6.5 Sociaal gedrag

6.5 sociaal gedrag bij dieren
Leerdoelen:
- Je kunt uitleggen wat sociaal gedrag is en hoe dit gedrag de overlevingskansen van organismen beïnvloedt.
- Je kunt uitleggen hoe sociaal gedrag evolueert.
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

6.5 sociaal gedrag bij dieren
Leerdoelen:
- Je kunt uitleggen wat sociaal gedrag is en hoe dit gedrag de overlevingskansen van organismen beïnvloedt.
- Je kunt uitleggen hoe sociaal gedrag evolueert.

Slide 1 - Tekstslide

Sociaal gedrag
  • = gedrag van soortgenoten ten opzichte van elkaar.

  • Handelingen van individu = signalen voor anderen.
  • Het is eigenlijk gewoon communiceren

Slide 2 - Tekstslide

Signalen
Bij sociaal gedrag zijn signalen die individuen afgeven aan elkaar heel belangrijk

Signalen dienen als prikkels in sociaal gedrag en maken informatieoverdracht (communicatie) mogelijk

Slide 3 - Tekstslide

Signalen
Signalen kunnen worden afgegeven via:
  1. Geuren
  2. Kleuren
  3. Geluiden
  4. Houdingen
  5. Gebaren

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Vormen van sociaal gedrag

  • Samenlevingsvorm
  • Rangorde (pikorde)
  • Voortplantingsgedrag (balts/bronst)
  • Territoriumgedrag
  • Conflictgedrag (overspronggedrag) 

Slide 6 - Tekstslide

Samenlevingsvorm
- solitair (Tijgers)
- paren (vissen, vogels, zoogdieren)
- groepen (insecten, vissen, vogels, zoogdieren)

waar binnen valt de mens biologisch gezien? 

Slide 7 - Tekstslide

Rangorde 
  • Conflicten voorkomen  
  • --> Dreig- en imponeergedrag (giraffe)
  • --> Verzoeningsgedrag (baviaan)

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Termen voortplantingsgedrag
Balts = gedrag voor het paren 
bronst = periode van paringsbereidheid

Slide 10 - Tekstslide

Voortplantingsgedrag
Functie Balts:
- opvallend, partners aantrekken 
- vergroot de bereidheid tot paren
- verlaagt agressief gedrag
- paarband versterken

- soortspecifiek: voorkomt dat verschillende soorten met elkaar gaan proberen voortplanten

Slide 11 - Tekstslide

Voortplantingsgedrag
Broedzorg: man of vrouw of beiden zorgen voor de nakomelingen 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Territoriumgedrag en conflictgedrag
  • Territorium: gebied met voedsel en ruimte om nakomelingen groot te brengen. 
  •  Dreiggedrag: wegjagen concurrentie

  • Conflictgedrag = Gedrag als de motivatie voor twee verschillende gedragssystemen even groot is 
  • Vb conflictgedrag: Oversprong gedrag

Slide 14 - Tekstslide

Overspronggedrag
Wanneer dreiggedrag lang duurt kan overspronggedrag optreden. 

Ze kunnen niet kiezen tussen aanvallen en vluchten. 

Laten gedrag zien dat 'niet passend' is bij de situatie. 

Slide 15 - Tekstslide

OVERSPRONGGEDRAG
Ook mensen hebben overspronggedrag!

Bv.  op je hoofd krabben als je niet weet wat je moet doen...

Slide 16 - Tekstslide

Dit is een voorbeeld van..
A
dreiggedrag
B
overspronggedrag
C
baltsgedrag
D
omgericht gedrag

Slide 17 - Quizvraag

Territorium - Territoriumgedrag
Wat is NIET waar?

A
Een territorium is een eigen leefgebied
B
De grenzen van een territorium worden afgebakend
C
Vooral vrouwtjes bewaken het territorium
D
Het territorium wordt verdedigd door te dreigen en evt. te vechten is territoriumgedrag

Slide 18 - Quizvraag

Twee katers die hevig naar elkaar dreigen, gaan plotseling beide hun vacht schoonlikken.

Hoe heet het gedrag dat de katten dan vertonen?
A
imponeergedrag
B
overspronggedrag
C
omgericht gedrag
D
ambivalent gedrag

Slide 19 - Quizvraag

Bij veel dieren die in groepen leven is er sprake van een rangorde. Wat is een rangorde?
A
De volgorde van dieren van oud naar jong
B
De volgorde waarin dieren mogen eten
C
Het oudste dier is de baas
D
Ieder dier kent zijn plaats

Slide 20 - Quizvraag

Hoe heet het gedrag wat je vertoont (naar een organisme in een hogere orde) om een conflict te vermijden
A
overgeefgedrag
B
imponeergesdrag
C
statengedrag
D
verzoeningsgedrag

Slide 21 - Quizvraag

Bas heeft zijn 4 kippen geobserveerd om te kijken wie elkaar pikt. Zijn resultaten:
*kip 1 pikt kip 4
*kip 2 pikt kippen 1, 3 en 4
*kip 3 pikt kip 1 en 4
Wat is de rangorde in de ze groep?

A
kip 2 staat boven aan de rangorde, kip 4 onderaan
B
kip 4 staat boven aan de rangorde, kip 2 onderaan
C
de volgorde in rangorde is kip 3, 4, 2 en als laatste 1
D
de volgorde in rangorde is kip 2, 4,3 en als laatste 1

Slide 22 - Quizvraag

Maken opdrachten 
6.3, 6.4 en 6.5 


Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Slide 25 - Video