Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Grammatica opdr 1 tm 5
H4 taalverzorging
Grammatica
1 / 26
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo, b
Leerjaar 1
In deze les zitten
26 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
H4 taalverzorging
Grammatica
Slide 1 - Tekstslide
WERKWOORDEN
Werkwoorden zijn de belangrijkste woorden in een zin.
Ze vertellen je wat iemand of iets doet, of wat er gebeurt.
Zonder werkwoord heb je geen goede zin.
Slide 2 - Tekstslide
WERKWOORDEN
Werkwoorden veranderen van vorm. Ze passen zich aan, aan wie of wat het doet. Dat noem je
vervoegen.
fietsen > ik fiets, jij fietst, hij fietst, wij fietsen, ik fietste, jij fietste, hij fietste, wij fietsten, we hebben gefietst
Slide 3 - Tekstslide
WERKWOORDEN
Werkwoorden kunnen ook van tijd veranderen.
Tegenwoordige tijd
of
verleden tijd
Slide 4 - Tekstslide
Is dit woord een werkwoord?
lopen
A
ja
B
nee
Slide 5 - Quizvraag
Is dit woord een werkwoord?
schrift
A
ja
B
nee
Slide 6 - Quizvraag
Is dit woord een werkwoord?
spelen
A
ja
B
nee
Slide 7 - Quizvraag
Is dit woord een werkwoord?
zien
A
ja
B
nee
Slide 8 - Quizvraag
Is dit woord een werkwoord?
honden
A
ja
B
nee
Slide 9 - Quizvraag
een beetje herhaling...
Je hebt bij H2 geleerd wat een
zelfstandig naamwoord
en een
lidwoord
was.
Weten jullie het nog?
Het antwoord staat op de volgende slide...
Slide 10 - Tekstslide
alles op een rijtje
Zelfstandige naamwoorden
waren namen van mensen, dieren, dingen, aardrijkskundige namen en emotie.
lidwoorden:
de, het, een
werkwoorden
: woorden die zeggen wat er gebeurt of wat iemand doet.
Slide 11 - Tekstslide
Er komen een paar zinnen
Jij moet kiezen of het een
zelfstandige naamwoord,
lidwoord of een
werkwoord
is.
Slide 12 - Tekstslide
Kees gaat vrijdag volleyballen.
volleyballen =
A
lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
werkwoord
Slide 13 - Quizvraag
Johan loopt naar de winkel.
de =
A
lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
werkwoord
Slide 14 - Quizvraag
Mijn oma heeft de kachel aangemaakt.
heeft =
A
lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
werkwoord
Slide 15 - Quizvraag
Mo heeft een nieuw trainingspak.
trainingspak
A
lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
werkwoord
Slide 16 - Quizvraag
Yolina kan erg goed dansen.
A
lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
werkwoord
Slide 17 - Quizvraag
Zij winnen altijd alle wedstrijden.
winnen
A
lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
werkwoord
Slide 18 - Quizvraag
Papa leest een boek.
boek
A
lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
werkwoord
Slide 19 - Quizvraag
Ik heb overal paaseieren verstopt.
heb
A
lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
werkwoord
Slide 20 - Quizvraag
Noteer het werkwoord uit de zin:
Ik fiets morgen naar de stad.
Slide 21 - Open vraag
Noteer het werkwoord uit de zin:
Harrie voetbalt als de beste!
Slide 22 - Open vraag
noteer de zelfstandige naamwoorden uit de zin:
Jopie kookt graag soep.
Slide 23 - Open vraag
Noteer het lidwoord uit de zin:
Ik maak mijn huiswerk altijd aan de keukentafel.
Slide 24 - Open vraag
Noteer de werkwoorden uit de zin:
Wij gaan graag een stukje hardlopen.
Slide 25 - Open vraag
Huiswerk
Maak opdracht 1 t/m 5
blz 79 tm 81
Slide 26 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
H4 Taalverzorging | grammatica | werkwoorden (1-5)
Februari 2024
- Les met
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo, b
Leerjaar 1
Werkwoorden - zelfstandige naamwoorden - bijvoeglijke naamwoorden
Februari 2024
- Les met
45 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Herhaling grammatica H4
Juli 2023
- Les met
28 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Oefentoets taalverzorging mh1
Februari 2023
- Les met
35 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Herhaling grammatica H4
Augustus 2023
- Les met
29 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Herhaling woordsoorten
Juni 2023
- Les met
30 slides
Nederlands
Lager onderwijs
W1 - NE C: herhaling woordleer
November 2023
- Les met
12 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
W1 - NE C: herhaling woordleer
Augustus 2024
- Les met
12 slides
Nederlands
Secundair onderwijs