12 sept - persoonsvorm/ werkwoorden

Grammatica blok 1
Hoe vind je de persoonsvorm?
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Grammatica blok 1
Hoe vind je de persoonsvorm?

Slide 1 - Tekstslide

Op welke twee manieren kun je de persoonsvorm vinden?

Slide 2 - Open vraag

Verander de zin van tijd.
Vanochtend ging ik op tijd naar school.

Slide 3 - Open vraag

Verander de zin van tijd.
De minister bedankte zijn collega met een handdruk.

Slide 4 - Open vraag

Persoonsvorm
De persoonsvorm is altijd een werkwoord.
De persoonsvorm is altijd een werkwoord. 
De persoonsvorm is altijd een werkwoord. 
De persoonsvorm is altijd een werkwoord. 
De persoonsvorm is altijd een werkwoord.  

Slide 5 - Tekstslide

De persoonsvorm
Een soort werkwoord.
Er is altijd één persoonsvorm!

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeld van zo'n latig werkwoord:


hij verdient veel geld

hij heeft veel geld verdiend

Slide 7 - Tekstslide

Werkwoorden (ww)
In een zin staat ten minste één werkwoord.
Er zijn ook zinnen met meer dan één werkwoord.
Een werkwoord zegt wat iets of iemand doet of wat iets of iemand overkomt.

Een werkwoord kun je vervoegen. Je geeft het dan verschillende werkwoordsvormen:
lachen: lach - lacht- lachen- lachte- lachten- gelachen - lachend
vallen: val - valt- vallen - viel - vielen - gevallen - vallend

Slide 8 - Tekstslide

Werkwoorden
De persoonsvorm is altijd een werkwoord.

Er zijn regels om die werkwoorden goed te schrijven.

Slide 9 - Tekstslide

Theorie werkwoorden 
Een werkwoord is een woordsoort.
Een werkwoord zegt wat iets of iemand kan doen of wat er gebeurt.
In een zin staat tenminste één werkwoord.

Er zijn werkwoorden met een onduidelijke betekenis zoals: hebben, zullen, kunnen, worden of zijn. 

Slide 10 - Tekstslide

Wat is de persoonsvorm in de zin?
De loempia's vliegen door de lucht.

Slide 11 - Open vraag

Wat is de persoonsvorm?
'Er worden zeventien katten gevoerd.'
Tekst

Slide 12 - Open vraag

Wat is de persoonsvorm?
'Tien dagen per jaar is het feest in Hengelo.'

Slide 13 - Open vraag

Wat is de persoonsvorm in de zin?
'Met hoeveel mensen mogen we tegenwoordig nog feest vieren?'

Slide 14 - Open vraag

Huiswerk voor di 14 sept
Maken opdr, 15, 16 en 17

Leren: wat is het hele werkwoord?

Slide 15 - Tekstslide