Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
H4 Taalverzorging | grammatica | werkwoorden (1-5)
H4 Taalverzorging
4.1 Grammatica
1 / 25
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo, b
Leerjaar 1
In deze les zitten
25 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
H4 Taalverzorging
4.1 Grammatica
Slide 1 - Tekstslide
Wat doen deze mensen?
Slide 2 - Open vraag
Wat doet deze persoon?
Slide 3 - Open vraag
WERKWOORDEN (ww)
- de
belangrijkste
woorden in de zin
- ze vertellen je wat iemand of iets
doet
of wat er
gebeurt
- zonder werkwoord heb je geen goede zin
Slide 4 - Tekstslide
Is dit woord een werkwoord?
lopen
A
ja
B
nee
Slide 5 - Quizvraag
Is dit woord een werkwoord?
schrift
A
ja
B
nee
Slide 6 - Quizvraag
Is dit woord een werkwoord?
spelen
A
ja
B
nee
Slide 7 - Quizvraag
Is dit woord een werkwoord?
zien
A
ja
B
nee
Slide 8 - Quizvraag
Is dit woord een werkwoord?
honden
A
ja
B
nee
Slide 9 - Quizvraag
WERKWOORDEN
- werkwoorden veranderen van vorm
- werkwoorden passen zich aan, aan wie of wat het doet.
! Dat noem je
vervoegen
fietsen
ik fiets, jij fietst, hij fietst, wij fietsen,
ik fietste, jij fietste, hij fietste, wij fietsten, we hebben gefietst
Slide 10 - Tekstslide
- VERVOEGEN -
ik loop
jij ...
Slide 11 - Open vraag
- VERVOEGEN -
ik maak
wij ...
Slide 12 - Open vraag
- VERVOEGEN -
jij hebt
ik ...
Slide 13 - Open vraag
WERKWOORDEN
Werkwoorden kunnen ook van tijd veranderen.
tegenwoordige tijd (tt)
of
verleden tijd (vt)
fiets (tt) - fietste (vt)
loop (tt) - liep (vt)
Slide 14 - Tekstslide
ik ga (tt)
ik .... (vt)
Slide 15 - Open vraag
jij rent(tt)
jij .... (vt)
Slide 16 - Open vraag
Alles bij elkaar
zelfstandige naamwoorden
mensen, dieren, dingen, namen en planten
lidwoorden:
de, het, een
werkwoorden
:
woorden die zeggen wat er gebeurt of wat iemand doet.
Slide 17 - Tekstslide
Er komen een paar zinnen
Jij kiest:
zelfstandig naamwoord
of
lidwoord
of
werkwoord
Slide 18 - Tekstslide
Kees gaat vrijdag volleyballen.
volleyballen =
A
lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
werkwoord
Slide 19 - Quizvraag
Johan loopt naar de winkel.
de =
A
lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
werkwoord
Slide 20 - Quizvraag
Mijn oma heeft de kachel aangemaakt.
heeft =
A
lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
werkwoord
Slide 21 - Quizvraag
Mo heeft een nieuw trainingspak.
trainingspak
A
lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
werkwoord
Slide 22 - Quizvraag
Noteer het werkwoord uit de zin:
Ik fiets morgen naar de stad.
Slide 23 - Open vraag
Noteer het werkwoord uit de zin:
Harrie voetbalt als de beste!
Slide 24 - Open vraag
Huiswerk
Maak opdracht 1 t/m 5
blz. 79 - 81
Slide 25 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Grammatica opdr 1 tm 5
Juli 2023
- Les met
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo, b
Leerjaar 1
H2 Werkwoordspelling
November 2021
- Les met
23 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Entreeticket - Spelling van het werkwoord
April 2024
- Les met
20 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
onwk 4 les 4 vervoeging persoonsvorm
Augustus 2024
- Les met
51 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
SCC D2 L3 Woorden van vreemde afkomst: Engelse werkwoorden
Juni 2024
- Les met
18 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Spelling persoonsvorm in de tt
Juni 2019
- Les met
36 slides
Steunles spelling
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
HV2, Spelling H2: Engelse werkwoorden
September 2024
- Les met
48 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Engelse werkwoorden
November 2023
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2