In deze les zitten 22 slides, met tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Zoek je plek.
Pak je
spullen
Lees in je
leesboek
Deze les:
- Lezen
- Korte herhaling vorige les
- HW bespreken
Start 4.2
- Geleidbaarheid
Opdrachten
- 26
- Begrippen- en formulelijst
Afsluiting
5 min
2 min
5 min
5 min
10 min
2 min
Slide 1 - Tekstslide
Lezen
timer
5:00
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Stroomsterkte
Hoe hoger de stroomsterkte, hoe meer elektronen er per seconde door iets heen gaan.
Je zegt:
Door dit lampje loopt een stroom van 3 ampère.
Je schrijft:
I = 3 A
Slide 5 - Tekstslide
Spanning
Hoe hoger de spanning, hoe meer energie de elektronen mee krijgen.
Je zegt:
Over deze stroomkring staat een spanning van 7 volt.
Je schrijft:
U = 7 V
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Video
Huiswerk:
Maak 4, 9 en 10
Slide 8 - Tekstslide
plus
min
min
plus
Slide 9 - Tekstslide
9a
Als de draad is doorgeknipt is er geen gesloten stroomkring meer, en stopt de gloeidraad dus met gloeien
9b
Ook nu is de stroomkring niet meer gesloten, dus kan de gloeidraad niet gloeien.
9c
De elektronen moeten na de gloeidraad door kunnen stromen om plaats te maken voor nieuwe elektronen met nieuwe energie.
Slide 10 - Tekstslide
10a
Spanning is de oorzaak van stroom.
10b
Eerst zit er een groot ladingsverschil tussen de twee polen van de batterij, dat is spanning. Daardoor gaan de elektronen stromen als de polen verboden worden. Dit is de stroom.
10c
In de tekst wordt de batterij vergeleken met een pomp.
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Hoe zorg je ervoor dat er zo min mogelijk energie verloren gaat bij het vervoeren van energie?
Slide 13 - Tekstslide
Waar is geleidbaarheid van afhankelijk?
1: Het soort materiaal
Elk materiaal heeft een andere geleidbaarheid.
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Waar is geleidbaarheid van afhankelijk?
2: Dikte van de draad
Hoe dikker de draad, hoe beter hij geleidt.
Slide 16 - Tekstslide
Waar is geleidbaarheid van afhankelijk?
3: Lengte van de draad
Hoe langer de draad, hoe moeilijker hij geleidt
Slide 17 - Tekstslide
Waar is geleidbaarheid van afhankelijk?
1: soort materiaal
2: dikte van de draad
3: lengte van de draad
Slide 18 - Tekstslide
Geleidbaarheid
Geleidbaarheid geeft aan hoe makkelijk elektronen door iets kunnen bewegen.
Je zegt:
Dit apparaat heeft een geleidbaarheid van 20 siemens.
Je schrijft:
G = 20 S
Slide 19 - Tekstslide
Weerstand
Weerstand geeft aan hoe moeilijk elektronen door iets kunnen bewegen.
Je zegt:
Dit apparaat heeft een weerstand van 6 ohm.
Je schrijft:
R = 6
Ω
Slide 20 - Tekstslide
Aan de slag
Maak van 3.2:
- opdracht 26
- een begrippenlijst met de betekenissen van de blauwe woorden uit de paragraaf
- een overzicht van alle formules uit 3.2
timer
10:00
Volgende les controle op meenemen boek en schrift.