In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
H7 Je eigen omgeving
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we doen?
Welkom
Paragraaf 1 De inrichting van een wijk
Uitleg Vlog eigen omgeving
Aan de slag met je Vlog
Slide 2 - Tekstslide
earth.google.com
Slide 3 - Link
Schaalniveau:
A
Mondiaal
B
continentaal
C
regionaal
D
lokaal
Slide 4 - Quizvraag
Wanneer je van lokaal schaalniveau naar mondiaal schaalniveau gaat ben je aan het ..........
A
Uitzoomen
B
Inzoomen
Slide 5 - Quizvraag
Schaalniveau:
A
Continentaal
B
Regionaal
C
Nationaal
D
Lokaal
Slide 6 - Quizvraag
Schaalniveau?
A
Lokaal
B
Regionaal
C
Mondiaal
D
Continentaal
Slide 7 - Quizvraag
Je eigen omgeving
Wat is je eigen omgeving? Tekening maken:
Wijk
Buurt
voorzieningen
Slide 8 - Tekstslide
Voorziening in de stad
Voorziening op het platteland
Slide 9 - Sleepvraag
Kleine nederzetting
Dicht op elkaar
Tienduizenden inwoners
Hoogbouw
Laagbouw
Grote nederzetting
paar duizend inwoners
veel voorzieningen
weinig voorzieningen
verder uit elkaar
Slide 10 - Sleepvraag
Op de foto zie je een .... De huizen op foto zijn een voorbeeld van...
A
eensgezinswoning/laagbouw
B
eensgezinswoning/hoogbouw
C
meergezinswoning/laagbouw
D
meergezinswoning/hoogbouw
Slide 11 - Quizvraag
Iemand doet twee uitspraken: I In nieuwbouwwijken wordt tegenwoordig meer laagbouw dan hoogbouw gebouwd. II Vooral rijke mensen wonen het liefst in wijken met veel hoogbouw.
A
I en II zijn beide goed
B
I en II zijn beide fout.
C
I is goed en II is fout.
D
I is fout en II is goed.
Slide 12 - Quizvraag
A
Hoogbouw
B
Laagbouw
Slide 13 - Quizvraag
A
Hoogbouw
B
Laagbouw
Slide 14 - Quizvraag
Op de foto zie je een .... De huizen op foto zijn een voorbeeld van...
A
eensgezinswoning/laagbouw
B
eensgezinswoning/hoogbouw
C
meergezinswoning/laagbouw
D
meergezinswoning/hoogbouw
Slide 15 - Quizvraag
Uitleg Vlog
Eindproduct is een vlog. (zie magister opdrachten)
Je werkt in tweetallen en maakt een vlog over jullie buurt.
Inleverdatum: vrijdag 20 mei 2022
Slide 16 - Tekstslide
Zelf aan de slag
1. Topo Nederland invullen SO op 11 april
2. Vlog
--> Onderdeel Ligging maken (via google earth)
--> Onderdeel bewoners wijk
Slide 17 - Tekstslide
7.2 De kinkerbuurt
Slide 18 - Tekstslide
Wat gaan we doen?
Welkom
Uitleg paragraaf 2
Verder werken aan je vlog en topo Nederland
Slide 19 - Tekstslide
Opbouw van de stad
Slide 20 - Tekstslide
Opbouw van de stad (vroeger)
oude centrum
Fabrieken
Oude arbeiders-woningen
Slide 21 - Tekstslide
Stedelijke vernieuwing
Slide 22 - Tekstslide
Stedelijke vernieuwing
Gentrification
Slide 23 - Tekstslide
Een bevolkingssamenstelling kun je weergeven in een grafiek
4.2 De Kinkerbuurt: inrichting en bewoners
Slide 24 - Tekstslide
De Kinkerbuurt heeft een multiculturele samenleving
A
Waar
B
Niet waar
Slide 25 - Quizvraag
Welk kenmerk hoort niet bij de oude Kinkerbuurt?
