3. Inrichting van de stad

3. Inrichting van de stad
Pak je boek, pen en schrift op tafel.
Ga met je iPad in de LessonUp.

Startvraag: wat het is verschil tussen urbanisatie en suburbanisatie?

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

3. Inrichting van de stad
Pak je boek, pen en schrift op tafel.
Ga met je iPad in de LessonUp.

Startvraag: wat het is verschil tussen urbanisatie en suburbanisatie?

Slide 1 - Tekstslide

Om te beginnen
Pak op tafel: je schrift, je iPad, een pen.

Nakijken van de opdrachten tot nu toe.
Ga naar Teams -> Bestanden -> Lesmateriaal -> Stadsgeografie.

Noteer welke vragen je niet begrijpt!
timer
5:00

Slide 2 - Tekstslide

Is elke grote Europese stad hetzelfde?
A
Ja
B
Nee
C
In grote lijnen wel
D
Wat een gekke vraag

Slide 3 - Quizvraag

De opbouw van veel Europese steden lijkt hetzelfde!

Vandaag gaan we leren:
- Waarom dat zo is;
- Welke onderdelen zo'n stad heeft;
- Wat de functies zijn van die stadsdelen.

Slide 4 - Tekstslide

In Europa zijn al eeuwenlang steden.

Daardoor hebben bijna alle Europese steden een historische binnenstad - het stadsdeel dat er al het langste staat, met kerken, musea, oude huizen enz.

Slide 5 - Tekstslide

Veel steden hebben daarnaast ook een moderner stadscentrum, waar de winkels en kantoren zijn.

Dit kan je de centrale zakenwijk of central business district (CBD) noemen.

Slide 6 - Tekstslide

Vlak om het centrum zijn de oudste woonwijken.

Toen vroeger fabrieken rond de stad werden gebouwd, moesten de arbeiders daar dichtbij kunnen wonen. Voor hen waren die oude woonwijken.

Slide 7 - Tekstslide

Wanneer er nu nieuwe wijken bijkomen (denk suburbs), moeten die aan de rand van de stad worden gebouwd. Van binnen naar buiten wordt de stad dus steeds jonger.

Slide 8 - Tekstslide

Als je daarvan een kaartje maakt, krijg je dit: het model van een (Europese) stad.

Slide 9 - Tekstslide

Sleep de foto's naar het juiste stadsdeel.

Slide 10 - Sleepvraag

De stad blijft veranderen.
Fabrieken en bedrijven zijn gaan verplaatsen: van de rand van de binnenstad, naar de rand van de nieuwe buitenwijken.

Daar zijn ze beter bereikbaar voor bijvoorbeeld vrachtwagens.

Slide 11 - Tekstslide

En de oude bedrijventerreinen? Daar zijn nu appartementen, winkels en hippe koffietentjes.

Slide 12 - Tekstslide

Dit hebben we geleerd:
- Uit welke onderdelen het model van de stad bestaat;
- Wat de functies van elk stadsdeel zijn (waar wordt het voor gebruikt);
- Hoe het gebruik van stadsdelen kan veranderen.

Nu aan de slag met de opdrachten in deze LessonUp.
Hulp nodig? Kom vooraan voor herhaling / hulp met opgaven.

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht 1
Lees B180.
a. Leg uit wat we bedoelen met een model van een stad.
b. Bekijk de figuur op de volgende slide. Neem de cijfers 1 t/m 6 over in je schrift en geef aan welk deel uit het model van de stad bij het cijfer hoort.

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht 1 - Antwoorden
a. Leg uit wat we bedoelen met een model van een stad.
Een overzicht van de onderdelen die (bijna) elke Europese stad heeft.
b. Bekijk de figuur op de volgende slide. Neem de cijfers 1 t/m 6 over in je schrift en geef aan welk deel uit het model van de stad bij het cijfer hoort.
1. Historische binnenstad
2. CBD/centrale zakenwijk
3. Oude woonwijken
4. Nieuwe woonwijken
5. Groen
6. Bedrijven/industrie

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht 2
Lees B180.
a. Is de volgende stelling juist of onjuist? ‘De nieuwste woonwijken van een stad vind je vaak aan de rand van een stad.’
b. Leg je antwoord uit.
c. Waarom vind je de oude woonwijken van een stad vaak dicht bij het historische centrum?

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht 2 - Antwoorden
a. Is de volgende stelling juist of onjuist? ‘De nieuwste woonwijken van een stad vind je vaak aan de rand van een stad.’
Juist
b. Leg je antwoord uit.
Aan de randen van de stad is ruimte om te bouwen, dus daar komen nieuwe wijken.
c. Waarom vind je de oude woonwijken van een stad vaak dicht bij het historische centrum?
Omdat daar vroeger het werk was te vinden toen mensen naar de stad verhuisden.
d. Een treinstation ligt vaak niet midden in de historische binnenstad. Leg uit waarom een treinstation niet in de historische binnenstad te vinden is.
Omdat de trein later kwam dan de oudste gebouwen in de stad, en daarom moest het station aan de rand in plaats van midden in de stad.

Slide 18 - Tekstslide

Opdracht 3
a. Noem twee redenen waarom bedrijven vanaf 1960 zich voornamelijk aan de rand van steden gingen vestigen.
b. Wat gebeurde er met de oude bedrijventerreinen?
c. Bekijk de foto op de volgende slide. Waarom worden in steeds meer binnensteden vrachtwagens verboden?

Slide 19 - Tekstslide

Opdracht 3 - Antwoorden
a. Aan de randen van de stad was meer ruimte, mensen hadden minder overlast van de bedrijven, en deze plaatsen waren beter bereikbaar.
b. De oude terreinen in de stad werden omgebouwd tot bijvoorbeeld woonwijken of winkels en restaurants.
c. Omdat de oude binnenstad niet is gebouwd op grote vrachtwagens, en de wegen zijn er te smal voor.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Opdracht 4
Maak de woordzoeker op de volgende slide om begrippen uit de vorige les te herhalen. Je kan dit gewoon op je iPad doen.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide