In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 120 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
In welk jaar is de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM) aangenomen door de Verenigde Naties?
A
1918
B
1948
C
1968
D
1988
Slide 2 - Quizvraag
Artikel 19 gaat over de vrijheid van meningsuiting én informatie. Waarom horen die twee bij elkaar?
A
Je hebt informatie nodig om een mening te vormen
B
Je mag zeggen wat je wilt maar ook elk denkbaar
bericht verspreiden.
C
Je moet je meningsuiting altijd gebruiken voor informatie die klopt.
D
Je moet je mening baseren op de juiste informatie
Slide 3 - Quizvraag
Men zegt dat mensenrechten kunnen ‘botsen’. Wat wordt daarmee bedoeld?
A
Er zijn verschillende soorten mensenrechten:
christelijke, islamitische, linkse en rechtse.
B
Soms moet een rechter uitmaken welk mensenrecht
voorrang heeft.
C
Oude mensenrechten zeggen soms iets anders dan
nieuwe.
D
Het ene mensenrecht is nu eenmaal belangrijker dan de andere.
Slide 4 - Quizvraag
Bestaat er een wereldwijd hof voor de rechten van de mens?
A
Ja
B
Nee
Slide 5 - Quizvraag
Welk continent heeft geen eigen mensenrechtenverdrag?
A
Europa
B
Afrika
C
Azië
D
Zuid-Amerika
Slide 6 - Quizvraag
Bijna alle landen zijn aangesloten bij het Kinderrechtenverdrag. Welke drie niet?
A
Noord-Korea, Nigeria en Cuba
B
China, de Verenigde Staten en Rusland
C
Brazilië, Polen en Saudi-Arabië
D
Somalië, Zuid-Sudan en de Verenigde Staten
Slide 7 - Quizvraag
Wat wordt verstaan onder mensenrechtenverdedigers?
A
Iedereen die ook maar iets doet om mensenrechten te beschermen.
B
Professionals, zoals advocaten, journalisten en betaalde medewerkers van mensenrechtenorganisaties.
C
Mensen die werken voor mensenrechtenorganisaties.
D
De personen die de Nobelprijs voor de Vrede hebben gewonnen.
Slide 8 - Quizvraag
Wat is habeas corpus?
A
Het recht op onschendbaarheid
van het lichaam
B
Het recht op sectie na overlijden als gevolg van een
mensenrechtenschending.
C
Het recht om een
vereniging op te richten.
D
Het recht om voor de rechter te worden gebracht als
je bent opgepakt.
Slide 9 - Quizvraag
‘Incommunicado’ wil zeggen dat je in de gevangenis …
A
geen internet of mobieltje mag gebruiken.
B
niet met andere gevangenen mag praten.
C
geen contact met personen
in de buitenwereld hebt.
D
met helemaal niemand contact hebt, zelfs geen advocaat
Slide 10 - Quizvraag
Wat is geen mensenrecht?
A
Het recht op vrede.
B
Het recht op rust en vrije tijd.
C
Het recht je land te verlaten en er terug te keren.
D
Het recht op onderdak.
Slide 11 - Quizvraag
‘Iedereen in Nederland wordt in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.’ In welk artikel van de Nederlandse Grondwet staat dat?
A
Artikel 1
B
Artikel 2
C
Artikel 3
D
Artikel 4
Slide 12 - Quizvraag
Homoseksualiteit is in veel landen bij wet verboden, in hoeveel?