Deviant Starttaal Vooraf Op weg naar 1F Thema 1 Hoofdstuk 4

Thema 1 H4 (3 lessen)
1 / 56
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

In deze les zitten 56 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 1 H4 (3 lessen)

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud
  • T1 H4 les 1: Introductie hoofdletters en leestekens
                              en zelfstandig werken

  • T1 H4 les 2: Herhaling en zelfstandig werken

  • T1 H4 les 3: Zelfstandig werken en afsluiten 

Slide 2 - Tekstslide

Thema 1


Hoofdstuk 4: Taalverzorging

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoelen

Ik leg uit waarom taalverzorging belangrijk is.

Ik gebruik hoofdletters op de juiste manier.

Ik gebruik de leestekens op de juiste manier.

                   .            ?              !    


punt     vraagteken     uitroepteken

Slide 5 - Tekstslide

Planning
  • Verkorte uitleg
  • Taalverzorgingsquiz!
  • Tips taalverzorging
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiten

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Link

verkorte uitleg (vervolg)

En nu... .zelfstandig aan het werk. Succes!


1. Maak opdracht 1 t/m 4 (blz. 44 t/m 49)

2. Klaar? Maak de taken via JE.
 

Slide 9 - Tekstslide

Planning
  • Verkorte uitleg
  • Taalverzorging
  • Taalverzorgingsquiz!
  • Hoofdletters
      en leestekens
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiten

Slide 10 - Tekstslide

opdr. 1 (blz. 44)
taal verzorging

Slide 11 - Woordweb

Voor het foutloos schrijven van 
woorden en zinnen bestaan regels.
Dit noem je regels voor de taalverzorging.


Het is belangrijk om je bij het schrijven zo goed mogelijk aan deze regels te houden. Hierdoor lezen en begrijpen anderen jouw teksten beter.



    uitleg 1 |  Waarom taalverzorging belangrijk is.

Slide 12 - Tekstslide


De regels 
voor het foutloos schrijven 
van woorden en zinnen.




  de taalverzorging

Slide 13 - Tekstslide

opdr. 1 (blz. 44)
Taalverzorging

Slide 14 - Woordweb

Taalverzorging
In welke berichten vind jij taalverzorging extra belangrijk?

Kruis aan in je werkboek op blz. 44 (opdracht 1b)









bericht naar docent             bericht naar moeder                     een bericht naar                        een bericht naar
 over een werkstuk                over het avondeten                 vrienden in een app.                vrienden op social media.

Slide 15 - Tekstslide

Wat weet jij al 
van Taalverzorging?

Er volgt een korte quiz! (10 vragen)

Hoe goed ken jij de hoofdletters en leestekens?

Slide 16 - Tekstslide


Wanneer schrijf je '?'
A
Bij een gewone zin
B
Bij een vraagzin
C
Wanneer de zin met nadruk gezegd wordt

Slide 17 - Quizvraag


Wanneer schrijf je '!'
A
Bij een gewone zin
B
Bij een vraagzin
C
Wanneer de zin met nadruk gezegd wordt

Slide 18 - Quizvraag


Wanneer schrijf je '.'
A
Bij een gewone zin
B
Bij een vraagzin
C
Wanneer de zin met nadruk gezegd wordt

Slide 19 - Quizvraag


Welke zin is goed?
A
Ik heb thuis veel privacy?
B
Ik heb thuis veel privacy.
C
ik heb thuis veel privacy!
D
Ik heb thuis veel privacy!

Slide 20 - Quizvraag


Welke zin is goed?
A
Doe de deur dicht?
B
Doe de deur dicht.
C
Doe de deur dicht!
D
doe de deur dicht!

Slide 21 - Quizvraag


Welk antwoord is goed geschreven?
A
Amsterdam
B
amsterdam

Slide 22 - Quizvraag


Welk antwoord is goed geschreven?
A
Kerstmis
B
kerstmis

Slide 23 - Quizvraag


Welk antwoord is goed geschreven?
A
Nikkie de Jager
B
Nikkie De Jager
C
nikkie de jager
D
Nikkie De jager

Slide 24 - Quizvraag

\Welk antwoord is niet goed geschreven?
A
Pasen
B
nederland
C
de lente
D
God

Slide 25 - Quizvraag

\Welk antwoord is niet goed geschreven?
A
Mohammed
B
de Rabobank
C
de tweede wereldoorlog
D
Suikerfeest

Slide 26 - Quizvraag






aan het begin van de zin
t t




aan het einde van de zin


.         ?         !
    uitleg 2 |  Hoofdletters en leestekens

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Slide 30 - Link

Leestekens
  • Een leesteken is een teken dat in tekst gebruikt wordt
     om de leesbaarheid te verbeteren.

  • De verzameling en het gebruik van leestekens heet interpunctie.

  • Leestekens aan het einde van een zin:
    Punt ( . )
    Vraagteken ( ? )
    Uitroepteken ( ! )

Slide 31 - Tekstslide


De verzamelnaam
voor het gebruik van
leestekens.




  de interpunctie

Slide 32 - Tekstslide

Dus...

Aan het begin van de zin schrijf je een hoofdletter

en aan het eind van de zin een punt, vraagteken of uitroepteken.

Slide 33 - Tekstslide

Wanneer een hoofletter?
Namen schrijf je met een hoofdletter, maar wat is nu precies een naam? 
Als je twijfelt, dan kun je jezelf twee vragen stellen:

  • Is het de naam waarmee een persoon, instelling of bedrijf zichzelf aanduidt?
  • Is het de naam van een uniek persoon, of van een unieke instelling, periode of plaats? Met andere woorden: is er maar één van?
Als je op een van deze vragen “ja” kunt antwoorden, schrijf je het woord met een hoofdletter.

Slide 34 - Tekstslide

zelfstandig aan de slag

1. Maak opdracht 1 t/m 4 (blz. 44 t/m 49)

2. Klaar? Maak de taken via JE.


Succes!
 

Slide 35 - Tekstslide

Exit ticket
Heb jij de doelen van vandaag behaald?

Slide 36 - Tekstslide

Thema 1


Hoofdstuk 4: Taalverzorging

Deel 3

Slide 37 - Tekstslide

Planning
  • Terugblik
    / korte herhaling 

  • Zelfstandig werken

  • Afsluiten

Slide 38 - Tekstslide

Terugblik

Slide 39 - Tekstslide

Lesdoelen

Ik leg uit waarom taalverzorging belangrijk is.

Ik gebruik hoofdletters op de juiste manier.

Ik gebruik de leestekens op de juiste manier.

                   .            ?              !    


punt     vraagteken     uitroepteken

Slide 40 - Tekstslide

Terugblik
Wat houdt 'taalverzorging' in?

Wat betekent 'interpunctie'?

Waarom is een goede taalverzorging belangrijk?

Slide 41 - Tekstslide


De verzorging van je taal.

-Maak volledige zinnen.
-Gebruik leestekens.




  de taalverzorging

Slide 42 - Tekstslide

is een teken 
dat in tekst gebruikt wordt 
om de leesbaarheid 
te verbeteren.




  het leesteken

Slide 43 - Tekstslide


De verzamelnaam
voor het gebruik van
leestekens.




  de interpunctie

Slide 44 - Tekstslide

aan het einde van de zin
                                            punt
                                            uitroepteken
                                            vraagteken
                    
  de interpunctie

Slide 45 - Tekstslide

Aan de slag!
Maak:
- de opdrachten op blz. 44 t/m 51.
- de taken via JE.
- het werkblad.
Klaar?
- maak woordzoeker.
- lees in je leesboek.

timer
25:00

Slide 46 - Tekstslide

Evaluatie
Heb jij de doelen 
van vandaag behaald?

Slide 47 - Tekstslide

Lesdoelen


Ik gebruik hoofdletters op de juiste manier.

Ik gebruik de leestekens op de juiste manier.

                   .            ?              !    


punt     vraagteken     uitroepteken

Slide 48 - Tekstslide

Thema 1


Hoofdstuk 4: Taalverzorging

Deel 2

Slide 49 - Tekstslide

Afspraken

  • Iedereen doet actief mee in de les 
  • Je bent verantwoordelijk voor je eigen gedrag
  • Als iemand anders praat ben je stil (TIP: steek je vinger op!)

Slide 50 - Tekstslide

Lesdoelen

Ik begrijp waarom taalverzorging belangrijk is.
Ik kan hoofdletters op de juiste manier gebruiken.
Ik kan de leestekens punt, vraagteken en uitroepteken op de juiste manier gebruiken.


Slide 51 - Tekstslide

Planning
  • Korte herhaling 
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiten

Slide 52 - Tekstslide

Leestekens
  • Een leesteken is een teken dat in tekst gebruikt wordt om de leesbaarheid te verbeteren.
  • De verzameling en het gebruik van leestekens heet interpunctie.
  • Leestekens aan het einde van een zin:
    Punt ( . )
    Vraagteken ( ? )
    Uitroepteken ( ! )

Slide 53 - Tekstslide

Wanneer een hoofletter?
Namen schrijf je met een hoofdletter, maar wat is nu precies een naam? Als je twijfelt, dan kun je jezelf twee vragen stellen:

  • Is het de naam waarmee een persoon, instelling of bedrijf zichzelf aanduidt?
  • Is het de naam van een uniek persoon, of van een unieke instelling, periode of plaats? Met andere woorden: is er maar één van?
Als je op een van deze vragen “ja” kunt antwoorden, schrijf je het woord met een hoofdletter.

Slide 54 - Tekstslide

Zelfstandig aan het werk
Je gaat nu aan het slag met de opdrachten in het boek. 
De opdrachten staan op bladzijde 44 t/m 51.
Klaar? Werken in NUMO
Alle opdrachten moeten vandaag af zijn!

Slide 55 - Tekstslide

Exit ticket
Heb jij de doelen van vandaag behaald?

Slide 56 - Tekstslide