SLB P2 Les 6: zelfregulatie - voortgang bewaken en aanpassen

• SLB
• MBO
• Studiejaar 1

Plannen, taakinitiatie en zelfregulatie

Zelfregulatie – Voortgang bewaken en aanpassen

Les 6

SLB P2

Niki Ubaghs

Executieve functies

Plannen, taakinitiatie en zelfregulatie

Inhoud lessencyclus

Les 1: Introductie en bewustwording

Les 2: Doelen stellen en prioriteiten bepalen

Les 3: Het maken van een realistisch plan

Les 4: Taakinitiatie 1 Hoe start je effectief aan een taak?

Les 5: Taakinitiatie 2 Hoe ga je om met afleidingen en behoud je de focus?

Les 6: Zelfregulatie – Voortgang bewaken en aanpassen

Les 7: Plannen, organiseren en zelfregulatie in de praktijk

Les 8: Evaluatie en voortzetten van vaardigheden

Opbouw

Lessen

Hoe zijn de lessen opgebouwd?

• Terugblik
• Doel bespreken
• Instructie (uitleg over de inhoud van het doel)
• Toepassing (zelf aan de slag)
• Reflectie 
• Huiswerk
• Vooruitblik

-

Huiswerk

Lessen en opdracht loopbaanleren

Per les beschrijft je minimaal:

- het lesdoel;

- de opdrachten die zijn uitgevoerd;

- noteer ook alle linkjes, apps en eventuele andere hulpmiddelen die in de les besproken zijn, zo vind je ze altijd terug;

- een reflectie op de les en je eigen bevindingen.

Wat weet je nog?

Hoe ga je om met afleidingen en behoud je de focus?

Hoe ga je om met afleidingen en behoud je de focus? 

Welke strategieën ken je nog? Wie heeft ze toegepast? 

Heb je zelf nog andere manieren die werken. 

Plannen

Zelfregulatie

Voortgang bewaken en aanpassen

Leerdoelen

Na deze les:

• weet ik hoe ik kan reflecteren op mijn plannings- en prioriteringsvaardigheden;
• kan ik reflecteren volgens de STARR methode;
• kan ik a.h.v. mijn reflectie mijn planning bijstellen.

Zelfregulatie - voortgang bewaken en aanpassen

Hoe heb je in de afgelopen periode gereflecteerd en eventueel je plan bijgesteld?

Zelfregulatie

Wat heb je gezien en gehoord? 

Wat is zelfregulatie? 

Hoe bereik je zelfregulatie? 

Belangrijk dat je weet hoe jij het best studeert -> Hoe doe je dat? Door zelfregulatie.
Je weet hoe en waar je het beste leert en wat je daar voor nodig hebt

• zelfkennis (hoe leer je, waar leer je, etc.)
  
• taken inplannen en bijhouden
• waar nodig verbeteringen in het proces doorvoeren

• Hou eens enkele weken bij welke manieren voor jou werken.
  

Zelfregulatie

Zelfregulatie betekent dat je jezelf kunt sturen. 

Het is het vermogen om je gedrag, gedachten en gevoelens onder controle te houden zodat je je doelen kunt bereiken. Dit is handig bij het maken van plannen, het oplossen van problemen en het omgaan met moeilijke situaties.

Zelfregulatie heeft drie belangrijke onderdelen:

1. Je emoties regelen 

2. Je gedrag sturen

3. Je aandacht richten 

Emotie

Bijvoorbeeld rustig blijven als iets tegenzit, of jezelf motiveren als je geen zin hebt.

Gedrag

Zoals op tijd beginnen met een opdracht of een pauze nemen als je merkt dat je moe bent.

Aandacht

Bijvoorbeeld je concentreren op je werk, ook al is er afleiding om je heen.

Voorbeelden

• Jezelf eraan herinneren waarom je studeert, zodat je doorzet als je geen zin hebt.
• Een planning maken en je eraan houden, ook al lijkt het makkelijker om iets anders te doen.
• Leren om hulp te vragen als je iets moeilijk vindt, in plaats van het alleen proberen te doen.

Zelfregulatie

Waarom is het belangrijk?

