3.2 Metalen en zouten

3.2 Metalen en zouten
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

3.2 Metalen en zouten

Slide 1 - Tekstslide

3.2 Metalen en zouten
- Verschil tussen metalen, zouten en moleculaire stoffen (3.3)

Slide 2 - Tekstslide

Massagetal

Protonen + neutronen

Protonen en neutronen wegen ongeveer evenveel, dus mag je ze bij elkaar optellen. 
(in "u")
Atoomnummer

Hoeveelheid protonen
=
Hoeveelheid elektronen

Slide 3 - Tekstslide

Isotopen
Aantal neutronen in de kern kan verschillen
(atoom met hetzelfde atoomnummer, ander massagetal)

Slide 4 - Tekstslide

Stoffenschema


  • glanzen/glimmen als ze gepolijst zijn
  • zijn gemakkelijk te vervormen (bij een hoge temperatuur)
  • geleiden warmte en elektriciteit goed
  • zijn vast bij kamertemperatuur (behalve Hg)
  • zijn herwinbaar
  • hebben (meestal) een hoog smelt- en kookpunt
metalen
zouten
moleculaire stoffen

Slide 5 - Tekstslide

Indeling van stoffen
  • Metalen (metaalatomen)
  • Zouten  (metaalatomen + niet-metaalatomen)
  • Moleculaire stoffen (niet-metaalatomen)


Slide 6 - Tekstslide

Geleidbaarheid 
(warmte en elektriciteit)


- Metalen geleiden in vaste en vloeibare fase

- Zouten geleiden alleen in vloeibare fase

- Moleculaire stoffen geleiden niet

Slide 7 - Tekstslide

Eigenschappen metalen
  • Geleiden warmte en elektrische stroom goed
  • Glanzend uiterlijk (gepolijst)
  • Hoog smelt- en kookpunt
  • Buigzaam / bij hogere temperatuur goed vervormbaar

Slide 8 - Tekstslide

Microniveau metalen
  • Geen groepjes atomen die samen één deeltje vormen 
  • Dus geen moleculen
  • Bijvoorbeeld: Hg (l), Fe (s), Cu (s)

Slide 9 - Tekstslide

Metaalrooster






Metaalbinding = de binding tussen metaalionen

Slide 10 - Tekstslide

Metalen
  • De meeste reageren makkelijk met stoffen uit de lucht
  • Dit tast de stoffen aan: Corrosie
  • Onedele metalen, edelmetalen en zeer onedele metalen

Slide 11 - Tekstslide

Edelheid
De metalen kunnen we onderverdelen in 3 soorten metalen:
  1. Edelmetalen
  2. Onedele metalen
  3. Zeer onedele metalen

Hoe onedeler het metaal, 
hoe gevoeliger het is voor 
corrosie


Slide 12 - Tekstslide

Legering
Mengsels van samengesmolten metalen heten legeringen.
Legeringen hebben andere eigenschappen dan de zuivere metalen


Slide 13 - Tekstslide

Metaalrooster
Legering

Slide 14 - Tekstslide

Zouten
  • Vast bij kamertemperatuur
  • Hard, slecht vervormbaar
  • In vloeibare fase geleiden zouten, in vaste fase niet

  • Altijd een metaal en een niet metaal!

Slide 15 - Tekstslide

Zouten





v
keukenzout = NaCl       Soda = Na2CO3                  Gips: CaSO

Slide 16 - Tekstslide

Ionen
Zouten zijn niet opgebouwd uit atomen, maar uit ionen. 
Ionen zijn geladen deeltjes, doordat het aantal protonen en elektronen in deze deeltjes niet gelijk zijn.

Atoom = protonen en elektronen gelijk
Ion = protonen en elektronen ongelijk

Slide 17 - Tekstslide

Ion
Een ion is een geladen deeltje dat ontstaat doordat een atoom een of meer elektronen in de buitenste schil opneemt of afstaat.

Bv. Natrium wordt Na+

Slide 18 - Tekstslide

Ionrooster (zout)

Een ionrooster (zout) is opgebouwd 
uit positieve ionen en negatieve ionen,
die elkaar aantrekken. 
Hierdoor ontstaat de sterke ionbinding

Deze is zo sterk omdat plus en min 
elkaar zo sterk aantrekken. 

Slide 19 - Tekstslide

Volgende keer moleculaire stof!

Slide 20 - Tekstslide

Maken 
Maken 1 t/m 4, 6, 7 (blz 124-126)

Slide 21 - Tekstslide