H2, Banksy lezen, 1C,

Welkom!
Pak alvast je pen, boek en schrift, dan kunnen we snel beginnen.
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Pak alvast je pen, boek en schrift, dan kunnen we snel beginnen.

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?


9.50 - 10.10 Enquête invullen

10.10 - 10.30 Huiswerk controleren en nakijken

10.30 - 10.35 Twee waarheden, één leugen




Slide 2 - Tekstslide

Enquête invullen

Dit is een onderzoek die ik doe voor mijn studie. Ik wil jullie vragen deze enquête zo goed mogelijk in te vullen.


Fictie = boeken of verhalen lezen (verzonnen)

Zakelijk lezen = teksten uit boek lezen met vragen (echt, waargebeurd)



Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk nakijken

Opdracht 1 t/m 4 op blz. 55




Slide 4 - Tekstslide

Welkom!
Pak alvast je pen, boek en schrift, dan kunnen we snel beginnen.

Slide 5 - Tekstslide

Wat gaan we doen?

Tekst lezen + video bekijken + vragen beantwoorden


Verder met de opdrachten van hoofdstuk 2


Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Vragen:

1. Wat vind je van de actie van Banksy?

2. Wat vind je van de kunst van Banksy?

3. Wat is het onderwerp van de tekst?

4. Wist je al iets over dit onderwerp?

5. Welke tussenkopjes zie je?

6. Hoeveel alinea's zijn er?

7. Wat is de bron van deze tekst?

timer
0:30

Slide 8 - Tekstslide

Hoe goed kennen jullie elkaar?

Schrijf op een briefje je naam

Schrijf twee waarheden op en één leugen,


De klas moet raden welke van de drie een leugen is.

Bijvoorbeeld: Ik ben vegetariër, ik heb drie zussen en ik hou van festivals. Welke zin is een leugen?

Klaar? Geef dan je briefje aan mij!

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht 2

Gaan we klassikaal maken!



Slide 12 - Tekstslide

Raadgedicht

Slide 13 - Tekstslide

Hoofdletters en leestekens
Een hoofdletter: 
- Aan het begin van de zin
- Bij namen: Henk, het Alfacollege, Gelderland, het Kerkplein 
- NIET bij: maanden, dagen, seizoenen en windstreken. 
Leestekens:
- punt bij gewone zinnen
- vraagteken bij een vraag 

- uitroepteken bij extra nadruk.

Slide 14 - Tekstslide

Verbeter de zinnen.
liesbeth woont in wieringerwerf 

______________________________________________________________

in januari ging sjoerd naar berlijn

________________________________________________________________

Slide 15 - Tekstslide

Nakijken
http://nieuwnederlands.digitaal.noordhoff.nl/?SSOid=044a7682-e2b6-4d82-a7cc-765abd5193a3#/assignments/3e5ca8d4-eeb4-4155-ba4f-d2a215020f82/e9ee3d77-7919-47e0-b603-e28276ef83e1/c8e0b8e5-fc7a-4b62-880f-1b2a96f6dc8b/

Slide 16 - Tekstslide

Wie kan de meeste woorden opschrijven?

Werk in tweetallen of drietallen, één persoon schrijft. Maak een rijtje met ou woorden en een rijtje met au woorden. Wie maakt in twee minuten de langste rijtjes?

timer
2:00

Slide 17 - Tekstslide

Raadgedicht
Wat hadden we ook al weer ingevuld?

https://raadgedicht.nl/hansje-brinker-wim-hofman/


Slide 18 - Tekstslide

Wat weet jij?

Wanneer schrijf je een hoofdletter? (2 mogelijkheden)

Horen dit en dat bij de of het?

Horen deze en die bij de of het?


Welk woord bepaalt in het samenstelling of het een de of een het woord is? Bijvoorbeeld in schoolboek of klaslokaal?


Slide 19 - Tekstslide