Paragraaf 4.3 De verstedelijking van Nederland 301023

4.3 De verstedelijking van Nederland

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

4.3 De verstedelijking van Nederland

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Paragraaf 4.3 De verstedelijking van Nederland 
  • Je kent de begrippen: urbanisatie, suburbanisatie en re-urbanisatie
  • Hoe zie je de verstedelijking terug in de inrichting van Nederland?

Slide 2 - Tekstslide

Naar de stad
Na 1870  veel urbanisatie / verstedelijking
 percentage mensen dat in de stad woont

Oorzaak: industrialisatie en werkloosheid op platteland

Slide 3 - Tekstslide

Urbanisatie/
naar de stad
- Trek van platteland naar de stad
-Mensen gingen werken in de fabrieken, havens, etc.
- Mensen woonden klein en huizen waren slecht van kwaliteit

Slide 4 - Tekstslide

De stad uit
suburbanisatie: 
De trek van stad naar platteland. 

jaren '60 van de vorige eeuw

Slide 5 - Tekstslide

 suburbanisatie / de stad uit
- Welvaart neemt toe en mensen trekken de stad uit
Redenen:
meer ruimte, meer groen, mensen gaan met hun auto naar hun werk heen weer rijden

Slide 6 - Tekstslide

Gevolgen van  suburbanisatie
1. Er ontstonden agglomeraties: Dorpen groeiden vast aan een grote stad
2. Er ontstonden stedelijke gebieden: Agglomeraties die dicht bij elkaar zitten
3. files
Grootste stedelijke gebied van Nederland: De Randstad

Slide 7 - Tekstslide

van stad tot stedelijk gebied

Slide 8 - Tekstslide

Re- urbanisatie / de stad weer in
Re - urbanisatie: Mensen gaan van platteland weer terug naar de stad
- Steden worden weer populair, (jonge)mensen trekken weer naar de stad
Werken, studeren, uitgaan

Slide 9 - Tekstslide

Tijdlijn
Urbanisatie
na 1870
Suburbanisatie
1960 - 1985
Re - urbanisatie
1985 - 2006

Slide 10 - Tekstslide

Noem 2 gevolgen van de daling van het geboortecijfer in Nederland

Slide 11 - Open vraag

Welke 4 groepen migranten zijn er in Nederland?

Slide 12 - Open vraag

Wat is reikwijdte?
A
Afstand tot voorzieningen
B
Afstand die klanten willen afleggen voor de voorzieningen
C
Hoe ver weg de klanten wonen
D
Het gebied waar de voorziening verantwoordelijk voor is

Slide 13 - Quizvraag


Welk begrip hoort bij de afbeelding?
A
Urbanisatie
B
Suburbanisatie
C
Re-urbanisatie

Slide 14 - Quizvraag

Wat is urbanisatie?
A
Mensen trekken naar de dorpen.
B
Mensen verhuizen.
C
Mensen verhuizen naar de steden.
D
Mensen zijn op zoek naar ruimte en een grote woning.

Slide 15 - Quizvraag

Wat is suburbanisatie?

Slide 16 - Open vraag

Wat is een gevolg van suburbanisatie in Nederland?
A
Er ontstaan agglomeraties.
B
Er verdwijnen voorzieningen in de dorpen.
C
De werkgelegenheid in de stad verdween.
D
Mensen kregen een auto.

Slide 17 - Quizvraag

Wat is een agglomeratie? Leg uit

Slide 18 - Open vraag


Welk begrip past bij deze afbeelding?
A
Urbanisatie
B
Suburbanisatie
C
Re-Urbanisatie

Slide 19 - Quizvraag

Kies de juiste volgorde van migratie binnen Nederland
A
Urbanisatie-reurbanisatie- suburbanisatie
B
Reurbanisatie-suburbanisatie-urbanisatie
C
Suburbanisatie-urbanisatie-reurbanisatie
D
Urbanisatie-suburbanisatie-reurbanisatie

Slide 20 - Quizvraag


Welk begrip past bij deze afbeelding?
A
Urbanisatie
B
Stedelijke zone
C
Re-urbanisatie
D
Agglomeratie

Slide 21 - Quizvraag

Wat is het grootste stedelijk gebied van Nederland?

Slide 22 - Open vraag