les 15 poëzieanalyse 3 (zonder antw)

5h poëzieanalyse les 3
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

5h poëzieanalyse les 3

Slide 1 - Tekstslide

5h poëzieanalyse
- Opdracht B en C nakijken
- oefenen met stijlfiguren (herhaling)
- nieuwe theorie: rijmschema's
- zelf oefenen

Slide 2 - Tekstslide

SE poëzieanalyse
In de toetsweek, weging 10, 45 minuten
Ik kan…
  • Rijmschema’s herkennen (eindrijm en beginrijm)
  • Beeldspraak herkennen (vergelijking, metafoor, personificatie, metonymia)
  • Stijlfiguren herkennen (hyperbool, antithese, repetitio, paradox, eufemisme, understatement, woordspeling)
  • Dichtvormen herkennen (limerick, haiku, sonnet, visuele poëzie, 160, naamdicht, pastiche)
  • Je leert het door te oefenen, literair talent is niet nodig!

Slide 3 - Tekstslide

SE poëzieanalyse
In de toetsweek, weging 10, 45 minuten
Ik kan…
  • Rijmschema’s herkennen (eindrijm en beginrijm)
  • Beeldspraak herkennen (vergelijking, metafoor, personificatie, metonymia)
  • Stijlfiguren herkennen (hyperbool, antithese, repetitio, paradox, eufemisme, understatement, woordspeling)
  • Dichtvormen herkennen (limerick, haiku, sonnet, visuele poëzie, 160, naamdicht, pastiche)
  • Je leert het door te oefenen, literair talent is niet nodig!

Nieuwe theorie

Terugblik

Slide 4 - Tekstslide



Antithese: echte tegenstelling
- Hij is haat en zij is liefde
- Ik blijf bij jou in ziekte en gezondheid
- We steunen elkaar door dik en dun
- De natuur lonkt en de stad wacht


Paradox: een schijnbare tegenstelling
- Ik lieg nooit, sprak de leugenaar
- Geloof niet in alles wat je denkt
- Niets is helemaal waar en zelfs dat niet

Stijlfiguren: antithese en paradox

Slide 5 - Tekstslide

Welk stijlfiguur herken je?
Kies uit:
hyperbool,
understatement,
eufemisme,
antithese,
paradox,
repetitio en
woordspeling.

Slide 6 - Tekstslide

Ik noem je

ik noem je: bloemen
ik noem je: merel in de vroegte
ik noem je: mooi
ik noem je: narcissen in de nacht
waaroverheen de wind strijkt
naar mij toe
ik noem je: bloemen in de nacht

(Jan Hanlo)




Welk stijlfiguur herken je?
Kies uit:
hyperbool,
understatement,
eufemisme,
antithese,
paradox,
repetitio en
woordspeling.

Slide 7 - Tekstslide






Als ik dingen denk te durven
grijpt juist de angst me bij de lurven
En als ik dingen beter laat
dan nooit


(Merel Morre)

Welk stijlfiguur herken je?
Kies uit:
hyperbool,
understatement,
eufemisme,
antithese,
paradox,
repetitio en
woordspeling.

Slide 8 - Tekstslide






Als ik dingen denk te durven
grijpt juist de angst me bij de lurven
En als ik dingen beter laat
dan nooit


(Merel Morre)

Welk stijlfiguur herken je?
Kies uit:
hyperbool,
understatement,
eufemisme,
antithese,
paradox,
repetitio en
woordspeling.

Herken je hier een enjambement?

Slide 9 - Tekstslide






Bijna nooit zie je een vogel in de lucht
zich bedenken, zwenken, terug. (Judith Herzberg)

Herken je hier een enjambement?

Slide 10 - Tekstslide





De achttien doden
Een cel is maar twee meter lang
en nauw twee meter breed,
Wel kleiner nog is het stuk grond,
dat ik nu nog niet weet,
maar waar ik naamloos rusten zal,
mijn makkers bovendien,
wij waren achttien in getal,
geen zal de avond zien.
(Jan Campert)




Welk stijlfiguur herken je?
Kies uit:
hyperbool,
understatement,
eufemisme,
antithese,
paradox,
repetitio en
woordspeling.

Slide 11 - Tekstslide





Misschien

Misschien zijn we
juist nu we van alles vinden
pas echt iets verloren

(Merel Morre)





Welk stijlfiguur herken je?
Kies uit:
hyperbool,
understatement,
eufemisme,
antithese,
paradox,
repetitio en
woordspeling.

Slide 12 - Tekstslide

Welk stijlfiguur herken je?
Kies uit:
hyperbool,
understatement,
eufemisme,
antithese,
paradox,
repetitio en
woordspeling.

Slide 13 - Tekstslide

Nieuwe theorie blz. 3
Soorten rijm
En rijmschema's bij eindrijm

Slide 14 - Tekstslide

Lees het gedicht 'De Dapperstraat' 
J.C. Bloem 1887-1966
op blz. 2 van de bloemlezing

Maak hierbij de opdracht op blz. 6





Slide 15 - Tekstslide

Lees het gedicht 'De Dapperstraat'
J.C. Bloem 1887-1966
op blz. 2 van de bloemlezing
Maak hierbij de opdracht op blz. 6

1945



Slide 16 - Tekstslide

Lees het gedicht 'De Dapperstraat'
op blz. ?
Maak hierbij de opdracht op blz. 6

1945



[Het gedicht is]'niets anders dan het uitspreken van een liefde voor de stad in het algemeen, in welke van haar aspecten ook, tegenover wat er tegenwoordig nog van het platteland is overgebleven.'
J.C. Bloem

Slide 17 - Tekstslide

Vaste dichtvorm: sonnet

  • 13e eeuw, Italië
  • 14 regels
      2 kwatrijnen (strofe van 4)
                                                         =octaaf
      2 terzinen (strofe van 3)
                                                         = sextet
  • vast rijmschema (abba abba cdc dcd)
  • wending


(blz. 7 en 8)

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Link