Les 25 SP

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 4

Les 25; WW spelling.

1. Inchecken: Hoe voel jij je? Hoe voel ik me?
   
2. De vorige les (kort nabespreken).
3. Belangrijk.
4. Opwarmertje: woordenschat.
5. Instructie (TT + VT (zwakke en sterke ww) + voltooid deelwoord).
6. Thuisopdracht (WW spelling en BL)
7. Evaluatie.

Inchecken. Jij & ik.

Hoe voel je je?

1. Fijn/blij/enthousiast
2. Neutraal/rustig/stabiel
3. Droevig/boos/gestrest/pijn

De vorige les: begrijpend lezen / 

werkwoordspelling

De vorige les was de eerste toetsles en haalde je een 6,5. Hoe voelde je je?

We gaan het gemaakte werk samen bespreken. 

• BL: Dierenleed, stop ermee!

2, 4, 8

• Site werkwoordspelling / persoonsvorm t.t. / oefening 1-3.

x

Belangrijk: Is er nog iets dat besproken moet worden, voordat we kunnen starten met de les?

Vanuit jou?

Vanuit mij?

Hoe ging het gesprek gisteren met Meneer Dekkers?

Opwarmertje: Woordenschat.

Doelen: 

• Het vergroten van jouw woordenschat door elke week 15 oefeningen te maken en de woorden en de betekenis te bespreken.     

https://www.taaloefenen.nl/oefenen.html?thiskind=1

  

                                                                                            

Instructie: Werkwoordspelling.

Doel: TT/VT/VOLT.DW

Ik doe het voor:

Werkwoordpakket 16 ´meegaan´.

Jij doet het na:

Werkwoordpakket 16 ´voorschrijven´.

Instructie: Werkwoordspelling.

Doel: TT/VT/VOLT.DW

Je doet het zelf (schrift):

Werkwoordpakket 1 ´bouwen, breien´.

• Is het een sterk of zwak werkwoord? Is het enkelvoud of meervoud?

Instructie: Thuiswerkopdrachten.

We bespreken de thuisopdracht voor begrijpend lezen en voor werkwoordspelling.

Begrijpend lezen

Tekst ´Duiken´ en opdracht 1-7.

Werkwoordspelling

https://www.cambiumned.nl/werkwoordspelling/

• Persoonsvorm tegenwoordige tijd.
• Oefening 3 (20 vragen). Ook opschrijven in je schrift.

Evaluatie: Les 25

Geef op iedere vraag een antwoord om te kijken of de doelen van deze les behaald zijn, om te kijken of er nog veel of weinig oefening nodig is.

Wat betekent: de accu?

Is het werkwoord ´breien´
een sterk of een zwak werkwoord?

De volgende les.

De volgende les is een reguliere les, waarbij werkwoordspelling centraal staat.