Als je goed bent in zelfregulatie, kun je beter omgaan met stress, taken op tijd afkrijgen en je doelen halen. Dit helpt je niet alleen op school, maar ook later in je werk en in het dagelijks leven. Het is dus een belangrijke vaardigheid om aan te werken!

Opdracht: noteer voorbeelden waarbij jij moeite hebt met zelfregulatie en manieren om hiermee om te gaan

Noteer hoe jij je emoties kunt regelen, je gedrag kunt sturen en hoe jij het best je aandacht kunt richten tijdens het maken van schoolopdrachten.

	Voorbeelden van moeilijke momenten	Voorbeelden van manieren om hiermee om te gaan (tips voor mezelf)
emoties regelen
gedrag sturen
aandacht richten

Start met het noteren van alle taken die je al weet. Doe dit per vak en kijk ook naar opdrachten die je in stage moet uitvoeren. Kijk hiervoor in de planningen van alle vakken. Zijn er vakken waarbij de planning niet duidelijk is? Hoe kun je achter de planning komen of met hoeveel tijd moet je rekening houden?

Reflecteren: STARR

Reflecteren: STARR

De STARR-methode is een gestructureerde manier om te reflecteren op situaties, ervaringen of gebeurtenissen. Het helpt je om concreet te analyseren wat er is gebeurd, wat je hebt gedaan, wat het resultaat was en wat je hiervan hebt geleerd. De methode wordt vaak gebruikt bij reflectie, sollicitaties, loopbaangesprekken en professionele ontwikkeling.

Start met het noteren van alle taken die je al weet. Doe dit per vak en kijk ook naar opdrachten die je in stage moet uitvoeren. Kijk hiervoor in de planningen van alle vakken. Zijn er vakken waarbij de planning niet duidelijk is? Hoe kun je achter de planning komen of met hoeveel tijd moet je rekening houden?

De onderdelen van STARR zijn:

Situatie

Beschrijf de situatie waarin je je bevond.

Wat was de context?

Wie waren erbij betrokken?

Wat speelde er precies?

Taak

Geef aan wat jouw taak of rol was in deze situatie.

Wat werd er van jou verwacht?

Welke verantwoordelijkheid had je?

Actie

Beschrijf de acties die je hebt ondernomen.

Wat heb je precies gedaan?

Hoe heb je je taak uitgevoerd?

Welke stappen heb je gezet?

Resultaat

Benoem het resultaat van jouw acties.

Wat was het effect?

Was het resultaat positief of negatief?

Hoe werd erop gereageerd door anderen?

Reflectie

Kijk terug op de situatie en beoordeel je eigen handelen.

Wat ging goed en waarom?

Wat ging goed en waarom?

Wat ging minder goed en waarom?

Wat kun je de volgende keer anders doen?

Huiswerk

• Vul de STARR refelctie in voor een situatie op school of WPL
• Zorg dat je alle taken hebt gepland (dit heb je al gedaan, als het goed is)
• Controleer of je op schema ligt. Stel je planning bij, wanneer dat niet zo is.
• Werk je portfolio helemaal bij. Loopt eventueel de lessen nog eens door.
• Vraag feedback aan iemand over je planning/portfolio of kwaliteiten en valkuilen en noteer deze feedback.

(zie ook opdracht LOB)

Reflectie 

Beschrijf voor de laatste keer hoe jij aan de slag bent gegaan met de lessen over plannen, taakinitiatie en zelfregulatie. 

Wat heb je wel gedaan en wat niet? Waarom wel of niet. Welke tips en handreikingen heb je in kunnen zetten? Welke dingen werken voor jou niet en waarom niet?

Wat heb je gemist in de lessen over het plannen, wat had je graag meer of minder willen doen?

Maak de koppeling naar kwaliteitenreflectie of loopbaansturing.  Kijk hiervoor nog eens naar de Canvasmodule van loopbaanleren

(zie ook volgende dia's)

Om de module af te ronden dienen alle criteria behaald te zijn.

Opdracht omschrijving:

Bij LOB wordt de ik-doos/portfolio aangevuld met bewijsmateriaal dat gekoppeld is aan de loopbaancompetenties. Dit bewijsmateriaal bestaat uit een verslag, beeldmateriaal, bezoek/interviews en zelfgemaakte producten die worden toegevoegd aan de ik- doos.

Doel

Aan het einde van de module heb je meer inzicht in jezelf als professional en ontwikkel je welk(e) werk en werkomgeving het beste past. Het krijgen van deze inzichten wordt gecreëerd door te werken aan de 5 loopbaancompetenties.

De vormen van bewijsstukken die aanwezig moeten zijn:

- Een verslag -> je portfolio over alle lessen

- Beeldmateriaal -> filmpjes/apps/websites over de onderwerpen die aan bod zijn gekomen

- Bezoek aan/ interview met -> bevraag iemand die jou goed kent naar jouw kwaliteiten en valkuilen

- Zelfgemaakte producten -> je eigen planning en weekoverzicht

En vanuit de beroepsgerichte module (deelopdracht 3 & 5):

- Gesprekken met collega's: Maak een reflectie waarin je jouw belangrijkste leermomenten en inzichten bespreekt.

Het ervaren gaat op 3 niveaus en je geeft per gekozen loopbaancompetentie op alle 3 de niveaus aan hoe dit door jou is ervaren. De 3 niveaus zijn:

1.Orienteren door informatie

2.Ervaren op school of in de privé-omgeving

3.Ervaren in de beroepspraktijk.

De 5 loopbaancompetenties waarop je dient gedurende je schoolloopbaan te reflecteren. Voor periode 1 en 2 kun je kiezen uit kwaliteitenreflectie en loopbaansturing

1.Kwaliteitenreflectie

2.Motievenreflectie

3.Loopbaansturing

4.Werkexploratie

5.Netwerken

-> zoek op wat deze competenties inhouden.

Vooruitblik

Periode 3: 

• plannen,  organiseren en zelfregulatie in de praktijk 
• voortzetten vaardigheden

Bij de start van periode 3 ga je zelf, met behulp van alles dat in les 1 t/m 6 is aangeboden, een weekoverzicht en planning maken. Je gaat deze gedurende de periode bijstellen en evalueren.

 Eerst alle dingen die moeten (school, stage, werken, reistijd, slapen, eten, etc. vereniging)

 Dan de leuke dingen (ontspanning, sporten, afspreken met iemand, sporten)

 Niets vergeten?

 Zijn er momenten waarvan je weet dat je toch niets meer gaat doen aan school (bijvoorbeeld na een lange schooldag, vrijdagmiddag, etc. het is niet reeel om hier dan schoolwerk in te plannen.

 Zijn er momenten die je op school krijgt om aan je schoolwerk te werken? Geef deze aan door ze een kleurtje of ander kenmerk te geven.

 Welke tijd is nu nog over? Schrijf dat eens op per dag.

Extra video over impulscontrole

(marshmallow experiment)

Het Geheime Leven van 4-jarigen

Seizoen 2017

Afl. 3

Jul 2018

Vanaf minuut 19

Het experiment maakt op een eenvoudige manier duidelijk hoe lastig het is om beslissingen te nemen voor de lange termijn. Zeker wanneer de verleiding op korte termijn erg aantrekkelijk is. 

npo.nl

Ik bezit voldoende vaardigheden om een goede planning te maken.

0100

Ik heb nieuwe dingen geleerd, die ik kan toepassen.

0100

Ik vond de lessen zinvol. Ik kan er iets mee.

😒🙁😐🙂😃

Ik ben serieus aan de slag gegaan met de opdrachten.

😒🙁😐🙂😃

Dit heb ik gemist in de lessen.

Hoe is de eerste periode verlopen? Was alles duidelijke? Waar liep je tegenaan? Heb je deadlines gemist of alles op tijd ingeleverd. Hoe is je planning verlopen? Heb je alles rustig kunnen inleveren of toch stress ervaren?

Dit wil ik nog kwijt over de lessen.

Hoe is de eerste periode verlopen? Was alles duidelijke? Waar liep je tegenaan? Heb je deadlines gemist of alles op tijd ingeleverd. Hoe is je planning verlopen? Heb je alles rustig kunnen inleveren of toch stress ervaren?