BK2 - les 3 (T2 BS2)

T2 BS2 Voedingsstoffen
Leerdoel:
2.2.2 Je kunt zes groepen voedingsstoffen noemen met hun functies.
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

T2 BS2 Voedingsstoffen
Leerdoel:
2.2.2 Je kunt zes groepen voedingsstoffen noemen met hun functies.

Slide 1 - Tekstslide

Voedingsstoffen
Er zijn zes groepen voedingsstoffen:
• eiwitten
• koolhydraten
• vetten
• water
• mineralen
• vitaminen

Je hebt alle groepen voedingsstoffen nodig om gezond te blijven. Vooral een tekort aan mineralen en vitaminen kan ziekte veroorzaken. Mineralen en vitaminen zijn beschermende stoffen.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Eiwitten
Eiwitten zijn belangrijke bouwstoffen in je lichaam. Eiwitten zijn nodig voor de vorming van celplasma. Ook voor de opbouw van spieren heb je eiwitten nodig.
Een teveel aan eiwitten in je voeding wordt gebruikt als brandstof. 

Eiwitten = bouwstof dat ook als brandstof kan worden gebruikt

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Koolhydraten
Koolhydraten gebruikt je lichaam vooral als brandstof, maar ook als bouwstof. Tot de koolhydraten behoren onder andere suikers (zoals glucose), zetmeel en glycogeen. Ook voedingsvezel hoort bij de koolhydraten.

Koolhydraten = brandstof dat ook als bouwstof wordt gebruikt

Indicator voor zetmeel = joodoplossing 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Vetten
Vetten gebruikt je lichaam vooral als brandstof, maar ook als bouwstof en als reservestof. Je voedsel hoeft niet veel vet te bevatten. Als je meer vet binnenkrijgt dan je nodig hebt, wordt het in je lichaam opgeslagen als reservestof. Dat gebeurt bijvoorbeeld onder de huid. De onderhuidse vetlaag wordt dan dikker.

Vetten = vooral brandstof, maar ook bouwstof en reservestof

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Water
Je lichaam bestaat voor ongeveer 60% uit water. Water is dan ook een belangrijke bouwstof voor je lichaam. Ook andere organismen bestaan voor het grootste deel uit water.
Water is nodig voor het vervoer van stoffen in je lichaam. De meeste stoffen kunnen alleen goed door je lichaam worden vervoerd als ze zijn opgelost in water. Bloed bestaat voor een groot deel uit water.

Water = belangrijke bouwstof voor je lichaam

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Mineralen
Mineralen worden ook wel zouten genoemd. Voorbeelden van mineralen zijn calcium (kalk), natrium, magnesium en ijzer. Je hebt mineralen nodig als bouwstof, bijvoorbeeld kalk voor de opbouw van botten. Mineralen zijn ook beschermende stoffen. Je hebt ze nodig om gezond te blijven.

Mineralen = bouwstof en beschermende stof

Slide 12 - Tekstslide

Vitaminen
Ook vitaminen gebruikt je lichaam als bouwstof en als beschermende stof. Als je te weinig vitaminen binnenkrijgt, kun je ziek worden. Maar ook als je te veel vitaminen binnenkrijgt, kun je ziek worden. Daarom moet je niet zomaar vitaminetabletten gaan slikken. Als je normaal en gezond eet, krijg je voldoende vitaminen binnen.

Vitaminen = bouwstof en beschermende stof

Slide 13 - Tekstslide

Teveel
Een teveel aan eiwitten en koolhydraten wordt omgezet in vet en daardoor kan het als reservestof gebruikt worden. 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Aan de slag
Lees de tekst van 2.2
Maak de opdrachten van 2.2
Maak de test jezelf van 2.2 (helemaal goed = af)

Dit + 2.1 (vorige les), is huiswerk voor na de herfstvakantie. 

Slide 17 - Tekstslide