week 22 - describir personas + aanwijzend vnw.

Buenos días
¿Qué vamos a hacer?
  • aanwijzend vnw.
  • describir personas
Miércoles, 31 de mayo
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Buenos días
¿Qué vamos a hacer?
  • aanwijzend vnw.
  • describir personas
Miércoles, 31 de mayo

Slide 1 - Tekstslide

SO bespreken

Slide 2 - Tekstslide

Noteer in je agenda
Woensdag 7 juni
leren: woordjes 3.1

Plan 4 leermomenten in.

Slide 3 - Tekstslide

A refrescar...
Leerdoel: pretérito imperfecto 

Slide 4 - Tekstslide

Aanwijzend voornaamwoord in het Spaans. 
aquí
ahí
allí
afstand 
tot 
spreker
enkelvoud
meervoud
mannelijk
vrouwelijk
este
ese
aquel
esta
esa
aquella
estos
esos
aquellos
estas
esas
aquellas

mannelijk
vrouwelijk

Slide 5 - Tekstslide

Afstand tot de spreker

Slide 6 - Tekstslide

Waar moet je op letten:
  • Het aanwijzend voornaamwoord richt zich naar het zelfstandig naamwoord wat erachter staat. Is dit vrouwelijk of meervoud, dan verandert het dus. Vb: este libro, esta casa, estos libros, estas casas
  • Let goed op of de volgende woorden in de zin staan: aquí (hier), ahí (daar), allí (daarginds, ver weg). Hieraan kan je zien welk aanwijzend vnw. je moet gebruiken. 
  • esto/eso/aquello gebruik je als je niet naar een specifiek zelfstandig naamwoord verwijs. Het wordt dus algemeen gebruikt. ¿Qué es eso? Wat is dat?

Slide 7 - Tekstslide

aanwijzend vnw --> stappenplan
stap 1: zoek in de zin aquí, ahí of allí
stap 2: is het woord mannelijk of vrouwelijk?
stap 3: staat het woord in enkelvoud of meervoud?
stap 4: kijk in het schema welk aanwijzend vnw. je moet gebruiken. (schema pag. 40)

Slide 8 - Tekstslide

________ falda aquí es muy bonita.
A
esta
B
ese
C
aquella
D
este

Slide 9 - Quizvraag

_________ chicos allí son mis compañeros de clase.
A
esas
B
esos
C
aquellos
D
aquellas

Slide 10 - Quizvraag

__________ casa allí me gusta mucho.
A
este
B
esa
C
aquella
D
aquel

Slide 11 - Quizvraag

¿De quién son _________ libros de ahí?
A
aquellos
B
esos
C
aquellas
D
esas

Slide 12 - Quizvraag

________ libros que están en la mesa aquí son de Javi.
A
estos
B
esos
C
estas
D
esas

Slide 13 - Quizvraag

¿__________ mochila que tengo aquí es tuyo?
A
ese
B
este
C
esta
D
esa

Slide 14 - Quizvraag

A practicar
ej. 5 y 6
LA: pág. 53

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Link

11

Slide 17 - Video

00:36
¿Cómo son los gigantes?
A
son muy grandes
B
son muy altas
C
son muy altos

Slide 18 - Quizvraag

00:45
¿Qué tiene el gigante?

Slide 19 - Open vraag

00:50
¿Cómo es la giganta?
A
es morena y tiene el pelo corto
B
es morena y tiene el pelo largo
C
es moreno y tiene el pelo largo

Slide 20 - Quizvraag

00:59
El gigante lleva......y tiene.....
A
gafas, la boca grande
B
el pelo corto, la nariz grande
C
gafas, la nariz grande
D
el pelo corto, la boca grande

Slide 21 - Quizvraag

01:09
¿Cómo es la giganta?

Slide 22 - Open vraag

01:27
¿Cómo es el pelo?
A
corto y liso
B
corto y rizado
C
largo y rizado
D
largo y liso

Slide 23 - Quizvraag

01:36
Este gigante es.....

Slide 24 - Open vraag

02:02
El gigante tiene ...

Slide 25 - Open vraag

02:19
Es.... y tiene la cabeza muy ....
A
alto, grande
B
bajo, pequeña
C
bajo, grande
D
alto, pequeña

Slide 26 - Quizvraag

02:47
El gigante es....

Slide 27 - Open vraag

03:13
El gigante es ......, tiene....., y el pelo......
A
rubio, barba, rizado
B
moreno, bigote, rizado
C
moreno, barba, liso
D
moreno, barba, rizado

Slide 28 - Quizvraag

Vamos a jugar
¿Quién es quién?
module pág. 43

Slide 29 - Tekstslide

Tarea final
module pág. 11

Slide 30 - Tekstslide