In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Hoofdstuk 5 Schakelingen
Voorkennis
Wat weet je al over schakelingen?
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Sommige stoffen laten elektrische stroom gemakkelijk door, andere stoffen laten elektrische stroom niet of slecht door. Zet de namen van de onderstaande stoffen in het juist vak.
ISOLATOR
GELEIDER
potloodstift
Hout
zuiverwater
koper
plastic
ijzer
Slide 3 - Sleepvraag
Hiernaast zie je batterij en een accu. Dit zijn twee............ (vul in)
Slide 4 - Open vraag
Slide 5 - Tekstslide
Je ziet hieronder een aantal schakelsymbolen. Plaats ieder schakelsymbool in het vakje met de juiste naam.
schakelaar
lamp
batterij
voltmeter
Slide 6 - Sleepvraag
Slide 7 - Video
01:09
Waar of niet waar. Een lampje gebruikt stroom.
A
waar
B
niet waar
Slide 8 - Quizvraag
01:15
Een batterij is een spanningsbron. In een spanningsbron zit......
A
spanning
B
elektrische energie
C
stroom
D
vermogen
Slide 9 - Quizvraag
02:24
Waar of niet waar. Het doel van elektrische stroom is het verplaatsen van energie. De stroom zelf wordt niet gebruikt.
A
waar
B
niet waar
Slide 10 - Quizvraag
03:49
Stroom meet je met een ....(1)..... . De eenheid van stroomsterkte is de .....(2).....2 Vul in en en noteer als 1: ........ en 2: ..........
Slide 11 - Open vraag
05:27
Spanning meet je met een ......(1)..... De eenheid van Spanning is de .....(2)..... Vul in en noteer je antwoord als 1: ....... en 2: ......
Slide 12 - Open vraag
07:18
Reken om: 300 000 V is........
A
300 mV
B
300 kV
C
300 MV
D
0,300 kV
Slide 13 - Quizvraag
07:18
Reken om. 750 mA is ......... A
A
7,5
B
0,75
C
750
D
75
Slide 14 - Quizvraag
Hiernaast zie je een Ampèremeter. Lees de stroomsterkte af.
A
3,3 A
B
0,33 A
C
0,033 A
D
0,33 V
Slide 15 - Quizvraag
Infrarood
Voor rood
Hoe hoger de temperatuur, hoe meer straling het uitzendt.
Slide 16 - Tekstslide
Toepassingen: warmtelampen op een terras en voor kuikens
Slide 17 - Tekstslide
Infraroodsensor
Gevoelig voor infraroodstraling
Wordt gebruikt bij winkeldeuren, nachtkijkers, thermometers, afstandsbedieningen, etc.
Slide 18 - Tekstslide
Een leuk weetje
Slangen gebruiken infrarood straling om hun prooi mee te voelen. Slangen zijn blind, maar kunnen door warmte
hun prooi vinden.
Slide 19 - Tekstslide
0
Slide 20 - Video
Hiernaast zie je een Ampèremeter. Lees de stroomsterkte af.
A
1,6 A
B
0,016 A
C
0,016 A
D
0,16 V
Slide 21 - Quizvraag
Hiernaast zie je een Ampèremeter. Lees de stroomsterkte af.
A
2,2 A
B
0,22 A
C
0,022 A
D
22 A
Slide 22 - Quizvraag
Kijk naar de schakeling hiernaast. Je ziet genummerde lampjes en genummerde schakelaars. Welke lampjes branden er in deze situatie?
A
Alle lampjes zijn uit.
B
Alleen lamp 4 is uit.
C
Lamp 1, 2 en 6 branden.
D
Alle lampjes branden.
Slide 23 - Quizvraag
Kijk naar de schakeling hiernaast. Je ziet genummerde lampjes en genummerde schakelaars. Wat zal er gebeuren als we schakelaar 1 sluiten?
A
Alleen lamp 4 zal niet branden.
B
Alle lampje zullen gaan branden.
C
Lamp 1, 2, en zullen branden.
D
Alle lampjes zullen uitgaan.
Slide 24 - Quizvraag
Elk elektrisch apparaat heeft zijn eigen vermogen. Wat bedoelen we met het vermogen van een apparaat?
A
Het aantal Volt dat het apparaat gebruikt.
B
Het aantal Ampère dat het apparaat gebruikt.
C
De energie die het apparaat elke seconde omzet.
D
Geen van deze antwoorden is juist.
Slide 25 - Quizvraag
Je ziet een fietslamp, een elektrische tandenborstel en een oven. Plaaats de apparaten in het juiste vak.
minste vermogen
grootste vermogen
gemiddeld vermogen
Slide 26 - Sleepvraag
Het symbool van vermogen is ........ en de eenheid van vermogen is......... .
A
P en W
B
U en V
C
I en A
D
P en mA
Slide 27 - Quizvraag
Het symbool van spanning is...... en de eenheid van spanning is........ .