Hoe vind je de persoonsvorm ook alweer?
PV in tt: ik- vorm ik loop, werk ik
ik-vorm bij je/jij achter de pv: word je, praat jij
Ik-vorm +t bij de rest: jij vindt, mevrouw werkt, Jordy wandelt.
Meervoud: het hele werkwoord wij lopen, zij werken, de leerlingen lachen