Spaans | VTK les 3

Spaans | VTK les 3
!Hola! 
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansPraktijkonderwijsLeerjaar 2

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 75 min

Onderdelen in deze les

Spaans | VTK les 3
!Hola! 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

0

Slide 7 - Video

Wat is het persoonlijk voornaamwoord voor 'jij' in het Spaans?
A
Yo
B
Nosotros
C
Ella
D

Slide 8 - Quizvraag

Hoe zeg je 'zij' (meervoudig) in het Spaans?
A
Nosotros
B
C
Ella
D
Ellos

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het persoonlijk voornaamwoord voor 'wij' in het Spaans?
A
Nosotros
B
Ella
C
D
Ellos

Slide 10 - Quizvraag

Hoe zeg je 'hij' in het Spaans?
A
B
Ella
C
Nosotros
D
Él

Slide 11 - Quizvraag

Wat is het persoonlijk voornaamwoord voor 'zij' (enkelvoudig, vrouwelijk) in het Spaans?
A
B
Nosotros
C
Él
D
Ella

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Video

Hoe vervoeg je het werkwoord 'poder' in de tegenwoordige tijd voor 'ik' (yo)?
A
podos
B
pude
C
pode
D
puedo

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de juiste vervoeging van 'poder' voor 'jij' (tú) in de tegenwoordige tijd?
A
puedes
B
poder
C
poderes
D
puedas

Slide 15 - Quizvraag

Hoe wordt 'poder' correct vervoegd voor 'wij' (nosotros) in de tegenwoordige tijd?
A
podemos
B
podemosse
C
poderemos
D
podeis

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de juiste vervoeging van 'poder' voor 'zij' (ellas) in de tegenwoordige tijd?
A
pueden
B
puedan
C
puede
D
poderan

Slide 17 - Quizvraag

Hoe vervoeg je 'poder' voor 'jullie' (vosotros) in de tegenwoordige tijd?
A
podeis
B
poded
C
podéis
D
poderéis

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Video

Wat is de juiste vervoeging van 'necesitar' in de tegenwoordige tijd?
A
necesito
B
necesitamos
C
necesita
D
necesitas

Slide 20 - Quizvraag

Hoe vervoeg je 'necesitar' voor 'zij' in de tegenwoordige tijd?
A
necesitas
B
necesita
C
necesitamos
D
necesito

Slide 21 - Quizvraag

Welke vorm vormt de onjuiste vervoeging van 'necesitar' voor 'jij' in de tegenwoordige tijd?
A
necesito
B
necesita
C
necesitas
D
necesitamos

Slide 22 - Quizvraag

Wat is de correcte vervoeging van 'necesitar' voor 'wij' in de tegenwoordige tijd?
A
necesito
B
necesitas
C
necesitamos
D
necesita

Slide 23 - Quizvraag

Hoe vervoeg je 'necesitar' voor 'jullie' in de tegenwoordige tijd?
A
necesitas
B
necesitamos
C
necesita
D
necesitáis

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Hoe vervoeg je 'vivir' in de tegenwoordige tijd voor 'ik'?
A
viven
B
vivimos
C
vives
D
vivo

Slide 27 - Quizvraag

Wat is de juiste vervoeging van 'vivir' voor 'jullie'?
A
vive
B
viven
C
vivo
D
vivís

Slide 28 - Quizvraag

Welke vorm van 'vivir' is juist voor 'zij' (meervoud)?
A
vive
B
viven
C
vivimos
D
vivo

Slide 29 - Quizvraag

Hoe wordt 'vivir' vervoegd voor 'wij' in de tegenwoordige tijd?
A
vivís
B
viven
C
vivimos
D
vive

Slide 30 - Quizvraag

Wat is de correcte vervoeging van 'vivir' voor 'jij'?
A
vivo
B
vivimos
C
viven
D
vives

Slide 31 - Quizvraag

Hoe vervoeg je het werkwoord 'hablar' in de tegenwoordige tijd voor de derde persoon enkelvoud?
A
hablas
B
hablan
C
hablo
D
habla

Slide 32 - Quizvraag

Wat is de juiste vervoeging van 'hablar' voor de eerste persoon enkelvoud in de tegenwoordige tijd?
A
hablo
B
hablan
C
hablas
D
habla

Slide 33 - Quizvraag

Welke vorm van 'hablar' is correct voor de tweede persoon enkelvoud in de tegenwoordige tijd?
A
hablas
B
hablan
C
hablo
D
habla

Slide 34 - Quizvraag

Wat is de vervoeging van 'hablar' voor de eerste persoon meervoud in de tegenwoordige tijd?
A
hablan
B
habla
C
hablo
D
hablamos

Slide 35 - Quizvraag

Welke vorm van 'hablar' is juist voor de derde persoon meervoud in de tegenwoordige tijd?
A
hablas
B
hablo
C
habla
D
hablan

Slide 36 - Quizvraag

Slide 37 - Video

Hoe vervoeg je 'poder' in de tegenwoordige tijd voor 'yo' (ik)?
A
puedes
B
poder
C
puedo
D
pueda

Slide 38 - Quizvraag

Wat is de juiste vervoeging van 'poder' voor 'nosotros' (wij)?
A
puedan
B
podemos
C
puede
D
podéis

Slide 39 - Quizvraag

Welke vorm is fout voor 'ellos' (zij) bij 'poder' in de tegenwoordige tijd?
A
podemos
B
puedo
C
puedes
D
puedan

Slide 40 - Quizvraag

Wat is de correcte vervoeging van 'poder' voor 'tú' (jij)?
A
puedes
B
puede
C
poder
D
pueden

Slide 41 - Quizvraag

Kies de juiste vervoeging van 'poder' voor 'usted' (u) in de tegenwoordige tijd:
A
puede
B
pueda
C
puedes
D
podemos

Slide 42 - Quizvraag

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Video

Slide 47 - Tekstslide