hoofdstuk 3 basisstof 1 deel twee

goedemorgen!
Mooi dat je bezig gaat met life. In deze lessonup komen een paar herhalingsvragen over de lesstof van de vorige keer. Daarna komt nog wat extra uitleg over 3.1
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

goedemorgen!
Mooi dat je bezig gaat met life. In deze lessonup komen een paar herhalingsvragen over de lesstof van de vorige keer. Daarna komt nog wat extra uitleg over 3.1

Slide 1 - Tekstslide

oefen vragen
je krijgt nu eerst een paar oefen vragen.

Slide 2 - Tekstslide

welke twee bloedcellen zitten er in je bloed.

Slide 3 - Open vraag

in bloedplasma zit ongeveer 20% opgeloste stoffen.
A
waar
B
nietwaar

Slide 4 - Quizvraag

wat is de functie van rode bloedcellen?
A
bloedstolling
B
afweer tegen bacteriën en virussen
C
transport zuurstof

Slide 5 - Quizvraag

wat is de functie van witte bloedcellen?
A
bloedstolling
B
afweer tegen bacteriën en virussen
C
transport zuurstof

Slide 6 - Quizvraag

wat is de functie van bloedplaatjes?
A
bloedstolling
B
afweer tegen bacteriën en virussen
C
transport zuurstof

Slide 7 - Quizvraag

hoeveel liter bloed heeft een volwassen persoon ongeveer in zijn of haar lichaam?

Slide 8 - Open vraag

vond je de oefen vragen goed gaan?
Ja
meehhh kan beter
het ging niet goed

Slide 9 - Poll

basisstof 3.1 deel twee
we gaan nu het laatste deel van basisstof 3.1 behandelen.
we gaan nu nog even een keer wat dieper in op de bloedcellen en bloedplaatjes.

Slide 10 - Tekstslide

de rode bloedcellen
maandag hadden we al besproken dat het ronde rode cellen zijn maar geen celkern hebben. Door het eiwit hemoglobine kunnen ze zuurstof vervoeren en hebben ze een rode kleur.

wanneer de rode bloedcellen in de longen zijn nemen ze zuurstof op en dit laten ze weer los in andere organen. misschien heb je ooit van de ziekte bloedarmoede gehoord. Wanneer je bloedarmoede hebt betekent dit dat je te weinig hemoglobine in je bloed hebt. daardoor zit er minder zuurstof in je bloed en kan je je erg moe voelen.

gemiddeld zitten er 5.000.000 rode bloed cellen per 0.001 ml bloed. bedenk maar eens hoeveel rode bloedcellen er dan in 6000 ml (6 liter bloed) zit

Slide 11 - Tekstslide

witte bloedcellen
Witte bloedcellen hebben wel een celkern. Witte bloedcellen hebben
geen vaste vorm. Hierdoor kunnen ze buiten bloedvaten komen. Dit is heel erg handig omdat de ziekte verwekkers niet altijd in de bloedvaten zitten. op de afbeelding zie je hoe een witte bloedcel een bacterie "aanvalt". Je kan hier zien hoe de witte
bloedcel buiten het bloedvat komt.

De ernstige ziekte AIDS werkt in op je witte bloedcellen. de ziekte
maakt al je witte bloedcellen kapot waardoor je gemakkelijk ziek
wordt. AIDS patiënten sterven dan ook vaak aan een verkoudheidje doordat het afweer systeem niets meer doet. een gezond persoon heeft ongeveer 700.000 witte bloedcellen per 0,001 ml

Slide 12 - Tekstslide

bloed plaatjes
Bloedplaatjes zijn geen cellen maar restanten van uit elkaar gevallen cellen. Bloedplaatjes zijn verantwoordelijk voor de bloedstolling. Als je een wondje hebt plakken de bloedplaatjes rond de wond vast waardoor uiteindelijk de wond dicht slibt. het bijzondere aan bloedplaatjes is dat ze alleen stollen buiten het lichaam en niet binnen.

in je bloed zitten ongeveer 300.000 bloedplaatjes per 0,001 ml

Slide 13 - Tekstslide

het huiswerk
voor maandag maak je opdracht 6 tot en met 9 op bladzijde 187.
stuur de foto's bij magister opdrachten.

het is een aantal van jullie wel gelukt om de online methode te vinden. mocht je de methode vinden dan is dit de klassencode:145539.

Slide 14 - Tekstslide