H4 leesvaardigheid les 1

argumentatie (2)
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

argumentatie (2)

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
  • Nakijken H3 lezen opdracht 3 en 5
  • Uitleg tegenargumenten en weerleggingen
  • Start opdracht 1

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Hoe gingen deze opdrachten? Geef een cijfer op een schaal van 1 tot 10.

Slide 9 - Open vraag

Je weet al...
  • Wat een standpunt is;
  • Wat argumenten zijn;
  • Wat het verschil is tussen feitelijke en waarderende argumenten;
  • Hoe een overtuigende tekst (betoog) meestal is opgebouwd.  

Slide 10 - Tekstslide

Tegenargument en weerlegging
  • Een schrijver van een overtuigende tekst kan ook laten zien dat er mogelijke argumenten tégen zijn standpunt zijn die niet kloppen. Dit doet hij door tegenargumenten te weerleggen.
  • Met een weerlegging ontkracht je een tegenargument. Je vertelt waarom dat argument niet waar is. 

Slide 11 - Tekstslide

Een voorbeeld
Standpunt: muziek in de klas is een goed idee. 

Van muziek in de klas wordt vaak gezegd dat het slecht is voor de concentratie.
Daar heb ik echter nog nooit iets van gemerkt. Wanneer wij in de klas muziek luisteren, is iedereen met zijn werk bezig. Ook leerlingen die niet naar muziek luisteren, want zij worden niet door anderen afgeleid. Aan het einde van de les heeft dan bijna iedereen zijn huiswerk af. 

Een ander veelgehoord argument tegen muziek in de klas is dat leerlingen er slechter door zouden gaan presteren, maar ook daar blijkt niets van waar te zijn. Integendeel: uit veel onderzoeken blijkt dat muziek absoluut een positief effect heeft op je prestaties. Je ervaart minder stress en je krijgt er een beter gevoel van. Hierdoor heb je meer energie voor de dingen die je moet doen. 

Slide 12 - Tekstslide

Signaalwoorden weerlegging
Signaalwoorden van tegenstelling zijn bijvoorbeeld:

  • maar
  • echter
  • toch
  • daar staat tegenover
  • dat
  • hoewel
  • daarentegen
  • dat ligt heel anders
  • tenzij

Slide 13 - Tekstslide

Oefening
Standpunt: sociale media zijn niet goed voor de maatschappij. 
Tegenargument: Voorstanders van sociale media zeggen dat je op sociale media vriendschappen kunt opbouwen. 
Weerlegging: ...?


Bedenk hoe je het tegenargument van de voorstanders kan weerleggen. Deze weerlegging kun je bij de volgende vraag invullen. 

Slide 14 - Tekstslide

Weerlegging bij: Voorstanders van sociale media zeggen dat je op sociale media vriendschappen kunt opbouwen.

Slide 15 - Open vraag

Aan de slag
Maak van H4 lezen opdracht 1. Maak ook de opdrachten van deze paragraaf weer in je boek + schrift. Deze  opdracht kijken we volgende week in de eerste les na. 

Slide 16 - Tekstslide