Les 6 hoofdstuk 1

Les 6 hoofdstuk 1
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 55 min

Onderdelen in deze les

Les 6 hoofdstuk 1

Slide 1 - Tekstslide

Organisatie tijd
boeken op tafel
Pen
timer
5:00

Slide 2 - Tekstslide

Lees/ Verwerkingstijd
Maak de vragen bij les 5 af. Klaar?
Lees paragraaf 1.3 van je tekstboek.
Bekijk wat je moet doen voor les 5
in je werkboekje
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Lestijd 15 minuten

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Waar staat (WIC) voor?
A
Wereldwijde champagne
B
West-Indische Compagnie
C
Westindischecompagne
D
West Indische WC

Slide 6 - Quizvraag

De trans-Atlantische slavenhandel was onderdeel van de
A
VOC
B
Handelskapitalisme
C
Driehoekshandel
D
WIC

Slide 7 - Quizvraag

Welke producten verhandelde de WIC?
A
Slaven
B
Wijn
C
Specerijen
D
Graan

Slide 8 - Quizvraag

De WIC voer op
A
Indonesië
B
Suriname
C
Scandinavië
D
Amerika

Slide 9 - Quizvraag

WIC is opgericht in
A
1702
B
1602
C
1721
D
1621

Slide 10 - Quizvraag

Wat is het grootste verschil tussen de VOC en de WIC?
A
De WIC deed aan slavenhandel
B
De VOC deed aan kaapvaart
C
De WIC ging richting het Oosten
D
De VOC werd later opgericht dan de WIC

Slide 11 - Quizvraag

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je de kenmerken van de rijkdom in de Republiek herkennen en uitleggen

Slide 12 - Tekstslide









In de Gouden Eeuw komt 
er meer bevolking in de Republiek

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Meer bevolking betekent ook:
  • Meer ruimte nodig voor huizen, in bijvoorbeeld Amsterdam: uitbreiding met drie brede grachten met grote woonhuizen er langs

  • Meer voedsel nodig: inpolderen en droogmaken van meren, zoals de Beemster en de Wormer (zorgt ook voor minder overstromingen)

Slide 16 - Tekstslide

De molengang, uitgevonden door Simon Stevin.
Gebruikt door Jan Adriaanszoon Leeghwater voor het droogleggen van de Beemster

Slide 17 - Tekstslide

Laat zien dat je het goed hebt 
  • Groei van economie zorgden ervoor dat er veel vraag was naar werkkrachten. 
  • Armen konden, wanneer ze niet rond konden komen, gratis brood halen. Dit was om de ergste armoede te verzachten: bedeling. 
  • Schilderijen en netheid. (blz. 15 bron 16 tekstboek)

Slide 18 - Tekstslide

Rijk in de Gouden Eeuw
  • Welvaart door handel

  • Pronken 
    - Buitenhuizen en stadshuizen
     - Kunst: classicisme:  stijl in de kunst en architectuur die de bouwkunst van de klassieke oudheid nadoet
    - Rembrandt van Rijn: De Nachtwacht

  • Paleis op de dam

Slide 19 - Tekstslide

0

Slide 20 - Video

Het rijke leven
  • Leven in Amsterdam
    - Koets
  • Voedsel
    - Witbrood, vis en vlees, weinig fruit
    - Veel suikergoed
  • Bij ziekte
    - dokter

Slide 21 - Tekstslide

Arm in de Gouden Eeuw
  • Hoge lonen, hoge prijzen
    - zware belastingen moesten door armen worden betaald

  • Liefdadigheid vanuit de kerk en bedeling: uitdelen van brood en turf aan de armen

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Het arme leven
  • Leven in Amsterdam
    - Trekschuit
  • Voedsel
    - Roggebrood, boekweitpap, melk, soms kaas en vis
    - Weinig groente en fruit
    Bij ziekte:
  • - Chirurgijn

Slide 24 - Tekstslide

...en arm
  • Ambachtslieden en winkeliers: er hoefde maar iets te gebeuren, waardoor ze in de problemen kwamen. Bijvoorbeeld: stijging van broodprijzen

  • Meer dan de helft van de inwoners van Amsterdam hadden geen vast werk en/of inkomen

  • In het oosten en noorden van Nederland kwam er nog veel meer armoede voor: mensen leefden vooral als 'kleine' boer. Voor hen leverde de handel niet zo veel op. 

Slide 25 - Tekstslide

Armenzorg
  • Ongeveer 15% van de Amsterdamse bevolking leefde van de armenzorg

  • Armenzorg, via: kerk, gilde, de stad en soms rijken

  • Rasphuis: soort gevangenis waarin je tucht (=discipline en gehoorzaamheid) werd bijgebracht, door hard te werken

Slide 26 - Tekstslide

Pauzemomentje
timer
4:00

Slide 27 - Tekstslide

Werktijd max. 20 min.
  1. Maak de vragen bij les  5en 6 in je werkboekje af
  2. Klaar? Lees alvast paragraaf 1.4 voor de volgende les en/of  help andere leerlingen.
timer
20:00
timer
10:00
timer
15:00

Slide 28 - Tekstslide

Afsluiting
Schrijf 3 woorden op die je deze les hebt geleerd en licht deze toe
timer
5:00

Slide 29 - Tekstslide