Les 9 mitose

Welkom
Tas van tafel
Laptop pakken & in Lesson-Up
BINAS pakken

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Tas van tafel
Laptop pakken & in Lesson-Up
BINAS pakken

Slide 1 - Tekstslide

Aan de monding van rivieren kan het bij vloed gebeuren dat zoetwaterplanten worden overspoeld met zeewater. Daardoor neemt de turgor van de cellen in deze planten af.

Waardoor wordt de daling van de turgor voornamelijk veroorzaakt?

Doordat de cellen in deze planten in zeewater ...
A
water verliezen
B
water opnemen
C
zouten afgeven
D
zouten opnemen

Slide 2 - Quizvraag

Doelen 
  • Je kunt benoemen voor welke drie processen mitose noodzakelijk is.
  • Je kunt uitleggen in welke fasen van de celcyclus Celgroei, DNA-replicatie, ontwikkeling van organellen en de celdeling plaats vindt.
  • Je kunt van een willekeurige afbeelding van een cel bepalen in welke fase van de celcyclus of celdeling deze zich bevindt.
  • Je kunt schetsen hoe de hoeveelheid DNA in een cel verandert.

bronnen: video, theorie 3.2, BINAS 76

Slide 3 - Tekstslide

Noem 3 redenen waarom cellen zich delen (R)

Slide 4 - Open vraag

Bij een celdeling krijgen de twee nieuwe dochtercellen hetzelfde DNA als de moedercel (R)
A
Waar
B
Niet waar
C
Verschilt per celtype
D
Verschilt per organisme

Slide 5 - Quizvraag




Bij een giraffe geldt dat er 30 chromosomen in een zenuwcel zitten. 
Wat is de n? Hoeveel chromosomen zitten er in een levercel? En een eicel?
type cellen
bv
aantal
chromosomen
bv mens
lichaamscellen
lever-, hersen-, huidcellen, etc
diploid
2n
46
geslachtscellen
eicellen
zaadcellen
haploid
n
23

Slide 6 - Tekstslide

Welke tabel geeft informatie over de celcyclus? (laat je binas op deze pagina staan)

Slide 7 - Open vraag

Tijdens welke fase verdubbelt het DNA in de celkern? (T1)
A
M-fase
B
G1-fase
C
S-fase
D
G2-fase

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

De celcyclus wordt constant gecontroleerd. Bij de G1-fase is er een controle. Wat staat er? Benoem vervolgens een dergelijke gunstige omstandigheid

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Tekstslide

Chromatide & chromosoom
Je cel bestaat uit 46 slierten DNA. Als deze zich oprollen dan noem je die chromosomen

Een verdubbelt chromosoom bestaat uit twee identieke strengen DNA genaamd chromatiden

Als de chromatiden uit elkaar gaan tijdens de mitose dan noem je ze weer chromosomen

Tip: tel het aantal centromeren voor de hoeveelheid chromosomen


Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Waarom spiraliseert (oprollen) het DNA aan het begin van de mitose?

Slide 14 - Open vraag

Tijdens welke fase(s) van de mitose bestaat het chromosoom uit twee chromatiden?

Slide 15 - Open vraag

Tijdens welke fase(s) van de mitose wordt elk afzonderlijke chromatide een chromosoom?

Slide 16 - Open vraag

Een celkern in een tomaat bevat 12 chromosomen
a. Hoe groot is n voor de tomaat? (T2, 1p)
b. Een cel in de tomaat deelt zich. Hoe heet deze deling? (R, 1p)
c. Hoeveel chromatiden kun je tellen tijdens de metafase van deze deling? (T1, 1p)

Slide 17 - Open vraag

In de kern van een lichaamscel van een honderdste millimeter lang liggen 46 DNA-draden. De DNA-draden zijn je chromosomen. Het DNA in één cel weegt vlak na de deling 6 picogram, dat is zes miljoenste van een miljoenste gram. Hoeveel picogram DNA zit er in één cel tijdens de volgende drie cel fases? (I, 3p)
a) na de S-fase
b) na de M-fase
c) in één van de dochtercellen

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Link

Klaar met de oefentoets?
 Maak de oefenvragen van paragraaf 3.2







Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video