Gevuld grootbrood bewaren/beoordelen

Gevuld grootbrood
Bewaren en beoordelen
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
VoedingMBOStudiejaar 3,4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Gevuld grootbrood
Bewaren en beoordelen

Slide 1 - Tekstslide

Waarop beoordeel je gevuld grootbrood?

Slide 2 - Open vraag

De inwendige beoordeling


 1. kleur van de kruim
 2. structuur van de kruim
 3. malsheid of samendrukbaarheid
 4. fijnheid van rijs
5. geur en smaak (aroma)
 6. verdeling van de toevoeging / verhouding kruim : toevoeging
  7. kleur en structuur van de toevoeging (vulling)
  8. samenhang kruim / toevoeging

Slide 3 - Tekstslide

Beoordelen van gevuld grootbrood
De uitwendige beoordeling

1. algemene eerste indruk 
2. volume 
3. kleur van de korst 
4. bakaard (hoe is het gebakken en hoe is de scheuring/werking) 
5. afwerking / model / aangebrachte toevoeging 
6. geaardheid en structuur van de korst 

Slide 4 - Tekstslide

Welke afwijkingen ken je?

Slide 5 - Woordweb

Waarneembaar
Verklaring
gescheurde korst door:
hoge deegtemp
elasticiteit van gluten neemt af
hoge temp rijskast
temp van deeghuid stijgt te snel waardoor de gluten de gasdruk niet kunnen (ver)dragen
werking van vruchtenzuur
vruchtenzuur uit de stukgemaakte vruchten werkt maakt de gluten stuk waardoor het kan scheuren
verwerkingsfout
te strak opmaken of geforceerd uitrollen zorgt dat de gluten scheuren 

Slide 6 - Tekstslide

Waarneembaar
Verklaring
een te kleine volume
te grote bakblikken
veel meer ruimte voor het deeggewicht
te stijf deeg
te weinig water voor de gluten, hierdoor neemt de elasticiteit af en kan het koolzuurgas niet voldoende uitzetten in de kernen.
te zwakke tarwebloem
gluten zijn net sterk genoeg om vulling te dragen
te straffe tarwebloem
te sterke gluten wat een onregelmatige, vaste stuctuur geeft met dikke celwanden
beschadigde toevoeging
vruchtezuur wat hierbij vrijkomt maken de gluten stug. Producten krijgen grijze grove kruim en laag volume

Slide 7 - Tekstslide

Waarneembaar
Verklaring
een plat weggezakt model 
te slap deeg
gluten hebben onvoldoende elasticiteit waardoor het geheel uitzakt
te natte vulling
deeg wordt kleverig en slap. eindproduct zal klein en plat van model worden
opentrekken van de sluiting
verwerkingsfout
krap ingevouwen vulling of te weinig aanhechting
een te groot volume door
afwijkende samenstelling
meer rijsmiddelen waardoor deeg sneller rijst
afwijkende bakcondities
lage baktemp waardoor ovenrijs langer doorgaat omdat gist niet snel afsterft

Slide 8 - Tekstslide

Waardoor zal de korstkleur een afwijking kunnen krijgen?

Slide 9 - Open vraag

Bewaren
Voor een juiste hoedanigheid van de korst zijn de volgende factoren van belang:

  • temperatuur van de bewaaromgeving
  • vochtigheidsgraad van de bewaaromgeving
  • de aard van de toevoegingen.

Slide 10 - Tekstslide

lang bewaren
  1. invriezen (-45 graden)
  2. inpakken en bewaren (-18 graden)
  3. ontdooien. let op! bij het ontdooien kan vocht in de korst trekken waardoor het slof(zacht) kan worden. Haal de broden bij het ontdooien uit de verpakking
kort bewaren
  • onverpakte voorraad
voorkom uitdroging door het tegen elkaar aan te zetten.
bewaar het in een koele tochtvrije ruimte 
  • verpakte voorraad. let op dat de producten goed afgekoeld zijn voordat het verpakt wordt anders krijg je condensvocht wat de broodkorst slap maakt.

Slide 11 - Tekstslide

Let op bij bewaren
Brood is maar een kort moment vers. 
  • Het is een kunst op zich om dit moment vast te houden, zodat brood langer vers lijkt. Het proces van "oudbakken worden" zet al heel snel in, waardoor het brood droog en kruimelig wordt. De oorzaak hiervan is het proces van teruglopen van het zetmeel. Dat wil zeggen dat het zetmeel het eerst opgenomen vocht weer kwijtraakt. De naam van dit proces van het afstoten van water door het zetmeel is "retrogradatie".

  • Het oudbakken worden van brood gaat het snelst tussen +7°C en -7°C. Bewaar brood dus niet in de koelkast en zorg er bij invriezen voor dat je het genoemde temperatuurtraject zo snel mogelijk passeert.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide