02-10 1gt 1.11. 1.12 &1.13 lezen

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g, t
• Leerjaar 1

Hallo allemaal

- Berg je telefoon op in de tas en ga op je plaats zitten

- Leg je spullen van Nederlands op tafel

- Pak je leesboek en ga lezen

Hiervoor heb je 2 minuten

Lezen

HW 

Opdracht 34

1 Dreigende mensen zijn ongevaarlijk.

2 Feest vieren.

3 Iemand in verleiding brengen.

4 Zeggen wat in je opkomt.

Opdracht 35

Eigen antwoord. Bijvoorbeeld: ‘Je poot stijf houden.’

Letterlijk: Je been niet willen buigen.

Figuurlijk: Niet toegeven.

‘Iemand met een kluitje in het riet sturen.’

Letterlijk: Iemand met een brokje aarde het riet in sturen.

Figuurlijk: Iemand een antwoord geven waar hij niets aan heeft.

Opdracht 36

1 Een onhandig of dom persoon.

2 Een dom meisje.

3 Een grote man.

4 Een vervelend persoon.

5 Een smerig persoon.

Lezen: tekstdoelen, tekstsoorten en tekstvormen

- Ik kan tekstdoelen voorspellen op basis van titel, illustratie en bron

- Ik een tekstsoort koppelen aan een tekstdoel

- Ik kan verschillende tekstvormen herkennen

- Ik kan de betekenis van onbekende woorden en uitdrukkingen achterhalen

paragraaf 1.11 en 1.12 vanaf blz. 38

Wat voor teksten lees jij?

Met welk doel lees jij?

Leesdoel

opdracht 39 (vb)

1.a lees de titel

  b bekijk de afbeelding en lees wat er in de  bronvermelding staat

  c Wat weet ik al over 1 of meer woorden uit de titel?

  d voorspel waar de tekst over zal gaan

  e Wat zal het tekstdoel van de schrijver zijn?

  

tekstsoorten en tekstvormen

klassikaal opdracht 38 

blz. 39 van je boek 

Aan het werk

opdracht 39, 40, 42 en 43 (blz. 39 tm 46)

HW

opdracht 39, 40, 42 en 43 (blz. 39 tm 46)