag


  • Maak je niet DIK: Denk In Kwaliteiten. Besteed aandacht aan hetgeen goed is gegaan en probeer ‘om te denken’.

  • Neem ANNA mee: Altijd Navragen, Nooit Aannemen. Vraag altijd na of je goed begrepen hebt wat de ander bedoelt.

  • Smeer NIVEA: Niet Invullen Voor Een Ander. Niemand kan in het hoofd van een ander kijken en je weet dus nooit wat de ander wil gaan zeggen. Als iets onduidelijk is, vul dan niet in maar vraag na wat er bedoeld wordt.

  • Wees een OEN: Open, Eerlijk en Nieuwsgierig. Sta open voor de ander, wees eerlijk in hetgeen je duidelijk wilt maken en ben oprecht nieuwsgierig naar de ander.

  • Laat OMA thuis: Probeer je Oordelen, Meningen en Aannames/Adviezen voor je te houden en luister met een open houding naar de ander.

  • Gebruik LSD: Luisteren, Samenvatten en Doorvragen kan helpend zijn om aandachtig te luisteren. Als je LSD goed beheerst, kan dit de relatie ten goede komen
Uitleg gesprekstechnieken

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Bespreken rollenspel
Hoe zat je erbij?
Wat vond je moeilijk?
Wat vond je makkelijk?

Slide 24 - Tekstslide

Vragen?

Slide 25 - Tekstslide

Uitdelen
Jullie krijgen een overzicht mee van de gesprekstechnieken.
Daarbovenop zitten twee witte blaadjes met een vraag. 
Graag deze vragen invullen en bij mij inleveren.

Slide 26 - Tekstslide

Bedankt voor jullie inzet,
jullie zijn toppers!!

Slide 27 - Tekstslide