Je leert de betekenis van schooltaalwoorden en alledaagse woorden.
Je weet waaraan je presentatie in klas 3 moet voldoen.
3H:
Je kent vier verbindingsmanieren tussen alinea's en kunt die benoemen.
Je weet welke functies tekstgedeelten kunnen hebben.
3V:
Je weet welke functies tekstgedeelten kunnen hebben.
Je weet op welke wijze argumentatie kan worden vormgegeven.