A
Hoge woningdichtheid.
B
Weinig tuinen, pleintjes of parken.
C
Smalle straten met weinig zonlicht.
D
Grachten met zeventiende-eeuwse huizen.
Slide 26 - Quizvraag
Beoordeel de volgende stellingen. Welk antwoord is juist?
I Met de opbouw van de stad bedoelt men hoe hoog de gebouwen in de stad zijn.
II In de wijken uit de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw staan veel flats.
A
I is juist.
B
II is juist.
C
Beide zijn juist.
D
Beide zijn onjuist.
Slide 27 - Quizvraag
Een verschil tussen de opbouw van een Amerikaanse stad en een Europese stad is dat Europese steden ...
A
geen suburbs hebben.
B
geen CBD hebben.
C
vaak een historisch centrum hebben.
D
vaak de vorm van een koloniale dubbelstad hebben.
Slide 28 - Quizvraag
Welk begrip past het beste bij de volgende situatie: een stel koopt een oud huis in de stad en besluit dat huis op te knappen: dubbel glas, nieuwe badkamer en de elektriciteit wordt vernieuwd.
A
stedelijke vernieuwing
B
renovatie
C
restauratie
D
sloop en nieuwbouw
Slide 29 - Quizvraag
woningen slopen en nieuwbouwen heet...
A
sanering
B
ontwikkeling
C
renovatie
D
stadsvernieuwing
Slide 30 - Quizvraag
Wat kan er gedaan worden om een achterstandswijk te verbeteren?
A
Sloop en nieuwbouw
B
Renovatie
C
Sanering
Slide 31 - Quizvraag
Wat is geen voorbeeld van sanering?
A
Sloop en nieuwbouw
B
Renovatie
C
Bouwen van een buurtcentrum
Slide 32 - Quizvraag
Zelf aan de slag
Verder aan de vlog
--> Afmaken bewoners van de wijk
--> Huizen in de wijk
Slide 33 - Tekstslide
Stad of platteland?
Slide 34 - Tekstslide
Het dorp Beesd
- Platteland
- Landelijk gebied
- sindskort recreatie
Slide 35 - Tekstslide
Het dorp Beesd
Een klein dorp met 3000 inwoners.
Het ligt niet zover bij Utrecht vandaan.
Vroeger: Boeren en landbouw
Nu: Weinig boeren, veel mensen die in de stad werken.
Het ligt op het platteland. Wat zijn kenmerken van het platteland?
Slide 36 - Tekstslide
Urbanisatiegraad
Het percentage (%) stedelingen in een land noem je urbanisatiegraad.
De snelheid waarmee de urbanisatiegraad toeneemt, noem je urbanisatietempo
Slide 37 - Tekstslide
Urbanisatie en suburbanisatie
Voor 1960: vooral urbanisatie
Na 1960: suburbanisatie
Slide 38 - Tekstslide
urbanisatie - suburbanisatie- re urbanisatie
Slide 39 - Tekstslide
Urbanisatie is....
A
De trek van de stad naar het platteland
B
De trek van de plattestad naar het land
C
De trek van het platteland naar de stad
D
De verhuizing van de mensen
Slide 40 - Quizvraag
Stad
Agglomeratie
Stedelijk gebied
Suburbanisatie
Slide 41 - Sleepvraag
Even herhalen .... Maak de juiste combinaties:
In rijke landen groeien steden niet zo snel meer.
Mensen verhuizen naar de stad, bijvoorbeeld omdat er geen werk meer is op het platteland.
Het % mensen dat in steden woont.
Urbanisatie
Verstedelijkingsgraad
Verstedelijkingstempo
Slide 42 - Sleepvraag
Verstedelijking van landelijk gebied door migratie vanuit de stad.
Als bevolking van stad weer toeneemt, naar vele jaren van bevolkingsafname.
Stijging van het aantal mensen dat in de stad woont, ook wel verstedelijking.