2 De Gouden Eeuw - 1 Handel en nijverheid in de Republiek

h2 les 1
De Gouden Eeuw
2
Tijd van regenten en vorsten 1600-1700
1 - Handel en nijverheid in de Republiek
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

h2 les 1
De Gouden Eeuw
2
Tijd van regenten en vorsten 1600-1700
1 - Handel en nijverheid in de Republiek

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

h2 les 1
De economie van de Republiek
Tijd van regenten en vorsten 1600-1700
In de late middeleeuwen kwam in heel West-Europa de handel tot bloei. 

Hanze: organisatie van steden die afspraken maakten over de handel. Ook Nederlandse steden, zoals Deventer en Zwolle, waren lid van de Hanze. Er werd vooral gehandeld rond de Oostzee, in graan en hout.

Na 1450 - Steden als Amsterdam, Hoorn en Enkhuizen nemen deze Oostzeevaart over.
De haven van Riga in de tweede helft van de 17e eeuw. Riga (nu in Letland) ligt aan de Oostzee. Het was een belangrijke bestemming voor Hollandse kooplieden, die hier onder meer graan inkochten.

Slide 3 - Tekstslide

h2 les 1
De economie van de Republiek
Tijd van regenten en vorsten 1600-1700
Halverwege de 16e eeuw is Antwerpen nog de belangrijkste handelsstad in de Nederlanden.

Na de herovering van Antwerpen in 1585 blokkeren de opstandelingen de toegang tot de haven van Antwerpen. Daardoor stortte de handel in.

Veel kooplieden en ambachtslieden uit Antwerpen vluchtten naar het Noorden en zetten daar hun werk voort.

Zo kreeg Holland er opeens veel kennis, geld en arbeidskracht bij. 

Hierdoor kon de handel in de noordelijke Nederlanden zich snel ontwikkelen.

Slide 4 - Tekstslide

h2 les 1
De economie van de Republiek
Tijd van regenten en vorsten 1600-1700
In de Republiek werd het meeste verdiend in de handel.

Kooplieden kochten voor geld (kapitaal) producten en verkochten die met winst. Deze winst investeerden ze weer in nieuwe handelsproducten. Zo werden ze steeds rijker.

Als in een economie het maken van winst door handel centraal staat, spreken we van handelskapitalisme.

In deze tijd hadden handelaren de gewoonte ingekochte spullen op te slaan in pakhuizen. De producten werden pas verkocht op het moment dat er 'schaarste' was, zodat er een hoge prijs voor de producten kon worden gevraagd.  We noemen dat een stapelmarkt.

Slide 5 - Tekstslide

h2 les 1
De Compagnie van Verre, 1595
Tijd van regenten en vorsten 1600-1700
In het verhaal besluiten de kooplieden dat het een goed idee is dat de verschillende compagnieën gaan samenwerken.

Welk voordeel dachten de kooplieden daaruit te halen?

Slide 6 - Tekstslide

Wat is handelskapitalisme?

Slide 7 - Open vraag

h2 les 1
VOC en WIC
Tijd van regenten en vorsten 1600-1700
Voor de Republiek was de handel in Europa het belangrijkst. Maar daarnaast ontdekten Nederlanders ook nieuwe handelsmogelijkheden.

wereldeconomie - In de 16e eeuw hadden de Spanjaarden en Portugezen nieuwe werelddelen en vaarroutes ontdekt. Dit leidde tot nieuwe handelsmogelijkheden. Er ontstond een economie die zich over alle werelddelen uitstrekte.

Slide 8 - Tekstslide

h2 les 1
VOC en WIC
Tijd van regenten en vorsten 1600-1700
Ook handelaren uit de Republiek gingen daaraan meedoen. Zij stichtten speciale handelsbedrijven (compagnieën) die voornamelijk handelden in 'Oost-Indië'.

Vanaf 1602 gingen die verschillende voorcompagnieën op in één grote compagnie - de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC).

De VOC kreeg een handelsmonopolie van de Nederlandse regering op de handel in de Oost. Ook kreeg het een aantal speciale rechten, zoals het voeren van oorlog tegen lokale vorsten en concurrenten.

Slide 9 - Tekstslide

h2 les 1
VOC en WIC
Tijd van regenten en vorsten 1600-1700
Toen bleek dat de VOC een succes was, richtten Hollandse en Zeeuwse kooplui in 1621 een tweede handelsonderneming op: de West-Indische Compagnie (WIC).

Ook dit bedrijf kreeg bijzondere rechten:
monopolie op de handel met West-Afrika en Amerika.
de kaapvaart - het beroven van schepen van vijandelijke landen, zoals Spanje.

De WIC was minder succesvol dan de VOC. Het had last van veel concurrentie van andere landen.

Slide 10 - Tekstslide

h2 les 1
De oprichting van de WIC, 1621
Tijd van regenten en vorsten 1600-1700
In het verhaal worden drie redenen genoemd waarom
Nederlandse kooplieden vonden dat ze mochten handelen in mensen . 

Welke redenen waren dat?

Slide 11 - Tekstslide

h2 les 1
Slavernij in de Amerikaanse koloniën
Tijd van regenten en vorsten 1600-1700
De WIC handelde in goud en ivoor, maar ook in mensen. Na de ontdekking van Amerika hadden de Europeanen daar plantages (grote boerderij waar één product werd verbouwd) gesticht.

Het zware werk lieten de Europeanen doen door de inheemse bevolking en door slaafgemaakten uit Afrika.

Driehoekshandel 

Slide 12 - Tekstslide

h2 les 1
Tula en de opstand
Tijd van regenten en vorsten 1600-1700

Slide 13 - Tekstslide

h2 les 1
Slavernij in de Amerikaanse koloniën
Tijd van regenten en vorsten 1600-1700
De plantageslavernij was een wreed systeem.

De slaven moesten zwaar werk doen
Ze werden gezien als 'bezit', zoals vee.
Als ze niet luisterden konden ze zwaar gestraft worden.

Veel slaven kwamen in opstand of probeerde te vluchten. 

Ondanks het verzet veranderde er lange tijd niets. De europeanen zagen de slaven niet als mensen of vonden de winsten die ze maakten te belangrijk.

Ook in Azië werden mensen verplicht om voor Europeanen te werken.

Slide 14 - Tekstslide

h2 les 1
Opdracht
Tijd van regenten en vorsten 1600-1700
1. Pak je schrift
2. Geef in eigen woorden antwoord op de leerdoelen van deze les.
3. Vergelijk jou antwoorden met degene die naast je zit.
4. Vul eventueel je antwoorden aan.

Huiswerk:
- Maak een samenvatting op basis van de leerdoelen m.b.v. je leerboek (blz.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide