Proefles 17-06-2022

Leestekens: komma en dubbele punt
17 juni 2022
Leestekens:
dubbele punt en komma
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Leestekens: komma en dubbele punt
17 juni 2022
Leestekens:
dubbele punt en komma

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opbouw les
  • Uitleg en oefeningen komma's.
  • Uitleg en oefeningen dubbele punt.
  • (Toepassen uitleg komma's en dubbele punt).

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Komma

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom gebruik je een komma?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoek de fout

Waar ontbreekt de komma?
 

Wat doet dit met de betekenis van de zin? 

Slide 5 - Tekstslide

De komma ontbreekt in de titel. Het zou moeten zijn: 'Schiet op, Griekenland!'

 In de huidige vorm (zonder komma) betekent de zin eigenlijk dat je 15 jaar lang beschikbaar zou moeten zijn.

Bron: http://www.upcoming.nl/rick/657/16-hilarische-zinnen-met-vergeten-leestekens

Zoek de fout 

Waar ontbreekt de komma?

Wat doet dit met de betekenis van de zin?

Slide 6 - Tekstslide

De komma ontbreekt in de volgende zin:
'Ben je minimaal 15 jaar beschikbaar op twee avonden en op zaterdag.'
 
De komma moet achter '15 jaar'. Zo dus: Ben je minimaal 15 jaar, beschikbaar op twee avonden en op zaterdag?

 In de huidige vorm (zonder komma) betekent de zin eigenlijk dat je 15 jaar lang beschikbaar zou moeten zijn.


Waarom gebruik je een komma?

Slide 7 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Waar plaats je de komma? - Opdracht
  • Werk samen in duo's.
  • Kijk naar de zinnen op de volgende pagina, waarom staat de komma juist op die plek?
  • Noteer samen in het kort de regel.
  • Bijvoorbeeld:
    1. Wat zij gepresteerd heeft, is heel opmerkelijk.
  • Er komt een komma tussen heeft en is, omdat dit in beide gevallen de persoonsvorm is.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht - zin 1 t/m 4
1. Zij vertelde het aan iedereen, hoewel de informatie vertrouwelijk was.
2. De mensen die te hard reden, kregen een boete.
3. Ik had Nederlands, Engels, Duits en economie in mijn vakkenpakket.
4. Mieke, het zusje van Gaby, gaat volgende week voor het eerst naar school.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vul hier per zin in waarom er volgens jullie een komma moet komen.

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Soms maakt het uit waar je de komma plaatst...

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar plaats je de komma?
De leerlingen, die een acht of hoger hadden gehaald voor hun proefwerk, hoefden de volgende les niet aanwezig te zijn.
En:
De leerlingen die een acht of hoger hadden gehaald voor hun proefwerk, hoefden de volgende les niet aanwezig te zijn.
De leerlingen, die een acht of hoger hadden gehaald voor hun proefwerk, hoefden de volgende les niet aanwezig te zijn.

En

De leerlingen die een acht of hoger hadden gehaald voor hun proefwerk, hoefden de volgende les niet aanwezig te zijn.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hij eet graag cornflakes, havermoutpap, boterhammen met choco en spiegeleieren.
Of
Hij eet graag cornflakes, havermoutpap, boterhammen met choco, en spiegeleieren.

Hij eet graag cornflakes, havermoutpap, boterhammen met choco en spiegeleieren.

Of

Hij eet graag cornflakes, havermoutpap, boterhammen met choco, en spiegeleieren.
(Hier maakt de komma voor en, de zin duidelijker)

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je plaatst dus een komma:
• Als je een korte pauze hoort in een zin.
• Tussen de delen van een opsomming in een zin.
   Als er tussen de laatste twee delen een voegwoord staat (en     of of), schrijf je geen komma.
  • Tussen twee persoonsvormen in een zin die niet bij elkaar horen.
      Als het goed is, komt Lindsey zo hierheen.


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

En
  • Als iemand met zijn naam wordt aangesproken. Na de naam komt dan een komma.
  • Jeroen, kom je vanmiddag ook?
  • Tussen een hoofdzin en een bijzin.
    Ik sta morgen vroeg op, als ik goed slaap.
  • Vóór voegwoorden als hoewel, omdat, zodat, opdat, indien, maar, aangezien en terwijl (maar meestal niet voor dat, daar lees je een pauze).
  • Voor en is een komma meestal niet nodig.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zet de komma op de goede plek:
Marijn kun je me even helpen?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Zet de komma op de goede plek:
Voor ik naar huis ga moet ik nog even boodschappen doen.

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Zet de komma op de goede plek:
Mevrouw De Boer onze docent Engels is al twee weken ziek.

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Zet de komma op de goede plek:
Noor mag niet stemmen omdat ze nog geen 18 is.

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Dubbele punt

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer gebruik je een dubbele punt?

Slide 21 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Een dubbele punt gebruik je
•    Voor een opsomming:
Fatih is al in veel verre landen geweest: Marokko, Turkije, Egypte, India en Peru.
•    Voor een uitleg:
Let op: kinderen krijgen hier geen korting!
•    Voor de directe rede:
Harold zegt: 'Kun jij me helpen met de voorbereiding van de teambespreking?’

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zet de dubbele punt op de goede plaats.
Dit betekent dat je een ander leesteken (komma, punt) moet vervangen door een dubbele punt.
1. De samenstelling van de regering is, koning en ministers

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Zet de dubbele punt op de goede plaats.

Mia zegt verontwaardigd, 'Waar haal je die onzin toch vandaan?'

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Zet de dubbele punt op de goede plaats.

Willy heeft de nieuwste iPhone, een telefoon met gezichtsherkenning.

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht - 15 minuten
  • Jullie krijgen zo een tekst van mij.
  • Je gaat in tweetallen de tekst doorlezen.
  • Plaats komma's waar die volgens jullie moeten worden geplaatst.
  • Noteer ook per komma waarom dat volgens jullie moet.
  • Klaar? Wissel jullie tekst dan uit met een ander duo.
  • Controleer elkaars tekst.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Controle:
Weet je minstens twee plekken te noemen waar je een komma plaatst?

Slide 27 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

En een dubbele punt?

Slide 28 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Bedankt voor jullie aandacht.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies