Periode 3 | les 6 | feedback ontvangen en geven

Nederlands
Periode 3
Les 6
Feedback geven en ontvangen
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Nederlands
Periode 3
Les 6
Feedback geven en ontvangen

Slide 1 - Tekstslide

Beroepshouding
  • Boek mee
  • Lezen = lezen
  • Uitleg = opletten
  • Opdracht = doen
  • Werken = werken (geen spelletjes, geen socials)
  • Eten = niet in het lokaal 

Slide 2 - Tekstslide

In deze les
  • Lesdoelen
  • Kijk op periode 3
  • 15 minuten lezen
  • Theorie feedback geven en ontvangen
  • Oefening

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het eind van deze les...
  • ... begrijp je het doel van feedback geven en ontvangen. 
  • ... kan je op een constructieve wijze feedback geven. 
  • ... kan je bij het ontvangen van feedback inzien wat je ervan kan leren, zonder daarbij het gevoel te hebben aangevallen te worden. 

Slide 4 - Tekstslide

Periode 3
  • Les 1: CV maken
  • Les 2: CV afronden en beoordeling
  • Les 3: solliciteren
  • Les 4: solliciteren afronden en beoordeling
  • Les 5: TOETS
  • Les 6: feedback ontvangen en geven
  • Les 7: werkwoordspelling (laatste kans beoordeling CV en sollicitatie)
  • Les 8: woordenschat

Slide 5 - Tekstslide

Wat is feedback?
Maak de sleepvraag. 

Slide 6 - Tekstslide

Je kletst met vrienden over het weekend. 
Je spreekt een klasgenoot aan over de spreekbeurt die hij nog niet af heeft.
In de pauze praat je met je baas over jullie gezamenlijke hobby: gamen.
Je docent vertelt wat hij van je werkstuk vond.
Je stelt jezelf voor aan een nieuwe collega.
Je coach geeft aan dat je schottechniek beter wordt, maar dat je nog meer je knieën moet buigen voor meer kracht.
wel feedback
wel feedback
wel feedback
geen feedback
geen feedback
geen feedback

Slide 7 - Sleepvraag

Geven en ontvangen
Vrienden
Ouders
Klasgenoten
Docenten
Stagiaires
Klanten
Collega's
Werkgever

Slide 8 - Tekstslide

Geef een voorbeeld waarin je feedback hebt gegeven.

Slide 9 - Open vraag

Geef een voorbeeld waarin je feedback hebt ontvangen.

Slide 10 - Open vraag

Vind je het gemakkelijk om feedback te geven of te ontvangen?
Ja, zowel geven als ontvangen vind ik niet moeilijk.
Ja en nee, geven vind ik makkelijk, ontvangen vind ik moeilijk.
Ja en nee, geven vind ik moeilijk, ontvangen vind ik makkelijk.
Nee, zowel geven als ontvangen vind ik moeilijk.

Slide 11 - Poll

Feedback
Feedback is reageren op wat een ander doet of zegt: positief of minder positief. 

Feedback krijgen moeilijk: kritiek of persoonlijke aanval. 
Feedback geven moeilijk: misschien reageert de ander boos of snapt hij/zij het niet. 

Slide 12 - Tekstslide

Feedback geven
Synoniem: boze kritiek
Angst: het pakt verkeerd uit, de ander begrijpt het niet en wordt boos of verdrietig. 

Bij het op een juiste manier geven van feedback is het juist helpend. 

Slide 13 - Tekstslide

Feedback geven
1. Probeer je de situatie van de ander voor te stellen en vraag jezelf af of jouw commentaar de ander kan helpen. Heeft de ander er iets aan?

2. Kies een rustig moment uit voor de feedback. Het liefst één-op-één (en niet in een groep met meerdere mensen).

3. Vraag van tevoren of je iemand feedback mag geven.

Slide 14 - Tekstslide

Feedback geven
4. Geef je feedback zo snel mogelijk en wacht niet af. Je kunt dan concreter zijn en de ander zal het sneller herkennen.

5. Praat met de ik-boodschap, bijvoorbeeld: “Ik heb gezien dat...” of “Ik vind het moeilijk om te werken als jij zo hard praat” (en niet: “Jij praat te hard!”).

6. Praat alleen in feiten en beschrijf wat je hebt gezien/gehoord. 
“Ik zag in de planning dat je de deadline gisteren niet hebt gehaald.”

Slide 15 - Tekstslide

Feedback geven
4. Geef je feedback zo snel mogelijk en wacht niet af. Je kunt dan concreter zijn en de ander zal het sneller herkennen.

5. Praat met de ik-boodschap, bijvoorbeeld: “Ik heb gezien dat...” of “Ik vind het moeilijk om te werken als jij zo hard praat” (en niet: “Jij praat te hard!”).

6. Praat alleen in feiten en beschrijf wat je hebt gezien/gehoord. 
“Ik zag in de planning dat je de deadline gisteren niet hebt gehaald.”

Slide 16 - Tekstslide

Feedback geven
7. Hoe specifieker en duidelijker je bent, hoe meer de ander ervan kan leren.

8. Vertel welk effect het gedrag op jou heeft, wat het met jou doet. Bijvoorbeeld: ”Ik word afgeleid als je de hele tijd zit te kletsen.”

9. Vraag of de ander zich herkent in jouw feedback. Bijvoorbeeld: “Herken je dit?”, “Wat vind je hiervan?” of “Begrijp je wat ik bedoel?”

Slide 17 - Tekstslide

Feedback geven
10. Vertel hoe jij het graag zou zien. “Ik zou graag willen dat je wat zachter praat, zodat ik me kan concentreren.”

11. Geef ook complimenten. Ben niet alleen met de kritiek bezig.

Slide 18 - Tekstslide

Wat hoort niet bij goede feedback geven?
A
Bedenk of jouw feedback de ander echt helpt.
B
Gebruik een ik-boodschap
C
Vraag eerst of je feedback mag geven.
D
Zorg dat iedereen erbij is, dan leert de groep er ook van.

Slide 19 - Quizvraag

Wat hoort niet bij goede feedback geven?
A
Wacht met feedback geven tot het echt niet meer gaat, dan heeft het meer impact.
B
Leg uit wat het gedrag met jou doet.
C
Wees specifiek en duidelijk voor meer leereffect.
D
Blijf bij feiten en beschrijf wat je hebt waargenomen.

Slide 20 - Quizvraag

Is mijn boodschap duidelijk?
geef feedback zo snel mogelijk
geef jouw mening
wees specifiek
geef aan wat het met anderen doet
vraag of de ander zich erin herkent
geef ook complimenten
vertel hoe het anders moet
goede feedback
goede feedback
goede feedback
goede feedback
geen goede feedback
geen goede feedback
geen goede feedback
geen goede feedback

Slide 21 - Sleepvraag

Welke vraag hieronder hoort bij goede feedback geven?
A
Is mijn boodschap duidelijk?
B
Heb ik de ander overtuigd van mijn gelijk?
C
Is mijn boodschap helpend?
D
Heb ik genoeg kritiek geleverd, zodat de ander kan veranderen?

Slide 22 - Quizvraag

Feedback ontvangen
Feedback ontvangen kan voelen als kritiek, je kan er boos, emotioneel of onzeker door worden. 

Je wil je verdedigen. 

Niet doen: feedback is helpend bedoeld. Je kan er van leren en jezelf verbeteren. 



Slide 23 - Tekstslide

Feedback ontvangen
1. Luister actief. Laat dit zowel verbaal als non-verbaal zien door te knikken, hummen, eventueel aantekeningen te maken en een open houding aan te nemen (niet je armen over elkaar, blijf oogcontact maken). 

Probeer de feedback samen te vatten en controleer of je het goed hebt begrepen.


Slide 24 - Tekstslide

Feedback ontvangen
2. Vraag om toelichting en check of je de boodschap goed hebt begrepen. Maak gebruik van LSD (Luisteren, Samenvatten, Doorvragen), bijvoorbeeld: ‘Je zegt dat het je stoorde dat ik te laat was. Wanneer was dat precies? Wat hadden we afgesproken?’.


Slide 25 - Tekstslide

Feedback ontvangen
3. Toon waardering en bedankt de ander. Voor de ander is het ook moeilijk om jou feedback te geven, maar hij doet dit tóch en daar kan jij je voordeel mee doen. 

Zeg dus bijvoorbeeld: ‘Ik was me er niet van bewust dat mijn gedrag dit effect had. Ik stel het op prijs dat je me dit vertelt’.

Slide 26 - Tekstslide

Feedback ontvangen
4. Denk er over na. Is de feedback terecht of onterecht? Herken je wat de ander zegt? Kun je er iets mee? Wil je iets veranderen? Vraag dit ook aan de ander.

5. Schiet in geen geval in de verdediging!

Slide 27 - Tekstslide

Feedback ontvangen
6. Doe iets met de feedback (of niet) en laat dit de feedbackgever weten. 

7. Bied indien nodig je excuses aan.
‘Ik heb gehoord wat je zei en begrijp wat je bedoelt. Sorry! De volgende keer…’ of ‘Ik heb gehoord wat je zei, maar ben het niet met je eens, omdat…’

Slide 28 - Tekstslide

Wat is geen goede tip om feedback te ontvangen?
A
Verdedig je niet!
B
Luister actief en toon dit met knikken, hummen en oogcontact.
C
Kap de ander snel af en verander van onderwerp.
D
Gebruik LSD: Luisteren, Samenvatten, Doorvragen. Vraag om verduidelijking.

Slide 29 - Quizvraag

Wat is geen goede tip om feedback te ontvangen?
A
Ga meteen in de verdediging en geef de ander de schuld.
B
Neem feedback persoonlijk en raak geïrriteerd of boos.
C
Waardeer de feedback en bedank de ander, bijvoorbeeld: “Ik waardeer dat je dit zegt.”
D
Doe iets met de feedback (of niet) en laat het weten. Bied excuses aan indien nodig.

Slide 30 - Quizvraag

Waardeer de feedback en bedank de ander.
Luister actief en toon dit met knikken, hummen en oogcontact. 
Negeer de feedback en doe alsof je niets hebt gehoord.
Verdedig je niet!
Lach de feedback weg en neem het niet serieus.
Zoek meteen excuses en rechtvaardig je gedrag.
goed
niet goed
niet goed
niet goed
goed
goed

Slide 31 - Sleepvraag

Positieve feedback
1. Geef alleen gemeende complimenten. Anderen hebben het snel genoeg door als je het niet meent.

2. Vertel het face-to-face. Dit is persoonlijker, heeft meer impact en werkt motiverender.

3. Geef complimenten met de ‘ik-boodschap’.

Slide 32 - Tekstslide

Positieve feedback
4. Wees specifiek als je een compliment geeft. Zeg dus niet ‘goed gedaan’, maar zeg ‘Ik vind het echt knap van je dat je alles zo duidelijk hebt uitgelegd aan die klant’.

Slide 33 - Tekstslide

Positieve feedback
Lastig om te ontvangen en reageren met:

"Wat heb je een leuk jurkje aan." "Oh, was maar €5."
"Jeetje, wat kun jij goed presenteren." "Ach joh, dat kan iedereen, je moet je gewoon een beetje voorbereiden."

Effect: je gooit het compliment in de prullenbak. Voor de gever voelt dit niet ok. 

Slide 34 - Tekstslide

Positieve feedback
Het goede antwoord op positieve feedback:

Dank je!

Slide 35 - Tekstslide

In deze les
  • Lesdoelen
  • Kijk op periode 3
  • 15 minuten lezen
  • Theorie feedback geven en ontvangen
  • Oefening

Slide 36 - Tekstslide

Oefening
  • 3 personen en 3 rollen 
  • Situatieschets - feedback geven- feedback ontvangen

Situatieschets: je leest voor en geeft na het gesprek feedback op hoe de gever en ontvanger het gesprek hebben gevoerd. 

Na elk gesprek wissel je van rol. 

Slide 37 - Tekstslide