Werkwoordspelling - carnaval

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

(worden)
Carnaval ..... ieder jaar uitbundig gevierd in Nederland.

Slide 2 - Open vraag

(noemen)
Met name in het zuiden van het land. Dit wordt ook wel "onder de rivieren" .....

Slide 3 - Open vraag

(plaatvinden)
Het feest ... in de maanden februari of maart .....

Slide 4 - Open vraag

(bepalen)
De precieze carnavalsperiode wordt ..... door Pasen.

Slide 5 - Open vraag

(vallen)
Carnaval ..... altijd zeven weken voor Pasen.

Slide 6 - Open vraag

(vasten)
Vroeger ..... men totdat het Pasen was.

Slide 7 - Open vraag

(organiseren)
Tijdens carnaval worden er van zondag tot en met dinsdag feesten .....

Slide 8 - Open vraag

(houden)
Op veel plaatsen wordt er ook op zaterdag al een optocht ....

Slide 9 - Open vraag

(verkleden)
Er zijn tijdens carnaval volop ..... mensen te zien.

Slide 10 - Open vraag

(worden)
Carnaval ..... duizenden jaren geleden al gevierd.

Slide 11 - Open vraag

(verkleden)
Zelfs de Romeinen ..... zich al tijdens hun feesten.

Slide 12 - Open vraag

(mogen)
Dat deden ze, omdat mensen niet zomaar feest ..... vieren op straat.

Slide 13 - Open vraag

(herkennen)
Door zich te verkleden, hoopten ze niet ..... te worden.

Slide 14 - Open vraag

(bewonderen)
Tegenwoordig kunnen we de meest bijzondere verkleedkleren .....

Slide 15 - Open vraag

(verkopen)
Indianen-, clows-, en politiepakken worden het meest .....

Slide 16 - Open vraag

(gebeuren)
Dit ..... onder andere in Brazilië, Italië, Duistland en België.

Slide 17 - Open vraag

(vieren)
Ook in andere landen op de wereld ..... men carnaval.

Slide 18 - Open vraag

(horen)
Je hebt misschien wel van de beroemde maskers uit Venetië .....

Slide 19 - Open vraag

(vieren)
In Rotterdam wordt ook 's zomers carnaval .....

Slide 20 - Open vraag

(krijgen)
Een stad of dorp ..... tijdens carnaval vaak een andere naam.

Slide 21 - Open vraag