h3 week 11 persoonlijk voornaamwoord ow/lv/met nadruk

h3 week 11:  PROGRAMME
*MAANDAG :  lessonup over lijdend voorwerp en het persoonlijk voornaamwoord met nadruk en maak je les 3 van hoofdstuk 4 af tm oefening 34
* dinsdag : klassikaal : epack les 4
* donderdag : afmaken les 4 en conversations sport.
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

h3 week 11:  PROGRAMME
*MAANDAG :  lessonup over lijdend voorwerp en het persoonlijk voornaamwoord met nadruk en maak je les 3 van hoofdstuk 4 af tm oefening 34
* dinsdag : klassikaal : epack les 4
* donderdag : afmaken les 4 en conversations sport.

Slide 1 - Tekstslide

Het pers vnw als onderwerp;
je= ik 
tu= jij
il=hij
elle=zij
nous =wij
vous =jullie,u
ils=zij
elles=zij


Met nadruk;
Moi, je = ìk
toi,tu=jíj
lui,il=híj
elle,elle=zíj
nous,nous=wíj
vous,vous=júllie,ú
eux,ils=zíj
elles,elles=zíj

Moi? Je ne danse pas!
Toi? Tu danses toujours!
Lui? Il ne danse pas!
Elle! Elle sait bien danser
Eux, ils savent la réponse! 

Slide 2 - Tekstslide

Het pers vnw als lijdend vw
me=me
te=je
le=hem
la=haar
nous=ons
vous=jullie,u
les=hen
Je vois Jean : je le vois =ik zie hem
Je cherche Paulette ; je la cherche - ik zoek haar.
Je mets mes chaussures : je les mets - ik trek ze aan.
Je vais mettre mes chaussures : je vais les mettre - ik ga ze aantrekken
je veux chercher Paulette : je veux la chercher - ik wil haar zoeken
Je kunt een lijdend voorwerp vervangen door een persoonlijk voornaamwoord. De plaats van het lijdend voorwerp (me te le la nous vous les) is voor het hele werkwoord. Staat er geen heel werkwoord in de zin? Dan voor de persoonsvorm

Slide 3 - Tekstslide

persoonlijk vnw na voorzetsel (eind vd zin) 
pour moi = voor mij
pour toi= voor jou
pour lui=voor hem
pour elle = voor haar
pour nous= voor ons
pour vous= voor jullie/u
pour eux= voor hen
pour elles= voor hen

pour elles= voor hen vrl
c'est une surprise pour moi - het is een verrassing voor mij
ces fleurs sont pour toi- deze bloemen zijn voor jou
je viendrai avec lui- ik zal met hem komen
je partirai avec elle- ik zal met haar vertrekken
je n'ai rien contre vous - ik heb niets tegen u



Slide 4 - Tekstslide

 Je kunt een lijdend voorwerp vervangen door (o.a.) le, la ,l' of les

      

       mannelijk - le          Tu connais le célèbre chanteur Stromae?

                                              Oui, je le connais.


       vrouwelijk - la         Tu regardes la belle photo au mur?
                                              Oui, je la regarde.

Slide 5 - Tekstslide

 Je kunt een lijdend voorwerp vervangen door le, la ,l' of les

      

         voor een klinker of h - l'          Tu as déjà son livre?

                                                                    Oui, je l'ai déjà. 


         meervoud - les                          Tu vois Lucie et Thomas?
                                                                   Oui, je les vois.

/

Slide 6 - Tekstslide

Werkwoorden + lijdend vw 
regarder=kijken
voir=zien
aider=helpen
écouter=luisteren
connaître=kennen
chercher=zoeken

Slide 7 - Tekstslide

Even oefenen met het lijdend voorwerp:

Slide 8 - Tekstslide

Vervang het lijdend voorwerp:
Je mets les vêtements.
A
Je le mets
B
Je la mets
C
Je l' mets
D
Je les mets

Slide 9 - Quizvraag

Vervang het lijdend vw;
Elle met le jean.
A
elle la met
B
elle le met
C
elle met la
D
elle lui met

Slide 10 - Quizvraag

Vervang het lijdend voorwerp:
Tu aimes le jus d'orange.
A
Tu le aimes
B
Tu la aimes
C
Tu l'aimes
D
Tu les aimes

Slide 11 - Quizvraag

Vervang het lijdend voorwerp:
Je mange les pizzas.

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Tekstslide