In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 15 min
Onderdelen in deze les
Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
Slide 1 - Tekstslide
Doel van de les:
Je weet wat een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord is.
Je weet ook hoe je het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord schrijft.
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Slide 4 - Tekstslide
Let op de uitzonderingen!
plastic
aluminium
nylon
fleece (is geen stof)
Slide 5 - Tekstslide
Wat is het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?
Piet fietst op de rode metalen fiets door het smalle straatje.
Slide 6 - Open vraag
Wat is het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?
Oh, nee, paniek! Ik brak het kristallen servies dat van mijn broze omaatje is geweest tijdens het gezellige kerstdiner.
Slide 7 - Open vraag
Het ... beeld (brons)
A
brons
B
bronze
C
bronzen
D
bronsen
Slide 8 - Quizvraag
Een ... vest (fleece)
A
fleece
B
flece
C
fleecen
D
fleesen
Slide 9 - Quizvraag
Een ... vest (fleece)
A
fleece
B
flece
C
fleecen
D
fleesen
Slide 10 - Quizvraag
De ... jurk (zijde)
A
zijd
B
zijde
C
zijden
D
zijdden
Slide 11 - Quizvraag
Doel van de les was:
Slide 12 - Tekstslide
Geef jezelf een cijfer of je de doelen hebt behaald. 1. Je weet wat een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord is. 2. Je weet ook hoe je het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord schrijft.