In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
LEZEN
Functies tekstgedeelten
Tekststructuren
Slide 1 - Tekstslide
FUNCTIES TEKSTGEDEELTEN
Slide 2 - Tekstslide
Functie tekstgedeelten
Even kijken hoe het gaat met jullie kennis over de verschillende functies van tekstgedeelten. Probeer de vragen te maken zonder terug te kijken naar de theorie.
Slide 3 - Tekstslide
In een alinea stelt de schrijver iets vast, hij merkt iets op. De functie van deze alinea is een:
A
bewijs
B
theorie
C
constatering
D
verklaring
Slide 4 - Quizvraag
In een alinea wordt beschreven waardoor iets is ontstaan. De functie van deze alinea is een:
A
verklaring
B
gevolg
C
oplossing
D
oorzaak
Slide 5 - Quizvraag
In een alinea probeert de schrijver de juistheid van een theorie met feiten aan te tonen. De functie van deze alinea is een:
A
bewijs
B
constatering
C
verklaring
D
afweging
Slide 6 - Quizvraag
In een alinea wordt een theorie nader uitgelegd met behulp van voorbeelden. De functie van deze alinea is een:
A
toelichting
B
verklaring
C
bewijs
D
bewering
Slide 7 - Quizvraag
In een alinea geeft de schrijver een aantal meningen, voorbeelden, argumenten, verklaringen of verschijnselen.
A
oorzaak
B
bewijs
C
opsomming
D
toelichting
Slide 8 - Quizvraag
TEKSTSTRUCTUREN
Slide 9 - Tekstslide
Vraag en antwoord
Van welke tekststructuur heeft de tekst de kenmerken?
Altijd meerkeuze:
A) probleem-en-oplossingsstructuur
B) verschijnsel-en-verklaringsstructuur
C) verschijnsel-en-besprekingsstructuur
D) voordelen-en-nadelenstructuur
E) bewering-en-argumentstructuur
Slide 10 - Tekstslide
Vraag en antwoord
Van welke tekststructuur heeft de tekst de kenmerken?
Verklaar je antwoord.
Verwerk dan altijd drie delen in je antwoord: 1) Wat staat er in de inleiding?
2) Wat staat er in het middenstuk? 3) Wat staat er in het slot?
Geef hierbij steeds inhoudelijk weer waarom de delen bij de genoemde structuur horen.