SLB P2 Les 6: zelfregulatie - voortgang bewaken en aanpassen

• SLB
• MBO
• Studiejaar 1

Plannen, taakinitiatie en zelfregulatie

Zelfregulatie – Voortgang bewaken en aanpassen

Les 6

Huiswerk

Lessen en opdracht loopbaanleren

Per les beschrijft je minimaal:

- het lesdoel;

- de opdrachten die zijn uitgevoerd;

- noteer ook alle linkjes, apps en eventuele andere hulpmiddelen die in de les besproken zijn, zo vind je ze altijd terug;

- een reflectie op de les en je eigen bevindingen.

Wat weet je nog?

Hoe ga je om met afleidingen en behoud je de focus?

Hoe ga je om met afleidingen en behoud je de focus? 

Welke strategieën ken je nog? Wie heeft ze toegepast? 

Heb je zelf nog andere manieren die werken. 

Plannen

Zelfregulatie

Voortgang bewaken en aanpassen

Leerdoelen

Na deze les:

• weet ik hoe ik kan reflecteren op mijn plannings- en prioriteringsvaardigheden;
• kan ik reflecteren volgens de STARR methode;
• kan ik a.h.v. mijn reflectie mijn planning bijstellen.

Zelfregulatie - voortgang bewaken en aanpassen

Hoe heb je in de afgelopen periode gereflecteerd en eventueel je plan bijgesteld?

Zelfregulatie

1. Wat heb je gezien en gehoord? 
2. Wat is zelfregulatie? 
3. Hoe bereik je zelfregulatie? 

Belangrijk dat je weet hoe jij het best studeert -> Hoe doe je dat? Door zelfregulatie.
Je weet hoe en waar je het beste leert en wat je daar voor nodig hebt

• zelfkennis (hoe leer je, waar leer je, etc.)
  
• taken inplannen en bijhouden
• waar nodig verbeteringen in het proces doorvoeren

• Hou eens enkele weken bij welke manieren voor jou werken.
  

Zelfregulatie

Zelfregulatie betekent dat je jezelf kunt sturen. 

Het is het vermogen om je gedrag, gedachten en gevoelens onder controle te houden zodat je je doelen kunt bereiken. 

Dit is handig bij het maken van plannen, het oplossen van problemen en het omgaan met moeilijke situaties.

Zelfregulatie heeft drie belangrijke onderdelen:

1. Je emoties regelen 

2. Je gedrag sturen

3. Je aandacht richten 

Emotie

Bijvoorbeeld rustig blijven als iets tegenzit, of jezelf motiveren als je geen zin hebt.

Gedrag

Zoals op tijd beginnen met een opdracht of een pauze nemen als je merkt dat je moe bent.

Aandacht

Bijvoorbeeld je concentreren op je werk, ook al is er afleiding om je heen.

Voorbeelden

• Jezelf eraan herinneren waarom je studeert, zodat je doorzet als je geen zin hebt.  

• Een planning maken en je eraan houden, ook al lijkt het makkelijker om iets anders te doen.

• Leren om hulp te vragen als je iets moeilijk vindt, in plaats van het alleen proberen te doen.

Zelfregulatie

Waarom is het belangrijk?

Als je goed bent in zelfregulatie, kun je beter omgaan met stress, taken op tijd afkrijgen en je doelen halen. Dit helpt je niet alleen op school, maar ook later in je werk en in het dagelijks leven. Het is dus een belangrijke vaardigheid om aan te werken!

Opdracht: noteer voorbeelden waarbij jij moeite hebt met zelfregulatie en manieren om hiermee om te gaan

Noteer: 

• hoe jij je emoties kunt regelen, 
• je gedrag kunt sturen en 
• hoe jij het best je aandacht kunt richten tijdens het maken van schoolopdrachten.

	Voorbeelden van moeilijke momenten	Voorbeelden van manieren om hiermee om te gaan (tips voor mezelf)
emoties regelen
gedrag sturen
aandacht richten

Start met het noteren van alle taken die je al weet. Doe dit per vak en kijk ook naar opdrachten die je in stage moet uitvoeren. Kijk hiervoor in de planningen van alle vakken. Zijn er vakken waarbij de planning niet duidelijk is? Hoe kun je achter de planning komen of met hoeveel tijd moet je rekening houden?

Huiswerk

• Controleer of je op schema ligt. Stel je planning bij, wanneer dat niet zo is.
• Werk je portfolio helemaal bij. Loopt eventueel de lessen nog eens door.
• Vraag feedback aan iemand over je planning/portfolio of kwaliteiten en valkuilen en noteer deze feedback.

(zie ook opdracht LOB)

Reflectie 

• Beschrijf voor de laatste keer hoe jij aan de slag bent gegaan met de lessen over plannen, taakinitiatie en zelfregulatie (kan pas op een ander moment). 
• Wat heb je wel gedaan en wat niet? Waarom wel of niet. Welke tips en handreikingen heb je in kunnen zetten? Welke dingen werken voor jou niet en waarom niet?
• Wat heb je gemist in de lessen over het plannen, wat had je graag meer of minder willen doen?

(zie ook volgende dia's)

Vooruitblik

Periode 3: 

• plannen,  organiseren en zelfregulatie in de praktijk 
• voortzetten vaardigheden

Bij de start van periode 3 ga je zelf, met behulp van alles dat in les 1 t/m 6 is aangeboden, een weekoverzicht en planning maken. Je gaat deze gedurende de periode bijstellen en evalueren.

 Eerst alle dingen die moeten (school, stage, werken, reistijd, slapen, eten, etc. vereniging)

 Dan de leuke dingen (ontspanning, sporten, afspreken met iemand, sporten)

 Niets vergeten?

 Zijn er momenten waarvan je weet dat je toch niets meer gaat doen aan school (bijvoorbeeld na een lange schooldag, vrijdagmiddag, etc. het is niet reeel om hier dan schoolwerk in te plannen.

 Zijn er momenten die je op school krijgt om aan je schoolwerk te werken? Geef deze aan door ze een kleurtje of ander kenmerk te geven.

 Welke tijd is nu nog over? Schrijf dat eens op per dag.

Extra video over impulscontrole

(marshmallow experiment)

Het Geheime Leven van 4-jarigen

Seizoen 2017

Afl. 3

Jul 2018

Vanaf minuut 19

Het experiment maakt op een eenvoudige manier duidelijk hoe lastig het is om beslissingen te nemen voor de lange termijn. Zeker wanneer de verleiding op korte termijn erg aantrekkelijk is. 

npo.nl

Ik bezit voldoende vaardigheden om een goede planning te maken.

0100

Ik heb nieuwe dingen geleerd, die ik kan toepassen.

0100

Ik vond de lessen zinvol. Ik kan er iets mee.

😒🙁😐🙂😃

Ik ben serieus aan de slag gegaan met de opdrachten.

😒🙁😐🙂😃

Dit heb ik gemist in de lessen.

Hoe is de eerste periode verlopen? Was alles duidelijke? Waar liep je tegenaan? Heb je deadlines gemist of alles op tijd ingeleverd. Hoe is je planning verlopen? Heb je alles rustig kunnen inleveren of toch stress ervaren?

Dit wil ik nog kwijt over de lessen.

Hoe is de eerste periode verlopen? Was alles duidelijke? Waar liep je tegenaan? Heb je deadlines gemist of alles op tijd ingeleverd. Hoe is je planning verlopen? Heb je alles rustig kunnen inleveren of toch stress ervaren?