26-09 1bk lezen (bherh en k1.12/1.13)

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

Hallo allemaal

- Berg je telefoon op in de tas en ga lekker op je plaats zitten

- Leg je spullen van Nederlands klaar

- Log in op lesson up

Hoe ziet de les eruit?

•  lezen 
• instructie a.d.h.v. lesson up (basis zw; herhalen gram en sp) 
• aan het werk

HW nakijklen

basis

kader

Opdracht 43 1 Deze hondenbruiloft was zo bijzonder, omdat het de duurste ooit was. 2 Verorberd betekent: gegeten. 3 Het radiostation heet Qmusic. 4 De grap is dat de konijnen in het stripje banger zijn voor water dan voor mensen. Wat het onderzoek zegt, klopt dus niet. opdracht 45 tekst 3, informererende tekst, nieuwsbericht tekst 4, aansporende tekst, reclame tekst tekst 5, amuserende tekst, strip

Opdracht 47 1 Dat kon hij zien aan de dozen die de dief had gestolen. Dat waren alleen maar de dure. 2 Ontvreemd betekent gestolen. Doelgericht betekent met een duidelijk doel. 3 De grap is dat de leraar de vader is van de eerste leerling die eruit werd gestuurd. 4 Deze vraag past goed in de advertentie, omdat hij goed bij de kubus past. De kubus moet je draaien. De schrijver vraagt dus eigenlijk aan de lezer of hij al een kubus heeft en of hij de oplossing al heeft gevonden. ‘Heb jij je draai al gevonden?’ vraag je ook als je wilt weten of iemand ergens gewend is en zich prettig voelt.

basis

Kader

Opdracht 49 1 Informeren – Uitleg: in de tekst wordt waarschijnlijk iets nieuws verteld over het aantal (hang)ouderen ten opzichte van het aantal (hang)jongeren. 2 Overhalen – Uitleg: de lezer moet iets doen, namelijk een bon invullen en ergens lid van worden. 3 Informeren – Uitleg: in de tekst wordt waarschijnlijk iets nieuws verteld over de vakantiebestemmingen van jongeren. 4 Amuseren – Uitleg: dit is waarschijnlijk een grappig of een spannend (strip)verhaal dat bedoeld is om de lezer te vermaken.

Lezen

lezen: leesdoelen en tekstdoelen 

- Ik herhaal de aangeboden stof van grammatica en spelling (b)

- Ik kan verschillende tekstvormen herkennen (k)

- Ik kan aangeven voor welk publiek een tekst geschreven is. (k)

b: herhaling

k: 1.12 en 1.13 blz. 45

Basis 

keuze:

- meedoen met instructie

- aan het werk met werkbladen over grammatica

 & spelling

- stof en opdrachten herhalen in je Ebook

Tekstsoorten en tekstvormen

Pak voor de volgende dia's je tekstboek op blz. 43 erbij

Welke tekstsoort is tekst 3

1. informerend tekst
2. aansporende tekst
3. amuserende tekst

Welke tekstvorm is gebruikt voor tekst 3

1. folder
2. nieuwsbericht
3. tijdschriftartikel

Welke tekstsoort is tekst 4

1. informerende tekst
2. aansporende tekst
3. amuserende tekst

Welke tekstvorm is tekst 4

1. verhaal
2. stripverhaal
3. songtekst

Welke tekstsoort is tekst 5?

1. informerend
2. aansporend
3. amuserend

Welke tekstvorm is gebruikt bij tekst 5?

1. folder
2. recept
3. reclame/ advertentie

Publiek

Lees zelf het informatieblokje op blz. 46

Wie bedoelen we met het publiek van de schrijver

Aan het werk

kader: 46, 47, 49, 51

(blz. 42 tm 46)

HW

Basis	Kader
	46, 47, 49, 51 (blz. 42 tm 46)