Oefenen met tekstdoelen en tekstverbanden

Oefenen met tekstdoelen en tekstverbanden

Doel:
*Je (her)kent de verschillende tekstdoelen.
*Je (her)kent de verschillende tekstsoorten.
*Je (her)kent de verschillende tekstverbanden.
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Oefenen met tekstdoelen en tekstverbanden

Doel:
*Je (her)kent de verschillende tekstdoelen.
*Je (her)kent de verschillende tekstsoorten.
*Je (her)kent de verschillende tekstverbanden.

Slide 1 - Tekstslide

Sleep de tekstsoorten naar het juiste tekstdoel
Informeren
Activeren
Overtuigen
Amuseren

Slide 2 - Sleepvraag

Sleep de tekstsoorten naar het juiste tekstdoel
Gevoelens oproepen
Mening geven
Uitleggen

Slide 3 - Sleepvraag

Het onderwerp van een tekst
Een alinea
Een deelon-
derwerp
Een tussenkopje
In 1 of 2 woorden waar de tekst over gaat. 
Een groepje zinnen dat bij elkaar hoort.
In 1 of 2 woorden waar de alinea over gaat.
Een titel boven een alinea.

Slide 4 - Sleepvraag

Inleiding
Middenstuk
Slot
Deelonderwerp
Je maakt kennis met het onderwerp van de tekst
Hierin staat de meeste informatie van de tekst.
Het belangrijkste uit de tekst wordt herhaald. 
Het onderwerp van een alinea. 

Slide 5 - Sleepvraag

Ik ga graag op vakantie naar Italië, maar ik houd niet van pizza's.
A
Tekstverband: opsomming
B
Tekstverband: tegenstelling
C
Tekstverband: reden
D
Tekstverband: voorbeeld

Slide 6 - Quizvraag

Snorkelen is mijn favoriete hobby, daarnaast houd ik van lezen.
A
Tekstverband: opsomming
B
Tekstverband : tegenstelling
C
Tekstverband: reden
D
Tekstverband: voorbeeld

Slide 7 - Quizvraag

Ze heeft mijn brief nooit ontvangen, doordat ik de postzegel ben vergeten.
A
Tekstverband: oorzaak-gevolg
B
Tekstverband: reden
C
Tekstverband: conclusie
D
Tekstverband: middel-doel

Slide 8 - Quizvraag

Om koning te kunnen worden, moest Stach zeven opdrachten volbrengen.
A
Tekstverband: oorzaak-gevolg
B
Tekstverband: reden
C
Tekstverband: conclusie
D
Tekstverband: middel-doel

Slide 9 - Quizvraag

Marijke is gek op dieren. Daarom wil ze later dierenarts worden.
A
Tekstverband: oorzaak-gevolg
B
Tekstverband: reden
C
Tekstverband: conclusie
D
Tekstverband: middel-doel

Slide 10 - Quizvraag

Het was dus niet zo erg!
A
Tekstverband: oorzaak-gevolg
B
Tekstverband: reden
C
Tekstverband: conclusie
D
Tekstverband: middel-doel

Slide 11 - Quizvraag

Doel:
*Je (her)kent de verschillende tekstdoelen.
*Je (her)kent de verschillende tekstsoorten.
*Je (her)kent de verschillende tekstverbanden.

Slide 12 - Tekstslide