6.2 Voedsel voor veel mensen

Paragraaf 6.2   |   Voedsel voor veel mensen
  1. Je kunt van de volgende begrippen de definitie geven en aan de hand van enkele voorbeelden uitleggen wat het begrip
     inhoudt:
     a. Hoe produceren boeren veel voedsel?
         • Monocultuur / intensieve veehouderij (bio-industrie) / mest (dierlijk en kunst) / krachtvoer / plaag /       
             gewasbeschermingsmiddelen / antibiotica / fokken / veredeling / genetische modificatie
     b. Waarom zijn er zo veel regels voor boeren?
         • Mestoverschot / overbemesting / vermesting / waterbloei / ammoniak / verzuring / mestinjectie / selectieve     
             gewasbeschermingsmiddelen / biologisch afbreekbare gewasbeschermingsmiddelen / gifophoping / dierenwelzijn
2. Je kunt beschrijven op welke 4 manieren boeren veel voedsel produceren.
3. Je kunt de regels voor mestproductie en bemesting die voor boeren gelden benoemen en uitleggen waarom ze deze regels
     moeten volgen (gevolgen benoemen van het niet naleven van deze regels).
4. Je kunt het proces van waterbloei in 6 stappen beschrijven.
5. Je kunt de regels voor gewasbeschermingsmiddelen die voor boeren gelden benoemen en uitleggen waarom ze aan deze
     eisen moeten doen (gevolgen bij gebruik van middelen die hier niet aan voldoen kunnen benoemen).
6. Je kunt de regels voor het welzijn van dieren die voor boeren gelden benoemen en uitleggen waarom deze regels gelden
     (gevolgen bij het niet naleven van deze regels benoemen).

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides en 7 videos.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 6.2   |   Voedsel voor veel mensen
  1. Je kunt van de volgende begrippen de definitie geven en aan de hand van enkele voorbeelden uitleggen wat het begrip
     inhoudt:
     a. Hoe produceren boeren veel voedsel?
         • Monocultuur / intensieve veehouderij (bio-industrie) / mest (dierlijk en kunst) / krachtvoer / plaag /       
             gewasbeschermingsmiddelen / antibiotica / fokken / veredeling / genetische modificatie
     b. Waarom zijn er zo veel regels voor boeren?
         • Mestoverschot / overbemesting / vermesting / waterbloei / ammoniak / verzuring / mestinjectie / selectieve     
             gewasbeschermingsmiddelen / biologisch afbreekbare gewasbeschermingsmiddelen / gifophoping / dierenwelzijn
2. Je kunt beschrijven op welke 4 manieren boeren veel voedsel produceren.
3. Je kunt de regels voor mestproductie en bemesting die voor boeren gelden benoemen en uitleggen waarom ze deze regels
     moeten volgen (gevolgen benoemen van het niet naleven van deze regels).
4. Je kunt het proces van waterbloei in 6 stappen beschrijven.
5. Je kunt de regels voor gewasbeschermingsmiddelen die voor boeren gelden benoemen en uitleggen waarom ze aan deze
     eisen moeten doen (gevolgen bij gebruik van middelen die hier niet aan voldoen kunnen benoemen).
6. Je kunt de regels voor het welzijn van dieren die voor boeren gelden benoemen en uitleggen waarom deze regels gelden
     (gevolgen bij het niet naleven van deze regels benoemen).

Slide 1 - Tekstslide

Opdracht:

1. Je kunt van de volgende begrippen de definitie geven en aan de hand van enkele voorbeelden uitleggen wat het begrip
inhoudt: 

     a. Hoe produceren boeren veel voedsel?
         • Monocultuur / intensieve veehouderij (bio-industrie) /
           mest (dierlijk en kunst) / krachtvoer / plaag /
           gewasbeschermingsmiddelen / antibiotica / fokken /
           veredeling / genetische modificatie

     b. Waarom zijn er zo veel regels voor boeren? 
         • Mestoverschot / overbemesting / vermesting / waterbloei
            / ammoniak / verzuring / mestinjectie / selectieve 
    
Zoek de dikgedrukte begrippen op in je tekstboek en maak in Word een overzicht met de definities van die begrippen.
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

  1. Je kunt beschrijven op welke 4 manieren boeren veel voedsel produceren.
1. Veel van hetzelfde produceren
= monocultuur
Akkerbouw:
- makkelijk in te zaaien / onderhouden / oogsten
- minder verschillende machines nodig
intensieve veehouderij / bio-industrie
stallen op 1 manier inrichten -
1 soort voer en verzorging nodig -

Slide 3 - Tekstslide

  1. Je kunt beschrijven op welke 4 manieren boeren veel voedsel produceren.
2. Opbrengst verhogen
= mestgebruik en krachtvoer
planten en dieren groeien hierdoor sneller
akkerbouw:
kunstmest: witte korrest met mineralen
dierlijke mest: poep en plas van dieren
veehouderij
voer met extra eiwitten en mineralen: krachtvoer

Slide 4 - Tekstslide

  1. Je kunt beschrijven op welke 4 manieren boeren veel voedsel produceren.
3. Schade en ziekte voorkomen
= gewasbeschermingsmiddelen en antibiotica gebruiken
akkerbouw:
- giftige stoffen 
- doden plaagorganismen 
intensieve veehouderij / bio-industrie
antibiotica in veevoer -
doodt de ziekteverwekkende bacteriën -

Slide 5 - Tekstslide

  1. Je kunt beschrijven op welke 4 manieren boeren veel voedsel produceren.
4. Super gewassen en supervee
= veredeling / fokken, genetische modificatie
Zo worden er rassen met gunstige 
eigenschappen gemaakt.
akkerbouw:
- veredeling
snel groeiend ras met 
een groot  groeiend 
ras kruisen.
intensieve veehouderij / bio-industrie
fokken -
sterk ras (gezond) kruisen met een 
ras met hoge melkproductie.
genetische modificatie

Slide 6 - Tekstslide

0

Slide 7 - Video

0

Slide 8 - Video

0

Slide 9 - Video

3. Je kunt de regels voor mestproductie en bemesting die voor boeren gelden benoemen en uitleggen waarom ze deze regels moeten volgen (gevolgen benoemen van het niet naleven van deze regels).
Regels:
  • Boeren mogen niet méér mineralen op het land brengen dan hun gewassen op kunnen nemen.
  • Boeren mogen de mest niet over het land verspreiden, maar moeten het met een machine in de grond spuiten = mestinjectie

Gevolgen overbemesting:
  • meer mineralen in de grond dan planten en akkers nodig zijn = milieuproblemen
  • mineralen zakken de bodem in en komen in het grondwater terecht = vermesting
    --> sommige planten soorten groeien te snel en overwoekeren andere soorten
    --> waterbloei (waterplantjes als alg en kroost groeien zeer snel)
  • verzuring van de bodem door ammoniak in dierlijke mest

Slide 10 - Tekstslide

0

Slide 11 - Video

0

Slide 12 - Video

4. Je kunt het proces van waterbloei in 6 stappen beschrijven.
  1. Er komen extra mineralen uit mest in de sloot terecht.
  2. Daardoor groeien waterplantjes zoals alg en kroost extra snel.
  3. Door al die kroost en algen groeit de sloot in korte tijd dicht.
  4. Na een tijdje sterven de algen en de plantjes.
  5. De resten van kroos en algen zijn voedsel voor bacteriën, en die gebruiken veel zuurstof.
  6. Er komen steeds meer bacteriën. Daardoor ontstaat zuurstof tekort, waardoor de waterdieren doodgaan.

Slide 13 - Tekstslide

5. Je kunt de regels voor gewasbeschermingsmiddelen die voor boeren gelden benoemen en uitleggen waarom ze aan deze
     eisen moeten doen (gevolgen bij gebruik van middelen die hier niet aan voldoen kunnen benoemen).
Regels:
  1. De middelen moeten selectief zijn: doden zoveel mogelijk alleen de plaagorganismen.
  2. De middelen moeten biologisch afbreekbaar zijn: bacteriën en schimmels kunnen het afbreken.

Gevolgen:
  1. Als het niet selectief is: andere organismen worden ook gedood.
  2. Als het niet biologisch afbreekbaar is: het gif blijft te lang in de bodem. Planten nemen het gif op. Dieren die de planten eten krijgen het gif ook binnen. De gifstoffen worden opgeslagen in het vetweefsel of de lever en zo wordt het gif steeds hogerop in de voedselketen doorgegeven. Bovenin de keten ontstaat dan gifophoping. De dieren die bovenaan in de keten staan, krijgen zoveel gif binnen, dat ze ook doodgaan.

Slide 14 - Tekstslide

  1. Je kunt de regels voor het welzijn van dieren die voor boeren gelden benoemen en uitleggen waarom deze regels gelden
     (gevolgen bij het niet naleven van deze regels benoemen).
Regels:
  1. Dieren moeten een minimale ruimte hebben in de stallen.
  2. Dieren moeten zoveel mogelijk hun natuurlijke gedrag kunnen vertonen.

Gevolgen:
Wanneer dieren te weinig ruimte hebben of hun natuurlijke gedrag niet kunnen vertonen, gaan ze zich abnormaal gedragen.
Voorbeelden:
- Kippen: pikken elkaar en zichzelf
- Varkens: bijten in de stalen hekken

Slide 15 - Tekstslide

0

Slide 16 - Video

0

Slide 17 - Video

Opdracht:
  • Vul je Word document nu aan met
     
    voorbeelden en uitleg van de begrippen.

HUISWERK:
  • Lezen: 6.3 Afval (+ 6.1 en 6.2 als je dat nog niet hebt gedaan...)
  • Maken: 6.1 opdracht 3, 8, 9, 10
  • Maken: 6.2 opdracht 3, 4, 5, 8, 11, 12a, 14, 15
timer
10:00

Slide 18 - Tekstslide