Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Pitfalls/valkuilen
Pitfalls/valkuilen
Doel van de les:
Doel van deze les: na deze les weet je welke woorden hetzelfde klinken maar anders schrijft en dus ook een andere betekenis hebben.
Good luck 🍀
1 / 24
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 4
In deze les zitten
24 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Pitfalls/valkuilen
Doel van de les:
Doel van deze les: na deze les weet je welke woorden hetzelfde klinken maar anders schrijft en dus ook een andere betekenis hebben.
Good luck 🍀
Slide 1 - Tekstslide
It's or Its
It's is een afkorting van i
t is.
It is a nice day
Its gebruik je om "bezit" aan te geven.
The dog, its bone.
https://www.englisch-hilfen.de/en/exercises/confusing_words/its.htm
Slide 2 - Tekstslide
Then or Than
Then
gebruik je bij "tijd". Het betekent
toen
of
daarna
Then it was time to go home
.
Than
gebruik je bij vergelijkingen.
That movie was better than the other movie.
https://www.englisch-hilfen.de/en/exercises/confusing_words/then_than.htm
Slide 3 - Tekstslide
Their, There, or They're
Their
betekent "van hun", het geeft bezit aan.
That is their car.
There
betekent "daar" of "er"
My sister is over there.
They're
is een afkorting van
They are
. Het betekent
zij zijn
.
They are not at school.
https://www.englisch-hilfen.de/en/exercises/confusing_words/there_their_theyre2.htm
Slide 4 - Tekstslide
to, too, or two
TO
hoort bij een werkwoord of het betekent "naar toe".
We are going to Spain.
TOO
betekent "te" als in "te veel".
There are too many people here.
TWO
betekent twee.
I have two cats.
Slide 5 - Tekstslide
Most people have ___ hands.
A
two
B
to
C
too
Slide 6 - Quizvraag
Don't stay up ___ late!
A
two
B
to
C
too
Slide 7 - Quizvraag
We're going ___ London next year.
A
two
B
to
C
too
Slide 8 - Quizvraag
When you bake cupcakes, you have ___ use the oven.
A
two
B
to
C
too
Slide 9 - Quizvraag
I love you ___.
A
two
B
to
C
too
Slide 10 - Quizvraag
Five plus ___ is seven.
A
two
B
to
C
too
Slide 11 - Quizvraag
Can we go ___ the supermarket now?
A
two
B
to
C
too
Slide 12 - Quizvraag
His music is ___ loud!
A
two
B
to
C
too
Slide 13 - Quizvraag
Your or You're
Your
geeft bezit aan. Iets is van jou of jullie.
"That is your car."
You're
is een afkorting van
You are
en betekent
jij bent
of
jullie zijn
"You are 15 years old"
Slide 14 - Tekstslide
What's ____ name?
A
your
B
you're
Slide 15 - Quizvraag
I like ____ shoes.
A
your
B
you're
Slide 16 - Quizvraag
____ my best friend!
A
Your
B
You're
Slide 17 - Quizvraag
I think ____ older than her.
A
your
B
you're
Slide 18 - Quizvraag
I borrowed ____ pen.
A
your
B
you're
Slide 19 - Quizvraag
Where / Were / We're:
Where = waar (plaats) We're = we are (wij zijn)
Where
were you last night?
We're
best friends.
Where
are you going?
We're
so happy!
Were = was (waren)
We
were
having dinner.
They
were
always nice to us.
Slide 20 - Tekstslide
____ students.
A
Where
B
We're
C
Were
Slide 21 - Quizvraag
He says ____ stupid.
A
where
B
we're
C
were
Slide 22 - Quizvraag
____ do you live?
A
Where
B
We're
C
Were
Slide 23 - Quizvraag
We ____ just six years old.
A
where
B
we're
C
were
Slide 24 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Pitfalls/valkuilen
15 dagen geleden
- Les met
24 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 4
15 januari 4 KB
Januari 2021
- Les met
23 slides
Engels
Voortgezet speciaal onderwijs
Pitfalls
December 2022
- Les met
29 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 4
Pitfalls
20 dagen geleden
- Les met
29 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 4
Pitfalls
Maart 2023
- Les met
49 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 4
Writing 2 - Pitfalls (part 2)
December 2021
- Les met
49 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 4
Pitfalls and word order
September 2022
- Les met
52 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 4
Pitfalls and word order
November 2021
- Les met
52 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 4