1HV_Chapitre 2_ABCD 2023

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Programme

• Chapitre 2: C'est si bon!
• Partie 1 Miam Miam!
• Ecouter + Parler: een gesprek op een terras
• Lire: un diner en l'air

Buts

Ik kan een gesprekje op een terras begrijpen en zelf een gesprekje voeren.

Ik ken woorden die te maken hebben met eten en drinken.

Ik kan een Franse menukaart begrijpen.

Introduction

La nourriture

P. 63

Ecouter + Parler

Rôles: Lucie, Maxime, Serveur

Samenwerken

Au travail! Vocabulaire

Fais: exercices 6 + 7 + 8

Apprends: Voca A p. 92

Fluisterend overleggen

Au travail!

Fais: ex. 9 + 10 + 11

Apprends: Voca B p. 92

Fluisterend overleggen

Programme

• Parler: bienvenue à Saint-Tropez
• Parler: à une terrasse
• Grammaire: ER werkwoorden
  

Buts

Ik kan een gesprekje op een terras voeren.

Ik ken woorden die te maken hebben met eten en drinken.

Ik kan de regelmatige werkwoorden op ER gebruiken.

P. 63

Rôles: Lucie, Maxime, Serveur

Oefenen in tweetallen, daarna voor de klas

Grammaire D: ER werkwoorden

préférer

détester

adorer

arriver

téléphoner

manger

préparer

aider

chercher

trouver

regarder

aimer

acheter

demander

parler

jouer

En nog veel meer....

Welke er-werkwoorden kennen we allemaal. Noteer ze op het bord met vertaling. Leerlingen nemen over.

Vervoegen?

Uitgangen?

Hoe dan?

je = ik

tu = jij

il = hij & elle = zij

nous = wij

vous = jullie (of u)

ils / elles = zij

De stam

De stam maak je door -ER van het hele werkwoord  af te halen. Achter de stam komen de uitgangen.

Bijvoorbeeld:

détester > détest

parler > parl

manger > mang

De uitgangen

je parle

tu parles

il / elle / on parle

nous parlons

vous parlez

ils / elles parlent

e

es

e

ons

ez

ent

Je verandert in j'

voor een klinker of stomme h

j'aime / j'habite

Exemple!

ik kijk = je regarde

jij kijkt = tu regardes

hij/zij kijkt = il/elle regarde

wij kijken = nous regardons

jullie kijken = vous regardez

zij kijken = ils/elles regardent

Nu jij!

Vervoeg het werkwoord: houden van = aimer

• j'aime
• tu aimes
• il/elle aime
• nous aimons
• vous aimez
• ils/elles aiment

Ezelsbruggetje

Grandes Lignes ONLINE

• Chapitre 2: D. Grammaire
  
• Maak: ex. 16 + 17
• Je werkt alleen en in stilte.
• Klaar? laat je scores zien aan je docent. Die bepaalt of je bepaalde opdrachten nog een keer moet maken.
• Daarna ga je leren: Vocabulaire A+B p. 92