introductie + 1.1 h4
1 / 34
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
1 Het elektrisch vermogen is de hoeveelheid elektrische energie die per seconde in een apparaat of lamp omgezet wordt
A
waar
B
niet waar
Slide 17 - Quizvraag
2 Kilowattuur is een eenheid van vermogen.
A
waar
B
niet waar
Slide 18 - Quizvraag
3 In een elektriciteitscentrale wordt elektrische energie opgewekt met een generator (een grote dynamo).
A
waar
B
niet waar
Slide 19 - Quizvraag
4 Kernenergie is een duurzame energiebron.
A
waar
B
niet waar
Slide 20 - Quizvraag
5 Het rendement is het percentage van de elektrische energie dat nuttig gebruikt wordt.
A
waar
B
niet waar
Slide 21 - Quizvraag
7 Een spanningsbron levert altijd evenveel stroom.
A
waar
B
niet waar
Slide 22 - Quizvraag
8 Alle stoffen bevatten elektronen.
A
waar
B
niet waar
Slide 23 - Quizvraag
9 Als er stroom door een stroomdraad loopt bewegen er elektronen.
A
waar
B
niet waar
Slide 24 - Quizvraag
10 Vloeistoffen geleiden geen stroom.
A
waar
B
niet waar
Slide 25 - Quizvraag
11 Elektronen worden aangetrokken door de minpool van een batterij en afgestoten door de pluspool.
A
waar
B
niet waar
Slide 26 - Quizvraag
12 De stroomsterkte door een ohmse weerstand is evenredig met de spanning over die weerstand.
A
waar
B
niet waar
Slide 27 - Quizvraag
13 Een dikke stroomdraad heeft een kleinere weerstand dan een dunne stroomdraad.
A
waar
B
niet waar
Slide 28 - Quizvraag
14 Een lamp verbruikt stroom.
A
waar
B
niet waar
Slide 29 - Quizvraag
15 De spanning over twee parallel geschakelde lampen is altijd gelijk.
A
waar
B
niet waar
Slide 30 - Quizvraag
16 De stroomsterkte door twee in serie geschakelde lampen is altijd gelijk.
A
waar
B
niet waar
Slide 31 - Quizvraag
17 Een zekering (stop) beveiligt de elektrische installatie thuis tegen het weglekken van stroom.
A
waar
B
niet waar
Slide 32 - Quizvraag
18 In een parallelschakeling is de totale weerstand gelijk aan de aparte weerstanden bij elkaar opgeteld.
A
waar
B
niet waar
