Klas 2, chapitre 3 + vocabulaire

Bonjour & bienvenue!
Bonjour & bienvenue!
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Bonjour & bienvenue!
Bonjour & bienvenue!

Slide 1 - Tekstslide

Les nombres
Beantwoord de volgende vragen

Slide 2 - Tekstslide

Les nombres:
deux mille trois cents =
A
230
B
2030
C
2300
D
2330

Slide 3 - Quizvraag

Waar staat 64 goed geschreven?
A
soixante-quatorze
B
soixante-quatre
C
seize- quatre
D
six

Slide 4 - Quizvraag

Welk getal?

Deux-cent-quarante

A
42
B
240
C
200
D
24

Slide 5 - Quizvraag

Waar staat 28 goed geschreven?
A
treize- huit
B
vingt-neuf
C
vingt et huit
D
vingt-huit

Slide 6 - Quizvraag

Quatre-vingt-seize =
A
86
B
96
C
24
D
46

Slide 7 - Quizvraag

Los de volgende som op:
soixante-quinze - vingt-quatre =
(noteer je antwoord letters)

Slide 8 - Open vraag

Los de volgende som op:
quatre-vingt-quatorze + dix-neuf =
(noteer je antwoord in letters)

Slide 9 - Open vraag

Los de volgende som op:
trois-cent-douze - cent-quatre-vingt-un =
(noteer je antwoord in letters)

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Link

Slide 12 - Link

Slide 13 - Link

 het aanwijzend voornaamwoord.

Lees op de volgende slides eerst de uitleg goed door. 

Slide 14 - Tekstslide

Het aanwijzend voornaamwoord

Slide 15 - Tekstslide

Na deze les:
Weet je....
Wat een aanwijzend voornaamwoord is
Hoe het aanwijzend voornaamwoord gebruikt wordt

Kun je...
De juiste vorm van het aanwijzend voornaamwoord gebruiken

Slide 16 - Tekstslide

Aanwijzend voornaamwoord

Slide 17 - Tekstslide

Je hebt in het Nederlands altijd twee van de vier mogelijke vertalingen zoals je in het schema hebt gezien (heb je hem al overgenomen?!). Het maakt niet uit met welke van beide je de vertaling maakt.

Vertaal in je schrift:
1. Ce jean est bleu =
2. Cette chemise est rouge =
3. Ces magasins sont populairs = 
4. Cet hiver n'est pas froid = 

Slide 18 - Tekstslide

vocabulaire



We gaan verder met vocabulaire herhalen en leren! 

Slide 19 - Tekstslide

Noteer Franse benamingen voor kledingstukken 
Les vêtements

Slide 20 - Woordweb

Vertaal de zin:
Je veux utiliser plusieurs couleurs.

Slide 21 - Open vraag

Vertaal de zin:
J'ai perdu le jeu avec mon frère.

Slide 22 - Open vraag

Vertaal de zin:
Les ados sont devant le supermarché .

Slide 23 - Open vraag

Zet de onderdelen van de zin in goede volgorde:
chaussures - des - Cette - blanches. - porte - fille

Slide 24 - Open vraag

Zet de onderdelen in goede volgorde:
Instagram. - acteur - utilise - Cet - célèbre

Slide 25 - Open vraag

Zet de onderdelen in goede volgorde:
font - blagues - Ces - originales. - mecs - des

Slide 26 - Open vraag